Als eerste gingen we naar Dimmuborgir. Dimmuborgir betekent duistere burchten. Het is een natuurreservaat gekenmerkt door zeer grillige en grote lavaformaties. De lava komt van uitbarstingen van ongeveer 3000 jaar geleden.
Zowel in 2007 als in 2022 kwamen we hier al wat wandelen. Wat we ons nog herinneren van in 2007 is dat we toen niet echt een route binnen Dimmuborgir gevolgd hebben. In 2022 wandelden we via een route doorheen de lavaformaties. Nu kozen we een route waar we, in het eerste gedeelte, nog helemaal niet geweest waren. Het was nog heel rustig dus kregen we een sneeuwhoen te zien. Het diertje was nog maar deels wit, maar zijn witte laarsjes vielen wel serieus op. Door ditmaal ook helemaal in het noorden van het reservaat te wandelen, kwamen we in een gedeelte waar geen grote lavaformaties meer waren, maar waar het ineens een soort woestijn was geworden. Mooi, hoor!
Na een hele tijd samen gewandeld te hebben, was het tijd om ieders een andere kant op te gaan: Ine bleef nog in Dimmuborgir. Johan wandelde naar de zwart-grijze kegelvulkaan Hverfjall. In 2007 wandelden we er allebei heen en op. Aangezien de vulkaan 312 meter hoog is en uit tefra, as en fijn gruis bestaat, geraakt Ine daar niet meer op (of kan ze nadien voor de rest van de dag niks meer doen). In 2007 was het letterlijk twee stappen omhoog zetten en eentje terug naar beneden zakken in de losse steentjes.
Ine wandelde nog wat verder in Dimmuborgir en kwam weer langs bekende plekken, zoals de verblijplaats van de 13 stoute IJslandse kerstmannen. Nadien reed ze terug naar het guesthouse en hield ze zich wat bezig met haar foto's van de dag voordien. Die had ze nog niet kunnen uitzoeken omdat ze na die lang tour naar de Askja ramkapot was en vroeg was gaan slapen.
Johan stuurde al snel bericht dat de klim naar boven op de Hverfjall aan de kant van Dimmuborgir afgesloten was. Hij moest naar de andere, minder steile, kant wandelen om de vulkaan op te gaan. Die vulkaan is enorm groot en heeft een diameter van een kilometer. Het duurde dus even vooraleer hij kon beginnen klimmen. Die klim was goed aangelegd met een stabiele ondergrond en een geleidelijke steigingsgraad. Johans plan was voordien om aan de ene kant Hverfjall op te gaan, over de kraterrand naar de andere kant te gaan en daar weer naar beneden te gaan. Met die afgesloten zuidflank wandelde hij nu helemaal rond over de kraterrand. Die extra afstand maakt Johan niet zo uit en zo zag hij ook de oostkant van de krater, niet enkel de westkant waar hij een mooi uitzicht op Mývatn had.
Toen Johan Hverfjall weer ging afdalen, stuurde hij bericht naar Ine. Zij pikte Johan weer op op de parkeerplaats van Hverfjall. Vervolgens reden we verder, in wijzerzin, langs het 37 km² grootte meer Mývatn.
Bij Vindbelgjarfjall, helemaal aan de andere kant dan Hverfjall van het meer, parkeerden we. Deze berg is 529 meter (boven zeeniveau) hoog en erg steil. Hij stond nog als mogelijkheid op om te beklimmen, maar dat deden we niet. De wind nam erg toe en qua uitzichten had Johan vlak daarvoor hetzelfde al vanop Hverfjall gezien. We picknikckten in de auto met zicht op het meer en Hverfjall.
Wat opviel: aan deze kant van het meer en ondanks de wind waren er mugjes en vliegjes. gelukkig dat dat aan de andere kant, waar we overnachtten, niet zo was. Die beestjes rondom Mývatn, wat muggenmeer betekent, steken niet maar zijn van het soort dat op je gezicht blijft zitten. Héél irritant!
Vervolgens reden we het grote meer verder rond en parkeerden we in het begin van het startpunt van onze volgende wandeling. We kregen deze tip twee dagen eerder in het bezoekerscentrum. Bij het begin van de wandeling stond een bordje met "North coast circle" en er stonden gele houten paaltjes om te volgen.
We wandelden over een met mos en met andere planten rijkelijk begroeid lavaveld op de oever van Mývatn. Er stonden bijzondere plantjes tussen! Ook kregen we nog wat watervogels te zien, maar die vlogen ook weer snel weg. Het was een mooi paadje dat kronkelde doorheen de planten en lava. Nadat er ineens rode paaltjes tussen de gele kwamen, hielden ze ineens op. Omdat we geen andere paadjes meer zagen, gingen we maar gewoon terug van waar we kwamen en maakten we dus geen 'North coast circle'.
Bij Kaffi Sel dronk Ine nog een latte en at ze een stuk worteltaart. Johan dronk er een IPA van Mývatn öl. Dit bier (e.a.) wordt op die locatie gebrouwen. Het wordt op een duurzame manier gedaan, met ingrediënten uit de streek. Het organisch afval gaat naar de plaatselijke boeren voor de koeien. Johan vond het best een lekkere IPA.
Na ons bezoek bij Kaffi Sel reden we nog eens naar de warmwatergrot Grjótagjá. Daar was het gelukkig ietsje rustiger als twee dagen eerder. We konden de blauwe gloed van het warme water goed zien. Mooi!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten