27 maart 2024

10 van 10 : Bristol - Londen - Brussel - Thuis

Om de verhaaltjes van onze afgelopen maartreis helemaal te vertellen, vertellen we ook over onze tiende dag van tien.

Rond half 9 reden we de parkeergarage uit in Bristol. Het enige wat we op zondag 17 maart 2024 zouden doen, was naar huis gaan. 
Daarvoor moesten we eerst vanuit Bristol naar Heathrow Airport rijden. Dit was 170 km rijden en door een beetje file deden we daar bijna twee uur over. 
We tankten onderweg de benzinebak vol aan zo'n £ 1,44/liter, of € 1,68/liter. 
Op Heathrow gaven we de rode Renault Clio zonder nieuwe bluts of schram weer af. Hij had 845 extra mijlen op de "mijlenteller" dan toen we hem in ontvangst namen tien dagen eerder. Dit zijn 1.352 km. 

Vanuit het metrostation aan de luchthaven zaten we nog een uurtje op de metro tot in station King's Cross St. Pancras. Vlak daarnaast ligt Station London St. Pancras International. Van daaruit vertrok, om 13:01 uur, plaatselijke tijd, onze Eurostar, over Rijsel, naar Brussel-Zuid, waar we iets over vier aankwamen. 

De trein naar Aarschot, waar onze auto stond, zat erg vol vanwege een betoging tegen de oorlog in Palestina die net gedaan was. Na een terugrit met onze auto, waarbij Johan het stuur nam, aten we, zoals altijd na een reis... frietjes van de frituur... 
Enne... Het was weer goed!

En as. vrijdag mogen we wéér naar Engeland!
Maar dan blijven we in Londen...

26 maart 2024

Dag 9/10: Bristol

We hadden de avond voordien nog wat zitten zoeken naar waar het toeristisch infokantoor van Bristol zich bevond, maar hadden vooral ontdekt dat die zoektocht al door velen was gedaan... en we concludeerden dat Bristol besloten heeft om enkel online toeristische informatie te verschaffen. Op zich geen probleem, een kaartje dat je kan vasthouden, is praktischer maar allé, maar dan moet die website wel goed en praktisch zijn... en die website van Bristol is niet goed... erg slecht eigenlijk!

Enfin, na ons ontbijt vertrokken we op zaterdag 16 maart vanuit Moxy Bristol richting het oude centrum van Bristol. Op ons slecht plannetje dat we in het hotel gevonden hadden, hadden we, met hulp van Google voor bezienswaardigheden, een route getekend. Om vanuit ons hotel naar het oude centrum te geraken, konden we ofwel door twee winkelcentra ofwel daarlangs. We liepen er langs. Dit ging sneller dan door die winkelcentra waar best al veel mensen rondliepen, ondanks het vrij vroege uur. Waar nog niet veel te zien en te doen was, was in de St Nicholas Markets. Dit zijn enkele markthallen waar allemaal kleine winkeltjes en eetstandjes in liggen. Omdat we dit wel steeds leuk vinden, besloten we 's middags terug te gaan. 

Dwars doorheen Queen Square, een strak georgiaans stadspark, liepen we verder naar de dokken en haven van Bristol. 

Bristol ontstond overigens waar de rivier de Avon tussen rotsen versmalt, alvorens uit te monden in de Severn en het kanaal van Bristol. Hierna is de Keltische Zee bereikbaar.

Door de getijdenwerking van de Avon was er in de middeleeuwse haven tot twaalf meter verschil tussen eb en vloed, zodat dagelijks de bodem bloot kwam te liggen en schepen op de zachte modder neerzonken, tot het water ze weer optilde. Ondanks deze ongunstige situatie werd de stad in de 15e eeuw de belangrijkste Engelse haven na Londen. De haven was eeuwenlang van groot belang voor de Engelsen en hun handel... en helaas ook van belang in de slavenhandel, in het bekeren van de Engelsen, maar ook richting de rest van de wereld enz.

In de haven liggen oude schepen, oude treinsporen met oude treinen en -wagons, er is ook een museum. We waren al een heel eind aan het wandelen langs de oever van de Avon toen we besloten om niet 'gewoon' terug te lopen om via de brug, waar we de rivier overgestoken hadden, de Avon terug over te steken. We namen het voetveertje naar de overkant. We kwamen zo al snel aan Bristol Aquarium. We waren de middag voordien daar ook aan het zoeken geweest naar het infocentrum, daar waar de pijltjes ineens 'ophielden'. We besloten, nu het Aquarium wel open was, daar te gaan vragen waar het infocenter was... en daar wisten ze het óók niet eens! Maaaaaar er lagen daar wel stadsplannetjes! We hadden er dus toch nog eentje gevonden! dusss was het koffietijd!

Nadat we langs de kathedraal en Abbot's Gatehouse, een poorthuis van de bijhorende abdij gewandeld waren, gingen we op zoek naar een Banksy die daar in de buurt aangebracht werd, namelijk de zin "You don't need planning permission to build castles in the sky" (Je hebt geen bouwvergunning nodig om luchtkastelen te bouwen).

Een stukje verder, maar veel gemakkelijker te vinden en zien, zagen we een volgend 'kunstwerk' van Banksy : "Well Hung Lover", een graffiti-werk van een overspelige echtgenote, haar man en haar minnaar die aan de vensterbank hangt. Spijtig genoeg is er met een paintballgeweer naar geschoten.

We 'klommen' één van de heuvels van Bristol op en passeerden nog maar eens een kerk en Cabot Tower... waar we niet helemaal voor naar boven liepen ;-) Op een nabijgelegen heuvel gingen we het Bristol Museum & Art Gallery binnen om te vragen waar hun Banksy stond... en die stond gewoon in de inkomhal: "Paint Pot Angel" (verfpot-engel). Verder wandelden we nog langs heel wat street art... We vinden dat zeker niet altijd mooi, maar we vinden het wel steeds interessant en er zijn écht kunstwerkjes bij!

Terwijl Ine een chai latte ging drinken, zocht Johan wat platen uit in een muziekwinkel. En ondertussen waren we ook weer terug bij St Nicholas Markets, waar nu wel alles open was en het bij de eetstalletjes zelfs erg druk was. Ook hier bezocht Johan twee platenzaken: Bristol is immers ook een goede locatie voor reggaemuziek.

We zagen ook een betoging tegen de oorlog in Palestina langskomen. Doordat deze in stilte verliep, op trage tromslagen na, en door wát er getoond werd, waren we beiden serieus onder de indruk. 

 

Na een late lunch bezochten we nog een andere hal van de St Nicholas Markets, waar we een mooie olifant van touw vonden... en zo had Ine ook een souvenier.  Nadien kuierden we nog wat rond en gingen we uiteindelijk terug naar ons hotel.

's Avonds gingen we eten bij Pieminister, een soort keten met erg veel soorten pasteitjes, traditionele en minder traditionele... én met "sticky toffee pudding with custard" op de menukaart!

Nadien gingen we nog op zoek naar een andere Banksy, maar die was spijtig genoeg overspoten... wat eigenlijk heiligschennis is: voor Banksy's werk heeft normaal gezien iedere street art artiest respect, maar deze dus niet...

Johan trok na tienen nog naar een muziekzaal. Hij ging er nog naar een optreden van enkele reggaezangeressen (filmpje)... Johan zag er vroeg op de avond de vreemdste mensen, maar tegen dat de optredens begonnen, kwam het "gewone" reggaevolk ook langs, zei Johan.

We vonden Bristol zeker interessant, maar we hadden ons er véél meer van voorgesteld... We hadden ons voorgesteld dat er een bepaalde sfeer zou hangen, zoals in Londen, dat het een bruisende en diverse stad zou zijn, waar we nog wel eens vaker naar terug zouden willen gaan... maar dat is dus niet het geval... ach ja, verwachtingen kunnen tegenvallen.

24 maart 2024

Bath & Bristol

Op vrijdag 15 maart reden we al vóór 9 uur bij Bluebell Cabin weg met weer al onze spullen in onze rode Clio. Het was opnieuw een regenachtige ochtend.

Onze bestemming lag op anderhalf uur rijden van Badsey, ons vertrekpunt. We reden naar Bath, in het westen van de Cotswolds.

Zoals we meestal doen bij een stedentocht wandelden we eerst naar een informatiepunt voor een stadsplannetje en gaan dan koffie drinken en een route uitstippelen... en wat aten we superlekker gebak met pudding bij het zaakje dat we uitkozen!

Bath is gebouwd in een natuurlijk soort amfitheater, omgeven door heuvels. Dat betekende dat we sowieso moesten stijgen en dalen. 

We wandelden langs de huidige thermische baden van Bath, een lelijk modern/futuristisch gebouw. En neen, we gingen er niet "badderen". We vinden warme bronnen in hun natuurlijke omgeving fijn om in te kruipen. Dit deden we al meermaals, namelijk op IJsland, in Canada, Ethiopië, Italië, Turkije en Hongarije. We gingen ookal naar van die moderne baden/spa's, maar dat is niks voor ons: dat zijn eigenlijk gewone zwembaden met water van een warme bron... dat is niet hetzelfde als zicht op zee of waterval, in een warme beek zitten of tussen het gras, bergen en stoompluimen... Hierbij heb je wat te zíen, in zo'n zwembad niet.

Al in de 9e eeuw voor Christus werd het warme water uit Bath gebruikt voor lichamelijke aandoeningen. Daarvoor al, zelfs in de IJzertijd, waren de bronnen gekend. Toen brachten ze er offers (of men weet waarvoor konden we niet direct terugvinden). In de Romeinse tijd, waarbij baden bij het sociale leven hoorde, werd er veel gebruik van gemaakt en werden er gebouwen voor en rond gebouwd. Zo ontstond er een stad... de stad Bath, die zijn naam er ook aan dankt. 

Het is niet helemaal duidelijk waarvan en van hoe ver het water precies komt. Wat zeker is dat het vanuit de Mendip heuvels komt, zo'n 50 km ten zuiden van Bath en van zo'n 2.500 meter diep. Op drie plaatsen in het stadscentrum komt het water naar boven. Als het water aan de oppervlakte komt is het zo'n 45°C.

Over het water wordt gezegd dat het helende krachten heeft. Zoals vele warme bronnen is het de warme en de minerale samenstelling van het water goed voor huid- en reumatische aandoeningen. Hier zouden een dip in dit water ook gezorgd hebben voor het oplossen van vruchtbaarheidsproblemen en aambeien.

De warme bron in de regio van Bath is overigens de enige in heel Groot-Brittanië. Er zijn wel nog vijf natuurlijke koudwaterbronnen, tenminste kouder dan 30°C. 

In Bath heb je veel pleintjes. Tegenwoordig liggen er vaak winkels, restaurants en pubs rond, maar voorheen waren het marktplaatsen.
We passeerden het Green Park Station, een oud station dat niet meer in gebruik is. Spijtig dat het stationsgebouw niet meer echt onderhouden is. Er zijn nu wel werkzaamheden bezig. Ook liggen er eet- en verkoopzaakjes maar het spreekt niet meer echt aan, althans ons toch niet... al gingen we toch even het platenzaakje dat er ligt binnen.

Het had steeds wat gemiezerd maar toen we naar onze volgende bestemming wandelden, het Royal Crescent, begon het goed door te regenen.

Deze "Royal Crescent" is een straat waarin in een halve cirkel of halvemaan ("crescent" in het Engels) gebouwd werd. Er werden 30 huizen aaneensluitend met elkaar gebouwd tussen 1767 en 1774. De straat is een van de beste voorbeelden van de georgiaanse architectuur. We hebben een dergelijke straat ook al in Londen gezien, maar blijkbaar is de straat in Bath de eerste van zijn soort.

Vervolgens kwamen we in een volgend staaltje van georgiaanse architectuur terecht: het "Circus". Dit is ook een straat, een ronde, met in het midden een parkje een grasveld en daar rondom een bomenrij.

The Circus is een historische ring van grote herenhuizen die een cirkel vormt met drie ingangen. Het werd  gebouwd tussen 1754 en 1769. Ook hiervan hebben we al, latere versies, in Londen gezien.

Vervolgens liepen we, nog steeds in de regen, terug hartje centrum in. Onze route bracht ons langs veel statige huizen, vele waar nu een chique boutique in zat en langs de culturele uitgaansbuurt van Bath, met onder andere het theatergebouw.

Toen we in de buurt van de basiliek en de abdij kwamen we ook bij de oude thermengebouwen. Langs buiten waren deze baden niet te zien, ook niet hetgeen waarmee de stad Bath altijd pronkt. We gingen daarom even kijken wat het kostte om de oude gebouwen binnen te gaan. We hadden geluk dat we er op vrijdag waren, weekenddagen waren immers nog duurder... maar we waren écht niet van plan om £ 21,50 per persoon (= € 25) om wat rond te lopen in die gebouwen, waarvan eigenlijk enkel de Romeinse baden interesseerden! De kleedkamers, pompinstallaties ed. interesseren ons immers niet: dat is overal hetzelfde.
We probeerden dan langs buiten een blik van de baden te krijgen, maar alles leek zo bemeten te zijn dat je juist niks kon zien... afzetters! We maakten daarom een selfie, nog steeds in de regen, van de gebouwen, de muren waaráchter het bad lag... We zullen wel naar Google Afbeeldingen kijken (hier) en voor die € 50 iets anders gaan doen!

Nadat we nog naar rivier de Avon, de Lower Avon ditmaal, de stuwdam en de Pulteney brug, uit 1774, waren geweest, waren we 'rond'. We sloten ons bezoek in Bath nog af met koffie... en gebak ;-)

Het volgende wat die vrijdag op ons programma stond was naar Bristol gaan. Daar hadden we voor twee nachten een hotelkamer in Moxy Hotel geboekt.
De twintigtal kilometers die we moesten rijden van Bath tot Bristol duurden zo'n uur... drukte en wegenwerken waar hier de oorzaak van.

We hadden de Moxy uitgekozen voor zijn ligging, vlak tegen het centrum. Het was zeker in orde... maar eigenlijk veel te duur... maar de prijs leek er normaal...

Aan de hand van een weinig gedetailleerd plannetje dat we in het hotel gevonden hadden en wat gegoogle, bekeken we hoe we naar het toeristisch infokantoor moesten wandelen. We wilden alvast een beter kaartje hebben om de route die we er zaterdag zouden gaan doen voor te bereiden... 
Terwijl we even op onze hotelkamer waren geweest, was het gestopt met regenen, wat toch een fijne afwisseling was.
De infopunten die we zochten, leken er niet meer te zijn en het infokantoor vonden we niet. De pijltjes erheen stopten ineens... We besloten er 's avonds nog eens naar te googlen.

Johan had twee adresjes van platenzaken doorgekregen en Ine wilde nog één bepaalde winkel bezoeken. Alle drie lagen in "Stokes Croft", een straat en (officieuze) wijk vlak buiten het centrum van Bristol. 

Bij het binnenstappen van het gebied leek het ons dat er een hippe, beetje vrijgevochten en alternatieve wijk ons te wachten stond. Dat is het zeker ook geweest, maar dat zal al enkele jaren geleden zijn geweest... Er was veel leegstand, er liepen veel zwervers en het zag er allemaal maar wat armtierig uit.

Ine vond niks in de winkel waarheen ze wou. Johan had nog meer pech want de platenzaakjes waren er gewoonweg niet meer.
We konden wel verschillende mooie street art-muren zien tijdens ons bezoek in Stokes Croft. Ook "The Mild Mild West" van de mysterieuze street art-kunstenaar Banksy miste onze aandacht niet. Banksy zou, zo denkt men, afkomstig zijn van Bristol.

We dronken een koffietje en liepen daarna terug naar het oude centrum van Bristol. We wilden er gaan eten. We hadden niet meteen geluk. We hadden immers niet gereserveerd en het was vrijdagavond... en aangezien de pubs vroeg sluiten, gaan de Britten best vroeg uiteten... dan kunnen ze het meeste uit hun avondje uit halen... lees: erg veel drinken...
We vonden uiteindelijk een plekje in een Indisch restaurant... waar we overheerlijk aten!

23 maart 2024

Dag 7 van 10

Op donderdag 14 maart '24 waren we zeven dagen op maartreis 2024. We verbleven nog steeds in de Bluebell Cabin in Badsey... en de weersvoorspellingen waren nog steeds "grote kans op buien". Dit betekende dat er die dag dus opnieuw geen wandeldag inzat. We kozen weer twee autoroutes uit om, selectief, af te leggen. We startten route 1 uit Rough Guide Staycation, Cotswolds aan het einde van de tocht. Van route 2 bezochten we slechts enkele plekken;

We startten onze dag in Gloucester. Deze stad, die al in 48 na Chr. ontstond, ligt op 45 minuten rijden van Badsey. Onderweg naar het stadscentrum liepen we voorbij een Oxfam Wereldwinkel. In Oxford waren we ook in een dergelijke winkel, maar zonder succes, binnengeweest, op zoek naar een nieuwe Dopper voor Ine omdat ze de hare tijdens onze wandeling verloren was. In déze winkel had Ine meer geluk: ze vond een nieuwe Dopper en zelfs aan meer dan de helft van de prijs!

In de hoofdstraat/winkelstraat van Gloucester stonden verschillende oude huizen met diverse mooie gevels. We wandelden van daaruit naar de kathedraal van Gloucester. Hiervan bekeken we enkel de buitenkant. We gingen er niet binnen. 
Vervolgens wandelden we naar de dokken en haven aan rivier de Severn. Aan deze dokken zijn nog veel elementen uit de 19e eeuw bewaard gebleven: oude opslag- en havengebouwen, stukken van een spoorweg, oude machines enz. Tot in de negentiende eeuw was de Severn een belangrijke verkeersader. Transport van zware of breekbare goederen, zoals de in deze streek belangrijke producten en grondstoffen gietijzer, aardewerk, kalksteen, ijzererts en steenkool gebeurde tot de opkomst van de spoorwegen grotendeels over water. 
In de havens lagen verschillende kleurrijke narrow-/smalboten, die typisch voor Engeland en Wales zijn.
Gloucester is blijkbaar een zusterstad van Saint Ann's Bay op Jamaica. Dat bezochten we tijdens onze eerste keer op het eiland, in 2005.

Vanuit Gloucester reden we naar "Saul Junction", een half uurtje verder naar het zuidwesten. Saul Junction is een knooppunt van twee kanalen, namelijk het Gloucester & Sharpness Canal en Stroudwater Navigation. Aan het knooppunt liggen een droogdok, een haventje, een plezierhaventje en ook enkele havengebouwen.
Beide kanalen zijn in de 18e eeuw gegraven. Er was toen veel vervoer over deze wateren, net als over de Severn. Momenteel is er vooral pleziervaart. Ook hier zagen we verschillende narrowboten. Hier zag je ook waarom die boten zo smal moeten zijn: de kanalen zijn veel smaller dan dat ze bij ons zijn.

Nog een kwartiertje verder kwamen we aan in Berkeley. We wilden even naar Berkeley Castle gaan kijken, maar dat was gesloten voor publiek. Via de kerk en het daarrondliggende kerkhof vonden we toch nog en plekje om het kasteel te zien. Koning Eduard II van Engeland, die normaal gezien, als de Franse koning haar niet gevangen genomen zou hebben, met een Vlaamse zou trouwen, stierf in dit kasteel. Het is niet zeker of hij vermoord werd of hij er een natuurlijke dood stierf, versneld door zijn gevangenschap in het kasteel.

Toen we op het marktplein van Berkley stonden rond te kijken, passeerde ons een héél erg belangrijke Brit(se)... we weten echter niet wíe het was: het kruispunt werd al even afgezet in afwachting van een duur gepantserd voertuig met zwart getinte glazen en met politie-escorte...
We lunchten in een gezellig zaakje. Ine nam natuurlijk weer gebak, een stuk 'Victoria sponge cake' die keer en Johan nam soep.

In North Nibley stopten we even om het Tyndale Monument van onderaan de heuvel te bekijken. Het puntvormige monument is een oriëntatiepunt en is op vele punten in de regio te zien. Je kan er opklimmen om overheen de regio te kijken. Het monument is echter enkel te voet te bereiken... en het steile voetpad erheen zag er heel vettig uit. We besloten dus gewoon een foto onderaan de heuvel te maken. Het dikke wolkendek op dat moment zou het uitzicht verder ook ernstig beperkt hebben.

In Dursley, weer wat verder naar het oosten, maakten we een stadswandelingetje. Heel veel was er in de dorpje niet te zien, maar onze stop was toch de moeite waard: we zagen het historische stadhuis, de kerk en markthallen.
In de informatie van de autoroutes stond beschreven dat deze 'kant' van de Cotswolds anders was dan de andere gedeelten. Dat was inderdaad zo, deze zuidwestelijke kant van de mooie regio was qua natuur en omgeving even mooi, namelijk heuvelachtig en erg groen. De huizen en gebouwen waren er echter niet zo unaniem gel van de kalksteen. Hier hadden de gebouwen en huizen eerder de gewone kakofonie aan kleuren en stijlen... niet lelijk, want nog steeds wel typisch Engels, maar minder idyllisch.

Vervolgens reden we naar "Coaley Peak", een heuveltop met een erg mooi uitzicht, zélfs met die dikke bewolking... maar net toen we daar stonden te kijken naar die mooie omgeving begon het hard te regenen. We stapten toch nog even verder over de heuvel naar "Nympsfield Long Barrow". Dit is een "langgraf", een grafheuvel met twee hunebedden uit de oudheid.

Eerder die dag had het steeds korte buitjes geregend, maar het was meteen duidelijk dat die regen die daarboven viel voor de rest van de avond zou zijn. Gezien het uur besloten we toen om maar al terug te rijden naar Badsey. Dat was ongeveer nog een uur rijden.

Net zoals al de avonden in Badsey kookte Johan en zochten we foto's uit. Aangezien dit onze laatste avond in de 'cabin' was, moesten we ditmaal onze koffers ook weer terug maken.

22 maart 2024

Autoroutes 4 & 5

Voor woensdag 13 maart '24 was er voor de Cotswolds droog maar erg bewolkt weer voorspeld en zo'n 13 à 14 °C. Toch gingen we niet wandelen: na de regendag van de dag voordien zouden de wandelpaden er zeker niet beter op geworden zijn, dus dat zou weer één en al modder, slijk en water zijn... mogelijk nog erger dan 's maandags... en daar hadden we geen zin in. We kozen daarom twee autoroutes uit onze Rough Guides Staycations, Cotswolds uit. Eerst gingen we route 5 en dan 4 doen, allé, hetgeen ons ervan interesseerde en in de volgorde die voor ons het logischste was vanuit (en naar) onze Bluebell Cabin.

We startten onze autoroute in Stanton, op een kwartiertje rijden. We parkeerden net buiten het schattige dorpje. We wandelden er wat rond en bezochten de "Church of St. Michael & All Angels". Dit is een kerkje maar werd bij de laatste restoratie ook een herdenkingsmonument voor de gesneuvelden van Wereldoorlog I. De oorspronkelijke kerk werd er in 1608 al gezet en in 1839 al eens voorzien van zijn kalkstenen uiterlijk.
De volgende plek waar we stopten was ook zo'n klein dorpje. Het was het naburige Stanway.

Vervolgens reden we naar Sudeley Castle. We parkeerden in de buurt van een toegangsgebouw en wandelden te voet verder. Sudeley Castle bleek niet zonder toegang te betalen te bezoeken... en niet te zien te zijn. Door de nu kale struiken konden we wel zien dat het best een groot kasteel was. We 'vonden' ook een tweede toegangsgebouw, die eerder een poort was. Het feit dat je zélfs moest betalen voor de toegang tot de tuin en de speeltuin maakte dat we zelfs niet eens binnen wílden gaan! De speeltuin was een gewone, oké, eentje in het thema kasteel, maar niet een hele bijzondere: daar vraag je geen inkomgeld voor! 
We vinden sowieso toegangsprijzen in Engeland, dat merkten we ookal tijdens andere reizen, erg hoog voor erfgoed. Aangezien we al vaak zulke kastelen, burchten, kerken en andere gebouwen, ook binnenin, bezocht hebben, en we eigenlijk al tevreden zijn met een grondige blik aan de buitenkant en in zijn omgeving, vinden we het die hoge toegangsprijzen meestal niet waard.

Vervolgens reden we naar Cheltenham. Onderweg er naar toe was het, aan beide kanten op de rijweg, érg druk. Ín het centrum werd ons vermoeden bevestigd: er was iets te doen! Het was de tweede dag van het vier- dagen-durende Cheltenham Festival. Die tweede dag was het "Style Wednesday". Aan de kostuums en mantelpakken die de meesten droegen, was dit duidelijk te zien. 
Het jaarlijkse festival gaat niet in het centrum door, maar 2 km daarbuiten, op de Cheltenham Racecourse. Het is een steeplechase-evenement voor renpaarden. Het is blijkbaar een van de meest prestigieuze evenementen op de springkalender. Er zijn 24 races in die vier dagen... en neen, dit zegt ons niks... en aan alles was het duidelijk dat het uitverkocht was... bovendien waren we niet gekleed voor de gebeurtenis (hahahaha).
We lunchten in Cheltenham en maakten er een korte stadswandeling. We vonden Cheltenham een tegenvallende stad. Alle gebouwen waren "strak en stijf", veelal gelijkend op elkaar en van vrij recente architectuur, er hing een kille sfeer, ondanks de festiviteiten... We lazen achteraf ook dat de stad een imago van voornaamheid en weelde heeft... inderdaad... daar houden wij niet zo van ;oP

Na Cheltenham sloten we aan in route 4 van de reisgids. Hiervoor reden we naar Crickley Hill Country Park in Birdlip. Dit is een beschermd landpark aan de westelijke rand van de Cotswolds. De heuvels waarop het park ligt, biedt prachtige uitzichten en er komen verschillende wilde bloemen, planten en dieren voor. Op een bord stond aangegeven dat hondeneigenaars uit moesten kijken en de honden zeker moesten aanlijnen omdat er verschillende adders waargenomen waren in het lentezonnetje... gelukkig was het flink bewolkt toen we er waren! ;-/


Er zijn enkele wandelroutes uitgestippeld in het Country Park. Wij wandelden het langste pad waar we een uurtje over deden. De route slingerde langs afwisselende landschappen, bossen en langs verschillende mooie panorama's. Ook passeerden we een plek waar, in de IJzertijd, een dorp lag. 
De wandelpaden lagen er op de meeste plaatsen nog redelijk bij.

Na onze wandeling bezochten we de kerk van Elkstone. Aan de buitenzijde ziet deze er uit zoals vele kerken in de Cotswold. Toch is deze bijzonder en wordt ze als van grote waarde gezien : Aan deze 12e eeuwse kalkstenen kerk is, anders dan bij andere Cotswoldse kerken, de toegang van Romaanse architectuur en zijn verschillende waterspuwers aangebracht onder de daken. Wat er ook bijzonder was, was dat er een fazanthaantje aan de kerk rondliep. Die hebben we véél gezien in de Cotswolds, maar telkens wat verder weg, op de velden.

Verder vonden we de autoroute niet meer echt de moeite om verder af te werken.

Als laatste stopten we nog bij de Broadway-toren... die heet zo omdat ze ... in Broadway, een dorpje, staat. 
De vreemdvormige toren bevindt zich op het op een na hoogste punt van de Cotswolds-heuvelrug op 312 meter boven zeeniveau.

De toren moest bij de voltooiing in 1799 een nepkasteel voorstellen. De toren werd ofwel opgericht in opdracht van een graaf ter ere van een overwinning of in opdracht van zijn vrouwe. Ze wou op die heuvel een merkteken laten plaatsen om te zien of ze het vanuit haar huis in Worchester kon zien. Pas toen bleek dat dit het geval was, werd de opdracht tot bouwen gegeven.

We maakten een wandelingetje bij de Broadway-toren. Onderweg dronken en aten we iets lekkers.

21 maart 2024

Ondertussen


Hieronder kan je zien hoe hoog één van de kraters al is (vergelijk met de drie personen in het kadertje):

20 maart 2024

Oxford

Op 12 maart '24, Johans 51e verjaardag, werd voor Engeland veel regen voorspeld. We besloten daarom om een stadsbezoek te doen... en zo reden we naar Oxford. Deze stad ligt in het oosten van de Cotswolds... en die voorspelde regen viel er ook echt...

Na een bezoek aan het toeristisch infokantoor om een een stadskaartje te halen, stippelden we een route uit in een koffiebar. Deze koffiebar was voor Ine enigsinds een teleurstelling: er was geen toog waarin alles uitgestald lag, maar alles moest op computerschermen, aan de hand van foto's, besteld worden... en Ine haar flapjack met chocola en cocos viel wel erg klein uit. Gelukkig was er Johan om haar een stukje van zijn bakewelltaart te geven.

Oxford is eigenlijk een aaneensluiting van historische gebouwen, zo goed als allemaal in gele kalksteen. Er was dus constant iets te zien.

Een eerste erg interessante plek was het Christ Church College. Doordat het even stopte met regenen, konden we er ook eens goed rondkijken... tenminste op de gratis toegankelijke plaatsen, die er bij dit college veel waren omdat dit college niet tussen de rest van de stad gepropt ligt, maar veel open ruimte heeft voor een boerderij, weien en dergelijke. We zijn in geen enkel gebouw in Oxford binnen geweest. We wilden namelijk geen tientallen ponden per gebouw betalen om eens rond te gaan neuzen in de, vooral toch, toegankelijke kerkgebouwen... die afzetters en uitbuiters hebben geld genoeg! en daarnaast planden we ook maar één dag in Oxford en hadden we dus niet genoeg tijd voor een zeer grondig bezoek aan al die colleges van de Universiteit van Oxford en alle andere gebouwen en bezienswaardigheden van de stad.

De Universiteit van Oxford bestaat uit 39 colleges en 5 permanent private halls. De universiteit bestaat dus niet uit één campus. Een college is vaak gebouwd om een centraal plein of grasveld, waar docenten en studenten vaak intern verblijven. Toekomstige studenten kiezen van tevoren een college (indien hun vak er wordt aangeboden).
Elk college is apart gesticht, doorgaans door een rijke weldoener of vorst, een aantal al in de 13e eeuw. Elk college heeft zijn eigen atmosfeer, tradities, kleuren, geschiedenis, eetzaal, bibliotheek en kapel, maar is academisch gezien niet verschillend van andere colleges. Ieder college heeft dezelfde toegangseisen en er is in principe dan ook geen verschil in reputatie tussen de colleges. Die toegangseisen zijn erg streng. Uit vele kandidaten worden slechts de besten aangenomen.

Hetgeen wij vooral hadden willen zien van de colleges zijn de centrale grasvelden met daarrond de studentengebouwen. Die worden zo goed en mooi in beeld gebracht in TV-series als Endeavour, Inspector Morse en Lewis. Helaas zijn die net niet toegankelijk voor niet-studenten. Soms konden we even binnenpiepen aan de grote poorten van de colleges, maar heel veel kon je dan niet zien van de gebouwen rondom de binnenplaatsen. Ine slaagde er wel in om, even snel, het voorste grasveld/centrale plein van College St Edmund Hall te fotograferen. Bij de inkomplaats van Mansfield College kregen we ook een grasveld te zien, waar we zelfs rond (niet OP!) mochten lopen...
Oxford is zéker een mooie stad, maar als je echt in de gebouwen wil gaan ook een erg dure stad... en dat het in Oxford énkel regent als er iemand begraven wordt, zoals dat lijkt in die drie eerder genoemde series, klopt dus niet : wij hebben de hele dag buien gehad in het centrum van Oxford ;-)


Toen we weer naar Badsey reden, hadden we heel wat kilometers in de voeten.

19 maart 2024

Afgelopen maandag 11 maart

Na een goede eerste nacht in Bluebell Cabin reden we op 11 maart jl. 's ochtends naar Chipping Norton, op 35 km vanuit Badsey. We gingen er twee routes combineren: een wandelroute en nadien een autoroute. De routes vonden we in twee gidsen die we het weekend voordien gekocht hadden: Rough Guide Staycations, Cotswolds & AA, 50 Walks in the Cotswolds.

We kozen wandeling 22 "Chipping Norton and the Rollright Stones" uit vanwege de route door een natuurlijke omgeving en, halverwege ongeveer, de steenformaties uit de neolithische periode en bronstijd... een link met vorige vakanties.

De wandeling startte net buiten het centrum van Chipping Norton. Al snel werd duidelijk dat het een modderige wandeling zou worden... dat kon ook niet anders aangezien het sowieso nat is in de winter, maar omdat het ook erg veel geregend had, had de eigenares van onze Cabin gezegd. Het regende die maandag in ieder geval niet.

Voor Johan was al die nattigheid niet zo erg: hij had zijn (half-)hoge wandelschoenen aan. Ine moet altijd lage wandelschoenen dragen omdat haar achillespees geen (half-)hoge wandelschoenen kan verdragen... en dat betekent dat zij al iets meer moet uitkijken bij modder en water. Ze schept immers water en/of modder... en natte voeten is allesbehalve fijn om te wandelen. Daarnaast is Ine bij erge modder altijd wat bang dat ze gaat uitglijden... waardoor ze trager stapt... en daardoor meer in de modder kan zakken... en ze sneller natte voeten kan krijgen... Doordat Ine dicht tegen de struiken en takken moest lopen, omdat de zijkanten van de paden nog enigszins beter begaanbaar waren, haakte ze daar ook aan vast en raakte ze zelfs haar waterfles, die in een zijvak van haar handtas stak, kwijt... 

Na over enkele vettige paden gelopen te hebben en verschillende natte weilanden overgestoken te hebben, besloten we dat het beter was dat Ine, langs de openbare weg, terug naar Chipping Norton zou wandelen. Johan wandelde de wandelroute wel verder. We spraken af aan de Rollright Stones, waar Johan te voet en Ine met de auto zou geraken.

De Rollright Stones bestaan uit drie elementen: de stenen cirkel van "The King’s Men" (= de mannen van de koning), de rechtopstaande menhir "King Stone" (= de koningsteen) en een oude grafkamer, de "Whispering Knights" (= de fluisterende ridders).

Een legende stelt dat een heks een koning, die Engeland wilde veroveren, met zijn leger in steen heeft veranderd. De koning werd de “King Stone”. 
Zijn leger veranderde ze in de “King’s Men”, een steencirkel. Er schieten nog zeventig van 105 stenen van sterk verweerde lokale kalksteen over. De verdwenen stenen werden weggehaald om bruggen en dergelijke van te maken. Twee stenen direct buiten de ring markeren de poortvormige ingang naar de cirkel tegenover de hoogste steen. De onregelmatige cirkel heeft een diameter van zo'n 30 meter. De ring staat op 76 meter van de King Stone. 
De aanwezige ridders werden de Whispering Knights. Deze tombe staat op 400 meter afstand van de King’s Men/steencirkel (Lees meer vanaf alinea 2 in deze link).

"In het echt" zijn het ceremoniële stenen die op verschillende momenten geplaatst werden:
  • 3800-3000 voor Chr.: Graftombe The Whispering Knights;
  • 2500-2000 voor Chr. : Steencirkel The King's Men &
  • 1800-1500 voor Chr. : de Kingstone.
Wij vonden ook deze "stenen" weer erg interessant... en weer zat er een "verwaaid spiritueel mens, die zich waarschijnlijk heks waant" in de steencirkel... maar ze heeft óns in ieder geval niet versteend.


Op zich liep onze wandeling van aan de stenen nog verder, langs een andere route, terug naar Chipping Norton. We startten echter onze autorondroute, nr° 7 uit het Rough Guidegidsje, van op deze plaats.

Vanaan de stenen, in Little Rollright, reden we naar Stow-on-the-Wold. Dit is het hoogstgelegen dorp van de Cotswolds. We wandelden rond in het dorpje en lunchten in the Old Bakery Tearoom... en dat bleek een héél goede keuze! Ine ging voor een verse overlekkere scone met aardbeienjam en clotted cream, Johan nam een lunchbord met uien-chutney en vier Engelse kazen... Johan was er trouwens zélf in de "naughty corner" (= het strafhoekje) gaan zitten... wat Ine natuurlijk héél grappig vond :oD

Het vervolg van route 7 waren enkele "perfecte Cotswold dorpjes". Dat klonk erg veelbelovend... maar het was écht zo! 

We bezochten eerst Lower Slaughter en nadien Upper Slaughter. Die Lower en Upper verwijzen naar het lager- en hogergelegen op de waterloop Eye. De typische gelige kalkstenen huizen, huisjes en gebouwen liggen er nog idyllischer dan in andere dorpjes bij aan dat waterstroompje.

Ook Bourton-on-the-Water, ligt aan een riviertje. Dat is dan niet aan de Eye, maar aan de Windrush. Doordat er in dit dorp verschillende lage boogbruggen over dat water gaan, wordt het 'het Venetië van de Cotswolds' genoemd... wat vele Aziatische en ook andere toeristen lijkt aan te trekken (en ons natuurlijk ook)... die titel is, zoals verwacht, een echte grote overdrijving... Het was wel nog een ideale plek om nog eens iets te drinken en te snoepen ;-)

18 maart 2024

naar de Cotswolds

Veel frisser en fruitiger dan de andere bruiloftsgangers (en andere feestvierders) zaten wij op zondagochtend, 10 maart, aan het ontbijt van het Tower Hotel in Lincoln. Het regende en had dat al heel de nacht gedaan. Dit bracht onze plannen niet in de war want wij zouden een groot gedeelte van de dag in de auto zitten. We reden namelijk van Lincoln naar de “Cotswolds”.

De dag voordien hadden we voor vijf nachten gereserveerd in "Bluebell Cabin" in Badsey, in het noorden van de Cotswolds. Dit zou dus onze 'eindbestemming' worden van de dag.


Onderweg na, ongeveer twee uurtjes rijden, stopten we in Stratford-upon-Avon. Dit ligt in het noorden van de Cotswolds, Het is de geboorteplaats van William Shakespeare. We maakten er een stadswandeling. Hierbij passeerden we verschillende plekken en gebouwen die iets met deze man te maken hadden. Het stadje heeft nog veel authentieke en minder authentieke vakwerkhuizen (foto 1 is voor het geboortehuis van Shakespeare & foto 2). Die Shakespeare was in ieder geval geen arme sloeber te zien aan zijn geboortehuis en andere. 
De "Avon" in Stratford-upon-Avon verwijst naar de rivier Avon die door het stadje (en de Cotswolds) stroomt. Die verwijzing is nodig omdat er wel meer plaatsen zijn in (onder andere) Engeland die Stratford heten (lees meer).

Het was nog te vroeg om naar ons "huisje" te rijden. We besloten daarom nog een dorpje te bezoeken. Op een half uurtje rijden van Stratford-upon-Avon en een kwartiertje van onze eindbestemming van die dag, lag het mooie Chipping Campden. Nog steeds in de continue regen, verkenden we het dorpje.
In de High Street staan huizen in honingkleurige kalksteen, uit lokaal gedolven kalksteenrots, bekend als "Cotswoldsteen". Ze zijn gebouwd in een 'typische' architectuur. 
In het midden van het dorp staat de markthal met zijn prachtige gewelven, gebouwd in 1627 (foto 3). In de middeleeuwen was Chipping Campden het centrum van de wolhandel. Bronnen geven aan dat daar de markthallen voor gebruikt worden. Andere bronnen zeggen dan weer dat er gewoon levensmiddelen en met name boter verhandeld werden.


Rond half 5 kwamen we dan aan in Badsey bij onze 'cabin'. We vonden deze wel origineel, vandaar dat dit "huisje" onze keuze werd bij onze zoektocht naar accommodatie: het zijn twee containers met een afdak tussen (foto 4). In de linker container zit de keuken en de eet- en zithoek, in de rechter de slaap- en badkamer. Onder het afdak stonden twee zeteltjes en een hottub... maar die laatste hoefde de eigenares voor ons niet klaar te zetten: het was te koud en te winderig om daar in te kruipen, vonden we.

16 maart 2024

20:23 uur (GMT)


't Is weer begonnen!
Ine ging net nog 'ns naar de stand van zaken kijken... en ze was nét wéér een páar minuten te laat om de start te zien... 't Is weer in dezelfde regio als eerder.
Info van de IJslandse nieuwsdienst: De uitbarsting begon om 20:23 uur tussen Hagafell en Stóra Skógfell na veel seismische activiteit op korte termijn.

Dag 2: naar het trouwfeest van Phil en Ed

Zaterdag 9 maart jl. vertrokken we uit Drayton Parslow na het ontbijt. Johan ging trouwens meteen voor een “full English breakfast”, terwijl Ine “porridge” (warme griesmeelpap) nam.

Onze eindbestemming van de dag was Lincoln, maar onderweg stopten we voor lunch en voor een stadsbezoek aan Peterborough. In Peterborough was, wat we wisten, op de kathedraal na, niet veel te zien, maar het was even een aangename afwisseling van het rijden.

Die kathedraal was meteen wel de moeite van het bezoek. We hebben het nogal voor de plafonds van oude gebouwen. Vaak zijn die van mooi beschilderd hout. En deze kathedraal had een paar fraai beschilderde plafonds!

Catharina van Aragon, de eerste vrouw van Henry VIII, ligt er begraven. Dit is de dame waarom Henry VIII afstand deed van de paus… en de Anglicaanse kerk ontstond: deze echtgenote had Henry geen erfgenaam “geschonken” waardoor hij met een andere vrouw wilde/ging trouwen… en dat kon niet van de Rooms Katholieke Kerk.

In de namiddag kwamen we dan in Lincoln aan. De zon scheen toen volop en de hemel was fel blauw… alleen blies er een koud, soms best stevig, windje… maar we vonden toch dat we op een terras moesten gaan zitten. Bij ons bezoek aan Lincoln in juni 2023 hadden we deze hotelkamer, voor deze 9e maart, al geboekt. Net als toen overnachtten we dus in Tower Hotel.

Voordat we de stad introkken, maakten we ons klaar om naar het trouwfeest van Phil en Ed(wina) te gaan. We wisten dat er enkel wat hapjes op het feest zouden zijn, dus gingen we eerst nog uiteten.

We waren uitgenodigd voor “the wedding reception”. Deze was van half 7 tot 1 uur. Dat er een eindtijd gesteld wordt, is typisch Engels: horeca mag daar gewoonweg niet (zomaar) langer openblijven. Bij het binnenkomen, stond Ed de gasten te ontvangen. Phil was, typisch, al in gesprek geraakt met wat mensen. We gaven onze beeldjes, in hun beeltenis, van Stoneman af… en dat verraste en plezierde hun. Zoals we verwacht hadden, was de drank betalend… anders dan bij ons, maar we waren dan ook op een Engels trouwfeest.

Omdat er op de favoriete muziek van Phil en Ed, Ska en Rockabilly uit de jaren ’50-’60, stevig gedanst wordt, was er een echte dansvloer. Deze werd op z’n glijmogelijkheden getest door menigeen. Op een gegeven moment leek het ook of er talk op gegooid was… om de voetjes nog vlotter te laten glijden op de muziek… Ja, serieuze zaken, hoor… maar Phil, Ed en hun vrienden zijn dan ook, qua muziekstijl (en kleding), een beetje blijven hangen in de ‘goede oude tijd’.

We hebben drie filmpjes met ska, rockabilly en ‘gewone’ muziek uit de ’60’er jaren overgehouden: filmpje 1, filmpje 2 en filmpje 3.

Een openingsdans van het bruidspaar is blijkbaar ook traditie op een Engels trouwfeest… niet alles hoeft anders te zijn…

De ‘hapjes’ bleken in papier verpakte restjes van de bruidstaart en frietjes, bacon en een zacht broodje… da’s dus weer anders dan “bij ons”.

We hebben ons zeker vermaakt op het feest. De zatte toestanden en de overjaarse-puber-outfits pasten blijkbaar niet op een trouwfeest… al werd er meer dan stevig gedronken.


Tower Hotel ligt óp de heuvel, de zaak waar het feest was, beneden… we moesten dus nog aardig klimmen op die ‘Steep Hill’ (steile heuvel, zoals hij ook echt heet)… Gelukkig herinnerden we ons van in juni dat we er best niet te snel aan begonnen… en dat maakte dat we zonder stoppen boven geraakten!