De eerste locatie waar we heenreden was Choirokoitia. Daar waren we, over de autostrade, op een half uurtje. Deze site was vergelijkbaar, maar groter, met degene die we tijdens onze zesde dag bezochten in Lempa (blogbericht).
Choirokoitia was rond 7000 voor Chr. een dorp met 3 à 600 bewoners. Dit maakt het een archeologische site die teruggaat tot het "Prekeramisch Neolithicum B"... nee, het zei ons ook niks, maar dat komt omdat het zó ver teruggaat. Het gaat over een tijd waarin er nog geen potten gebakken werden, maar de mensen die maakten van gips of kalk of hakten ze ze uit steen. Het gaat over een tijd waarin men al leefde van akkerbouw en de jacht, maar nog niet ze heel lang met veeteelt gestart was.
Vanuit Choirokoitia reden we naar Agios Minas, een nonnenklooster. Het klooster van Agios Minas ligt in het kleine bergdorpje Vavla in het Troödosgebergte en dateert uit de 15e eeuw. Het gebouw is een mengeling van Byzantijnse en gotische stijlen met het spitse gewelf van dwarsribben en zijportieken, en bestaat uit een kerk, kloostergangen en andere kloostergebouwen. Op de noord- en zuidmuur hangen twee grote schilderijen van Sint-Joris en Sint-Menas uit 1757. Naast hun religieuze plichten beoefenen de nonnen in het klooster het schilderen van iconen en verkopen ze fruit en zelfgemaakte jam. Druk, druk, druk!
Een tiental kilometers verder bergopwaarts van Vavla ligt Lefkara. Het wordt als een van de mooiste dorpjes van Cyprus beschouwd. Pano Lefkara, zoals de volledige naam luidt, is de geboorteplaats van de Cypriotische volksnaaldkunst. Deze beroemde “lefkaritiko” is het unieke handelsmerk van Lefkara geworden.Naast het borduren, is het ambacht van de zilversmid iets waar Lefkara ook om bekend staat. Het zilversmeden is waarschijnlijk in het begin van de 18e eeuw in Lefkara geïntroduceerd. Er wordt in Lefkara een grote verscheidenheid aan ringen, lepels, kerkelijke gebruiksvoorwerpen, kandelaars, kruizen, religieuze Iconen en nog veel meer gemaakt. Tegenwoordig vormt het toerisme een goede aanvullende inkomstenbron op het hand- en zilverwerk voor de inwoners van Lefkara.
Vanuit Lefkara reden we richting het oosten, maar bleven we nog wat in de bergen en reden we naar het Stavrovouniklooster. Dat ligt op een top van een berg, op 750 meter boven zeeniveau. De weg er naar toe is steil en kan via een wandelpad of via de weg. Wij reden gewoon met de auto naar boven. Die weg naar het klooster wordt veel door wielrenners gebruikt om het beklimmen van bergen te beoefenen... het was blijkbaar geen tijdstip om dit te oefenen.
Na de berg op en weer af te rijden, reden we naar Larnaca. Alvorens naar het centrum van deze kuststad te rijden, stopten we bij het Bekir Pasha-aquaduct / Kamares-aquaduct. Het aquaduct stamt uit 1750 en was tot 1939 nog in gebruik. Het is nog best in een goede staat en bestaat uit totaal 75 bogen. Het draagt de naam Bekir Pasha, omdat het aquaduct door Ebubekir Pasha, Ottomaanse staatman, betaald is. Er waren serieuze wegenwerken aan één kant van het aquaduct gaande. Dit maakte het een serieuze uitdaging om het, zónder de graafmachines, te fotograferen.
Tegen dat het donker werd, reden we naar ons laatste appartement van de reis. We bleven er twee nachten. Qua voorzieningen was het het minste appartement van de vier op Grieks-Cyprus: zo moest Johan op één vuurpitje onze volledige maaltijd bereiden, maar hij slaagde hier weer goed in!
Op deze plek deed Ine, 's avonds toen ze het koffer uitpakte, ook haar verschot in haar rug op... en oh ja, het toilet deed raar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten