Een eerste plek die we bezochten was de Grotkerk Panagia Chrysospiliotissa, die op een twaalftal kilometers van de hoofdstad ligt. In een heuvel, op veertig meter boven de grond, werden enkele vertrekken uit de rotsen geslagen. Dit zou tussen de eerste en zevende eeuw gebeurd zijn. In de 8e à 9e eeuw na Chr. werd het een kleine abdij. Johan nam de trap, Ine de lift. Die monniken deden dat met een ladder, zeker?
Een dikke tien kilometer verderop stopten al we opnieuw. We wandelden wat rond in het dorpje Peristerona, waar niet meer dan wat huizen, een orthodoxe kerk en een oude moskee staan. Het dorpje ligt aan de voet van het Troödos-gebergte, waar we de komende dagen zouden doorbrengen.
Het kleine bergkerkje Panagia Phorviotissa was het eerste van drie van dit 'type' kerkjes in het Troödosgebergte. Dit zijn 'dubbele' kerkjes: ze hebben een gebouw van natuursteen over het oorspronkelijke kerkje gebouwd ter bescherming van de onderstaande, byzantijnse, kerken die in klei zijn opgetrokken.
Deze Panagia Phorviotissa werd tussen 1099 en 1105 gebouwd nadat een man, na het overlijden van zijn vrouw, monnik werd. In de kerk zijn muurschilderingen ("fresco's" en "iconen"), in de typische byzantijnse stijl, van de 12e, 13e en 14e eeuw, aangebracht. Net als meerdere van deze bijzondere overgebleven kleurige kerkjes is deze ook UNESCO-erfgoed...
enne, op Cyprus zijn die kerken, abdijen en kloosters (meestal) vrij toegankelijk (dus gratis)... in tegenstelling tot elders...
We reden nog langs het, bijna lege, stuwmeer Xyliatos. We hadden er een wandeling willen maken, maar doordat er maar zo weinig water in het stuwmeer stond, zou dat toch niet zo mooi zijn.
Na een tocht over een onverharde 'weg' doorheen de bergen kwamen we uit bij Stavros Tou Agiasmati. Dat is opnieuw zo'n overdekte byzantijnse kerk, maar deze heeft enkele erg speciale fresco's over thema's die nergens anders overgebleven zijn, schrijft onze reisgids.
Daar waar we in de vorige kerk de fresco's gewoon konden zien door openstaande deuren en daglicht, was het in dit kerkje stikdonker en was er ook een 'gids' die met een staande lamp en een zaklamp ons van zicht voorzag. Ze speelde een Engelstalige CD af die de geschiedenis en de bijzondere kenmerken van de fresco's en kerk vertelde. Zij volgde met haar zaklamp op... en wij volgden haar lichtje... oké, het ging ons te veel over al die apostellen, verschijningen, bijbelse taferelen en personages, maar het was interessant en mooi! ... ja, "mooi?", en neen, we vinden die schilderingen van al die heiligen en bijbelse taferelen niet 'mooi, mooi', maar ze zijn wel knap gemaakt. Ze zijn aangebracht op natte klei met allerlei natuurlijke kleuren en laten zien hoe belangrijk het geloof, overtuigingen en verhalen in die tijd waren. We vinden het wel echt kunst en op een manier 'mooi'. Zo'n byzantijnse kerken vertellen verhalen, door enkel naar de wanden te kijken.
Onze verderzetting van de route ging gewoon over een verharde asfaltweg. Dat reed toch net iets aangenamer dan de heenweg naar de Stavros Tou Agiasmati ;-)
Het Panagia Tou Araka-kerkje is het bekendste en het best bewaarde van deze kerkjes in het Troödosgebergte... maar wij vonden het minder mooi dan het vorige... het was een beetje te 'gaaf'.
Verder in de bergen stopten we nog in het dorpje Kyperounda. De dorpbewoners waren er druk bezig om hun kerstmarkt klaar te krijgen voor het weekend. We liepen er wat rond en hielden er ons vieruurtje.
Nadien reden we naar het dorpje Pano Plates. Hier hadden we, voor drie nachten, een appartementje geboekt, waar we zelf voor ons avondeten en ontbijt zouden gaan zorgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten