Door regelmatig op Icelandic Meteorological Office het IJslandse weerbericht te checken, hadden we al enkele dagen voordien gezien dat het erg slecht weer zou zijn vanaf donderdagavond 25 op vrijdag 26 september '25. Er werd gewaarschuwd voor harde (ruk-)winden en felle regen voor het hele land, uitgezonderd de Westfjorden. Ook vanuit het autoverhuurbedrijf kregen we mails met oproepen om voorzichtig te zijn.
Onze 14e reisdag was er eentje waarbij we voornamelijk zouden moeten autorijden. We hadden namelijk een 230-tal kilometers af te leggen naar het westen. Er vielen dus eigenlijk geen plannen in het water.
Na ons ontbijt vertrokken we vanuit Mývatn. Voorlopig viel het weer nog heel goed mee. Het was zelfs vrij zonnig.
Na een drie kwartiertjes rijden, stopten we een eerste keer. Bij waterval Goðafoss gingen we ditmaal de oostoever nogmaals bekijken... die oostkant is toch wel echt de mooiste kant... en die Goðafoss blijft toch echt érg mooi!
Wéér een dikke drie kwartiertjes later stonden we boodschappen te doen in Akureyri. Wat wel grappig was, was dat daar heideplantjes in de koeling stonden... om te acclimatiseren om buiten te zetten, zeker?Na de boodschappen gingen we in een plaatselijke bakkerij lunchen... mmmm... nog steeds lekker!
Op onze vijfde reisdag waren we al door de dalen Öxnadalur en Hörgárdalur gereden en gestopt bij de pieken van Hraundrangi. Deze 14e dag reden we er weer, in de andere richting. Eigenlijk merkten we pas daar, na 125 km en twee uur rijden, iets van het slechte weer. Het regende flink met vlagen en ook waaide het wel hard. Wat heel bizar was, was dat we allebei zagen dat er rivierwater omhoog kwam en vlak nadien volgde een ferme rukwind... als we het niet allebei gezien zouden hebben, zouden we twijfelen of we het gezien hadden...
Bij de parkeerplaats van het turfkerkje Víðimýrarkirkja stopten we ook even... en echt maar even. Het was de derde keer dat we er heen reden... dus wilden we echt niet betalen om verder naar het kerkje te gaan! We maakten een winderige foto en reden weer verder.
Bij Blönduós gingen we, net als op dag 3, op zoek naar Karl. Karl is een basalten pilaar voor de kust van Blönduós... maar tijdens onze eerste zoektocht vonden we'm niet. Ondertussen hadden we nog verder op internet gezocht waar Karl staat... maar we wáren op de juiste plaats geweest!
We zetten de auto op dezelfde plek als de vorige keer. Ditmaal scande Johan de QR-code van een wandeling die er aangegeven stond... en jawel, het was de wandeling naar Karl. We moesten enkele baaien verder zijn. En daarvoor moesten we de kliffen langs het strand op. Het duurde even voordat we een paadje vonden... maar eens daarop was het simpel. Af en toe waaide het even hard, maar verder ging het vlot vooruit op dat paadje... en daar zagen we'm: Karl! Veel verder dan dat wandelden we niet. We hadden Karl gezien en hoefden niet persé dichterbij te gaan, al hadden we tot op het strand in het baaitje kunnen gaan.
We hadden nog wat tijd alvorens we naar onze overnachtingsplek gingen én er was een fijn dorpszwembad in Blönduós, dus gingen we daar heen. We hadden zelfs geluk dat het die week blijkbaar gratis toegang was! Het warmbadje was zalig warm. We merkten niks van de wind door de (doorzichtige) wanden rondom het ronde badje.
Overnachten deden we, voor één nacht, in een best groot paars appartement van Kiljan Apartments & Rooms in Blönduós. 's Avonds regende en waaide het nog ferm door, maar we hadden erg veel geluk qua weer. Bij Höfn, in het zuidoosten, spoelde een brug van de Ringweg weg als gevolg van de hevige regenval!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten