07 juli 2025

Zesde dag = wandeldag


We probeerden een klein beetje 'uit te slapen', wat voor ons op reis relatief is, in ons appartement in Bajram Curri, midden in de Albanese Alpen. Het was alweer vroeg warm en zou alweer een erg warme dag worden van boven 37°. Gelukkig zouden we wel nog wat hoger de bergen intrekken. Daar zou het mogelijk een beetje aangenamer qua temperatuur zijn. Bajram Curri ligt op 360 m, waar we heen gingen, was het al zo'n 1.000 meter hoog. We gingen wandelen in de bergen en zouden dus nog wat hoger uit gaan komen.

We reden naar Valbonë en het Nationaal Park Valbonëdal. Niet ver van Bajram Curri, tussen Koçanaj en Shoshan, reden we over een brugje over de Valbona-rivier. Er was een goed plekje om te parkeren, dus stopten we even om te kijken. Onze eerste blik op de rivier was al een mooie verrassing: we zagen een mooie, smalle kloof van grijze, grillige bergflanken en een turquoisekleurig riviertje. Aan de andere kant van het bruggetje was het een héél ander zicht: een brede grotendeels droge rivierbedding waardoor een smal stroompje meanderde... bizar, dat verschil op vijf meter of zo!

We reden verder langs een bochtige weg die op een gegeven moment helemaal langs de oevers van de Valbona-rivier liep. Nadat we, vanuit Bajram Curri, ongeveer 45 min. gereden hadden, eindigde de weg. Hier lag een hotel. Hier gingen we iets drinken en uitzoeken welke wandeling we wilden gaan doen. Er zou ook, iets eerder op die weg, een informatiekantoor liggen, maar daar hadden we niets van gezien... iets dat we al vaker hadden in Albanië. Daar is nog werk aan als ze, zoals ze van plan zijn, meer toeristen willen aantrekken... Nu, Valbonë is al erg toeristisch, zowel in de zomer als in de winter. In de zomer wordt er veel gewandeld, in de winter geskied.

De Valbona Vallei wordt gekenmerkt door ruige natuur en serene landschappen. De vallei staat bekend om de kristalheldere rivieren, groene weiden en de imposante pieken die het toneel schilderen voor een perfect wandelavontuur. 
De rijke geschiedenis van de Valbona Vallei is verbonden met de bergachtige landschappen en de traditionele leefwijze van de bewoners. Lange tijd een geïsoleerde en ongerepte hoek van Europa, bleef de vallei eeuwenlang onaangetast door grote geopolitieke ontwikkelingen. De bevolking hield vast aan hun veehoudende levensstijl, waarbij seizoensgebonden veebeweging over de bergweides centraal stond. Deze traditie bestendigde een diep respect voor de natuurlijke omgeving en bevorderde tevens een uitgesproken traditionele cultuur. Onverschrokken en gericht op hun autonomie, hebben gemeenschappen hier generaties lang clansystemen en bloedwraak in stand gehouden. Met het toenemende belang van toerisme begon de Valbona Vallei echter langzaam te veranderen, waardoor ook een nieuw blad in haar historie werd omgeslagen en valt vooral de vriendelijkheid van de bewoners op.

Johan had thuis een wandelplannetje afgeprint, maar dat was allesbehalve duidelijk. Terwijl Johan aan het zoeken was op zijn gsm naar een wandelroute om op zijn wandelhorloge te zetten, stuitte hij op een perfecte wandelroute die al op die horloge stond! Handig, die nieuwe horloge van Johan!

De start van de wandeling lag aan de oever van de Valbona op 1.002 m hoogte. De eerste kilometers liepen door deze rivierbedding die volledig droog was. Aan de breedte van de rivierbedding, te onderscheiden door de ronde, witte stenen, was te zien hoe breed de rivier in de winter en het voorjaar, na het smelten van de sneeuw, kan zijn... dat moet echt een krachtig geweld zijn dan!

We waren al aan het lachen dat we misschien onderweg waren naar een waterval die er, door de droogte, helemaal niet was. Het was ferm warm en die witte, weerkaatsende stenen, maakte het er niet beter op. Die stenen maakte wandelen ook niet gemakkelijk.
Op een gegeven moment moesten we een smal beekje overstappen. Er was, daar ergens in die bergen, dus nog wel water! ;-)

Eens de rivierbedding uit, die vals plat was, begon het (wandel-)pad te steigen. Enfin, het leek op een wandelpad maar was ook een weg in de zomer; óók over het 'pad' door de rivierbedding reden er auto's in de zomer.
In het (zomer-)dorpje waar we in terecht gekomen waren, stonden enkele huisjes, stalletjes en lagen verschillende kleine campings. Op dit moment stonden er niet veel tentjes, maar waarschijnlijk is dat in de zomervakantie anders. Het barretje dat op de route aangegeven stond, leek definitief gesloten. Het volgende was nog niet open, maar het derde wel! Vlak voor dat zaakje konden we ook de waterval, de "Ujvara Valbonë" (gewoon 'waterval van de Valbonarivier'), waar we naar toe aan het wandelen waren, hogerop de berg, zien liggen. We zouden dus nog heel wat mogen klimmen! Het barretje kwam eigenlijk ook op een ideaal moment: we waren een dik uur aan het wandelen, en dan neemt Ine altijd een rustpauze om haar (kromme) rug te strekken. De drankblikjes en -flesjes lagen in een afgetakt gedeelte van een bergbeekje en waren dus heerlijk koel en verfrissend!

Nadat we terug vertrokken waren, kwamen we aan de afslag naar Theth en Nationaal park Theth. Dit nationaal park is sinds 2022 samengevoegd werd met het NP Valbonë, waarin wij wandelden, tot "Nationaal park Alpet e Shqipërisë". De wandelweg van Theth naar de Valbona-vallei is een vrij druk wandelpad. De route is 17 km (6-8 uur) en gaat over de Valbonapas (op 1.795 m), een pittige klim, maar met een prachtig uitzicht, wordt beschreven. Het zou één van de mooiste wandelingen van Albanië zijn. Voor Ine is een klim tot op die pas té pittig. Dit vindt ze heel erg jammer, maar helaas wil haar lijf niet meer wat ze 15 jaar geleden zonder problemen wel nog zou gekunnen hebben. Vandaar dat wij de afslag naar Theth niet namen, maar het mooie, oude en steile berkenbos in wandelden.

De schaduw was zeker welkom bij dat 'klimmen'! We moesten op twee verschillende plaatsen van onze wandeling over de, daar en op dat moment, smalle Valbona-beek. Als we even achter ons keken, keken we het mooie Valbonadal in. We merkten dat er, in vergelijking met onze start, wat meer witte wolken in de verder felblauwe lucht waren.

En uiteindelijk waren er dan: bij de Ujvara Valbonë! Mooi! Aan de voet van de waterval zaten we op 1.296 meter hoogte en 5 km van ons vertrekpunt in de vallei. Ook hier was te zien dat de waterval véél breder en woester is op andere momenten: er liggen grote platte en gladde rotsblokken over een grote breedte aan de voet van de waterval. Die waren op dat moment een fijne zitplek.
Het was de bedoeling om even te blijven zitten en te genieten van de uitzichten zowel van de waterval als van het dal en wat bij te komen. We wilden dan nog even wat foto's maken van de waterval en met ons erbij zónder de bezwete gezichten die we bij aankomst hadden... maar er stonden op dat moment een groep jongeren duizenden filmpjes en foto's te maken aan de bodem van de waterval... we wachtten nog even, maar dat blééf duren. We hadden, bij aankomst, al foto's gemaakt, dus in feite hoefden we niet persé nog meer foto's, besloten we en vertrokken terug naar beneden. Ine kreeg nog een ferme slag tegen haar hoofd van één van die jongeren die daar met haar GoPro stond te filmen... alleen op de wereld?...

Nadat we het mooie berkenbos weer afgedaald waren, besloten we om opnieuw te stoppen bij het zaakje waar we eerder wat gedronken hadden, maar om er nu niet enkel te drinken, maar ook om wat kleins te eten. Het menukaartje had geen vertaling, dus wat er op stond wisten we niet en er was daar geen internetverbinding om het op te zoeken. Ine wilde petulla en Johan koos, lukraak, 'turshi' van de kaart. Die petulla kenden we al, maar wat die turshi was, was toch even afwachten... en het waren zelfgemaakte pickles van komkommers en nog groene tomaten. Johan vond zijn keuze héérlijk... Ine vindt dat véél te zuur en was blij met haar (zoals steeds veel te grote) portie petulla.

Bij het barretje hadden we al niet meer, zoals eerder, buiten op het 'terrasje' kunnen zitten omdat er veel wandelgroepen aan het rusten waren. Terwijl we er zaten, passeerden er zo enkele groepen. Wat opviel was de aanwezigheid van vele Nederlanders en Vlamingen: Albanië is echt aan een toeristische opmars bezig. Die wandelgroepen kwamen allemaal vanuit Theth. Het barretje was blijkbaar een vaste stopplek. Voor enkele groepen stond er een busje klaar om hen naar het centrum van Valbonë te brengen, anderen wandelden, net als wij, nog verder naar het centrum.

Nadat we het dorpje achter ons lieten, waren we al snel weer terug in die rivierbedding en wandelden we, terug in de hitte, weer terug.
We waren 4,5 uur onderweg geweest, maar hadden effectief 2,5 uur gewandeld over de tien kilometer met 294 meter hoogteverschil. Wat een mooie wandeling! Met hetgeen we in het barretje gedronken hadden, meegeteld, hadden we zo'n 3 liter p.p. gedronken onderweg... en waarschijnlijk hebben we ook ongeveer die hoeveelheid p.p. uitgezweet... Poeh, het was warm! Het zal rond 35° geweest zijn, gelukkig geen 37+ zoals in het dorpje waar we sliepen!

Nadat we nog iets dronken op het hotelterras waar we 's ochtends ook gezeten hadden en geparkeerd stonden, reden we weer terug naar Bajram Curri, waar meteen de airco op ging toen we het appartement opkwamen.
Johan maakte weer iets lekkers van alle laatste boodschappen die we hadden want de daarop volgende dagen zouden we opnieuw op hotel en in een guesthouse verblijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten