Op zaterdag 28 juni '25 waren we acht dagen in
Albanië. We werden wakker in
hotel Thermal in
Pheskopi. We wachtten op het belletje voor het ontbijt. Zoals de dag voordien gezegd, kwam dat rond 8u... en dat was weer véél te veel: pannenkoeken, omelet, groenten, toast, yoghurt, honing en witte kaas...
Na het ontbijt waren we alweer vrij snel op weg, al lag ditmaal de bestemming wel erg dicht bij het hotel: we gingen namelijk ook die ochtend in een thermaal duobadje... ah ja, als we er dan toch waren!
Vanuit Pheskopi reden we het bergachtige landschap uit en kwamen we terecht op een nieuwe, goede weg. Hierbij passeerden we wat dorpjes, wat maakte dat we, anders dan in de bergen, regelmatig één van de 173.371 Albanese bunkertjes uit de tijd van dictator Enver Hoxha passeerden. Vele zien er erg vervallen uit, andere zien er nog goed uit, maar we stopten niet om te kijken of die inderdaad ook nog bruikbaar zijn. We stopten wél om foto's te maken. Die half-ronde bunkertjes zijn toch echt bijzonder én typisch Albanees.


Voor het plattelandsdorpje Shulbatra-Shulbatër reden we even van de nieuwe weg af. Gelukkig hadden we besloten om, als een echte Albanees gewoon op de weg te parkeren... en hadden we niet beslist het dorpje in te rijden: er in wandelend merkten we dat het er steil en smal was en er geen parkeerplaatsen, enkel kleine opritten, waren. Deze hechte gemeenschap - want alles liep in elkaar over - was, uitgezonderd bij het guesthouse, helemaal niet voorzien op toeristen! Nu ja, des te interessanter om er even rond te neuzen! Het was dus echt 'het leven zoals het is in Noord-Albanië'. In en rondom het dorp was er alles om zelfvoorzienend te zijn: een riviertje, (pluim-)vee en gewassen voor mens en dier. De reden van ons bezoek aan het dorpje waren de kulla/kullë, "torenhuizen".

Deze typische bouwstijl voor deze streek, maar ook in andere Balkangebieden, biedt een woning maar ook bescherming voor de bewoners. De hoge gebouwen, vaak tegen heuvels gebouwd, hebben (meestal) vanaf de tweede verdieping ramen en deuren of erg kleine raampjes. De muren zijn erg dik. Hierdoor konden indringers niet 'zomaar' hun woningen indringen. De hoogte van de huizen maakte dat ze overzicht hadden over de omgeving waardoor niemand ongezien in de buurt kwam. De eerste kulla die werden gebouwd dateren uit de 17e eeuw, een tijd waarin er onder de verschillende clans voortdurend werd gevochten in de regio. De meeste van de overgebleven exemplaren stammen uit de 18e of 19e eeuw. Ze werden bijna altijd gebouwd binnen een complex van gebouwen met verschillende functies en meestal gegroepeerd op basis van de familieclan waartoe ze behoorden.De GPS wilde ons steeds vooral niet langs, zoals in onze planning opgenomen,
Shtama-pas laten rijden... en wij wilden dat persé wel omdat we een korte wandeling in het
Qafë Shtama Nationaal Park wilden gaan maken. We wisten dat de weg erg slecht zou zijn. We hadden zelfs al gezegd dat, als Ine, als chauffeur, het niet verantwoord vond om verder te rijden, we dan gewoon zouden terugrijden... maar we draaiden al eerder terug: daar waar de weg overging van asfalt naar steenslag waren de putten meteen al zó diep en waren er meteen al zo veel dat we sowieso wisten dat, ondanks de hogere ligging van de suv, we in de problemen zouden komen! Dit was echt een weg voor gróte 4x4's. Jammer, maar we doen géén gekke dingen!
We reden dus een eind terug en namen een andere
bergpas... ook een mooie! Hij blijkt ook opgenomen te zijn in de 'mooiste routes in Albanië'. Bij deze route reden we langs een (alweer) turquoise stuwmeer, het
Ulza-/Ulezmeer, en de
Mat-rivier. Onderweg stopten we enkele keren om naar het meer te kijken en dit te fotograferen. Ook moest een mooie brug, de "
Ura e Ulzës", die we over de Mat moesten nemen, op de foto... wat, omdat Ine haar broek wat vreemd zat, niet meteen de meest flatterende foto van de reis opleverde...
Die Mat-rivier bleven we nog een hele tijd verder volgen. De rivierbedding werd nog erg breed, maar de Mat zelf leek maar een smal stroompje in die brede bedding. We passeerden, in de andere richting dan maandag, de grote, maar kapotte, stalen boogbrug over de Mat, de
Ura e Matit/Ura e Zogut. Van aan die kapotte brug was het nog een uur rijden tot aan de voet van de berg waar onze volgende bestemming, de "
Sari Salltëk Teqe", op staat.
Het Sari Salltëk-heiligdom is een heilige plaats gelegen op een berg. De site is gewijd aan Sari Salltëk, een 13e-eeuwse Turkse dervish. Het is een heiligdom van een soefi-orde binnen de islam. Deze bevindt zich in een grot op de bergtop op 1176 meter hoogte. Het is een grote grot, die 15 meter diep en 4 meter hoog is. In de grot bevindt zich een heilige fontein, een kleine moskee (de eerste die ooit in Albanië is gebouwd) en het graf van St. Sari Salltëk.
Volgens een legende kwam Sari Salltik onderweg naar Kruje tijdens een zendingsreis. Bovenop de berg nestelde een draak die de dorpelingen van Kruja dreigde de stad in brand te steken als ze geen maagd zouden offeren. Toen de dorpelingen besloten hun prinses aan de draak te offeren, ging Sari Salltik met de prinses mee en doodde uiteindelijk de draak met een enkele stok. Hoewel een deel van de berg in as veranderde, kwam de berg in handen van de lokale bevolking nadat hij een moskee had gebouwd...
Verder zouden vooral slechtzienden en kreupelen best naar de moskee van Sari Salltëk gaan en van de bron drinken... maar eigenlijk is dat wat grof want die gaan die plek natuurlijk niet vinden en/of bereiken... ;-)
Bovenop die berg hadden we een goed uitzicht over de omliggende vallei, de Adriatische Zee en zelfs tot Tirana. Maar waar we vooral naar gekeken hebben, was naar de oude stad van Kruja, beneden aan de berg. Dat was immers de eindbestemming van onze dag.
De oude stad van Kruja geniet een grote nationale bekendheid doordat 's lands nationale volksheld Skanderbeg er in de vijftiende eeuw gedurende verschillende decennia vanuit het kasteel de oprukkende Turken tegenhield.
We hadden een guesthouse, Rooms Merlika, binnen de kasteelmuren geboekt. We wisten dat we bij het guesthouse zouden kunnen parkeren, maar vonden niet meteen een weg er naar toe. We besloten om te parkeren op een parkeerterrein waar dat 24/7 kon. Moest het nodig zijn, konden we daar gewoon blijven staan.
Terwijl we een terrasje deden, bespraken we dat we de auto best gewoon zouden laten staan. Dat zou nog het gemakkelijkst zijn, besloten we. We maakten een lijstje met wat we uit onze koffer moesten meenemen naar het guesthouse. Het meeste wat er ondertussen in onze tassen zat, was namelijk vuile was. Het had geen zin om dat verder de heuvel op te dragen of duwen.
Op dat terras dronken we wat en namen we allebei een 'dessert' als tussendoortje. Ine nam opnieuw een frisse
trileche. Johan probeerde de "
kabuni". Bij het opzoeken van dit gerecht via Google bleek het "schaap" te bevatten... en dat hield Ine tegen om er ook voor te kiezen... Het rijstdessert bleek enkel gekookt te zijn in schapennekboullion maar vooral naar kaneel te smaken... Ine vond het lekker, maar ze kreeg maar één lepeltje omdat Johan het ook wel érg lekker vond ;-D
De dag nadien, tijdens onze laatste ochtend, zouden we het kasteel van Kruja beter gaan verkennen. We moesten echter wel naar boven gaan, naar ons guesthouse. We kozen voor het voetgangerspad en gingen door de kasteelpoort de ruïnes van de burcht binnen.
Bij het guesthouse gingen we ons alvast inchecken en we wandelden langs de weg naar beneden. Daar passeerden we, tegen de heuvel, bijna in de kasteelmuur, een ander islamitisch heiligdom, zo'n Teqe zoals eerder die dag. Deze kleine 'Baba Maksurit Teqe' werd ook door zo'n Turkse derwisj bewoond die vooral in eenzaamheid wilde wonen.
We wandelden door de 'oude bazaar' op zoek naar een supermarktje om ons water aan te vullen. We vonden zo ook een mooi plekje om het oude stadscentrum te fotograferen... wat we niet vonden, was een Albanees kookboekje, het souvenir dat Johan steeds van op vakantie meeneemt.
Nadat we onze spullen gingen ophalen in de auto gingen we snel douchen. We hadden doorheen de dag niet gemerkt maar onze T-shirtjes stonken serieus: we hadden zwavel gezweet na ons badje van die ochtend...
Het ging steeds meer waaien. tegen de tijd dat we gingen avondeten bij ons guesthouse stond er best een flinke bries. We moesten best lang wachten op ons eten, maar het was het wachten zeker waard! We hadden gegrilde groenten, gehaktbal met kaas en een enorm grote byrek met spinazie besteld... een lekker laatste avondmaal!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten