27 oktober 2024

Derry - Londonderry (deel 1)

Op zondag 22 september, alweer langer dan een maand geleden, zeg!, maakten we een stadsbezoek in Derry... of Londonderry... de oorspronkelijke Ieren (en zij die willen dat het eiland weer allemaal Ierland wordt) zeggen Derry. De Britten (en zij die willen dat de landsgrenzen blijven zoals ze nu zijn) noemen de stad, al vanaf 1613, Londonderry... 

Nadat we de heuvel waarop ons appartement stond, aan de oostkant van rivier de Foyle, afgedaald waren, staken we de "Derry Peace Bridge" over. Dit 235 meter lange, 4 meter brede gebogen voet- en fietspad, met een verdieping lager, treinspoor, werd geopend in 2011. Het strekt zich uit van Ebrington Square aan de ene kant tot de Guild Hall in het stadscentrum van Derry City, aan de andere kant.

De rivier de Foyle overbrugt hier in feite een 400 jaar oude fysieke en politieke kloof tussen twee kanten van een ooit bitter verdeelde gemeenschap. Met twee structurele armen die in tegengestelde richtingen gaan en de eenwording symboliseren van beide gemeenschappen aan de andere kant van de Foyle-rivier, de protestantse Waterside en de Nationalistische Bogside, zijn deze twee tegengestelde en onafhankelijke armen nu verenigd in een symbolische handdruk aan de overkant van de rivier. 

We startten onze wandeling doorheen het stadscentrum van Derry bij de neogotische Guildhall (gildehuis). Dit dateert uit 1887 en is ontworpen, althans haar klokkenhuis, naar de Big Ben in Londen. We liepen ook even door het gebouw. Het heeft mooie glas-in-loodramen en een orgel met 3.132 pijpen. Het bijhorende museum bezochten we niet. Op 500 meter hiervandaan stapten we wel een ander museum binnen, het Museum of Free Derry. Dit boeiende museum werd in 2006 geopend in de wijk Bogside. Dit oorspronkelijke moeras werd omgevormd tot de wijk Bogside voor de (minder gewaardeerde, Ierse) katholieken. 
Het museum of Free Derry vormt een belangrijke herinnering aan een belangrijk tijdperk in de Noord-Ierse geschiedenis: het verhaal van de burgerrechtenbeweging in de jaren 60 en de Free Derry-beweging in de jaren 1968-1972. Onderweg er heen zagen we al enkele grote muurschilderingen die aan deze periode herinneren.
Derry speelde samen met Belfast een belangrijke rol in de onlusten tussen katholieken en protestanten in het laatste derde deel van de twintigste eeuw (zoals ook in ons bericht over Belfast geschreven, ook "the Troubles", onlusten, genoemd). 

Algemeen wordt aangenomen dat het conflict dat bekend werd als de Troubles in Derry is begonnen met de Slag om de Bogside, maar een jaar eerder liep het al mis. Een burgerrechtendemonstratie vanwege de discriminatie van de katholieken in 1968 werd door de regering verboden en met geweld geblokkeerd door de Royal Ulster Constabulary (= RUC). De demonstratie was er gekomen omdat, doordat de Britten een meerderheid hadden in het stadsbestuur, ze invloed hadden op de verdeling van sociale huurwoningen. Hierdoor konden ze ervoor zorgen dat katholieken alleen in bepaalde buurten huizen kregen, en kregen protestanten meer huizen aangewezen dan katholieken. 

In de vroege uren van 5 januari 1969 verfde een tiener op de gevel van Lecky Road nummer 33 de woorden "You are now entering Free Derry" ("Je gaat nu Vrij Derry binnen")... en Free Derry Corner was geboren. Eerder die avond was de politie, na rellen, tekeer gegaan in de Bogside: ze maakten er ramen kapot en iedereen die zich verzette, sloegen ze in elkaar. Als gevolg hiervan hadden katholieke bewoners barricades opgetrokken. De naam ‘Free Derry’, waar het museum ook naar vernoemd is, werd toen gegeven aan het gebied van de Bogside, Creggan en Brandywell. Tussen augustus 1969 en juli 1972 was het gebarricadeerd voor de veiligheidstroepen. 
De Slag van de Bogside vond plaats van 12 tot 14 augustus 1969. Er waren rellen uitgebroken tussen katholieken en protestanten. Toen de RUC met steeds meer eenheden arriveerden om de rellen onder controle te krijgen, wierpen de katholieke bewoners van de Bogside grotere barricades op uit angst voor charges. De RUC was niet op de rellen voorbereid. De schilden die ze gebruikten waren ongeschikt, en ze kwamen als snel mankracht tekort, mede door de vele gewonden. 

Ook Bloody Sunday, een dramatisch dieptepunt in de onlusten, vond ook in Derry plaats. Met 'bloody Sunday' wordt verwezen naar zondag 30 januari 1972. Toen werden 13 ongewapende burgers doodgeschoten door Britse parachutisten tijdens een burgerrechtenmars in het Bogside-gebied. Nog eens 13 raakten gewond en nog een man stierf later aan zijn verwondingen... en inderdaad, dat nummer met dezelfde titel, van het Ierse U2, gaat hier over. 

De barrières rondom 'Free Derry' werden verwijderd tijdens "Operation Motorman" op 30 juli 1972. Dit was een grote, goed voorbereide operatie waarbij erg zwaar materiaal door het leger werd ingezet.

We waren onder de indruk van het Free Derry Museum... Na het museumbezoek liepen we verder door de Bogside. We kwamen verschillende muurschilderingen tegen. De meesten zijn aangebracht om bepaalde gebeurtenissen te herdenken. We liepen ook langs herdenkingsmonumenten. En de gevel met "You are now entering Free Derry", al veelvuldig bijgeschilderd passeerden we ook... en dat is overigens enkel nog maar de gevel die er staat!

We wandelden tot bij het nieuwe 'Paecemakers Museum', waar we ook een bezoek aan brachten. Dit museum richt zich op hetgeen gebeurde tussen augustus 1972 en mei 2007. Ze vertelt deze hele periode van ernstige conflicten tot vrede door de ogen van drie belangrijke figuren uit Derry: politicus John Hume, IRA-lid Martin McGuinness en politieker Mitchel McLaughlin. Er was veel te lezen en er waren heel veel filmpjes te bekijken... op een gegeven moment besloten we de filmpjes niet meer te bekijken, anders waren we nog véél langer in het museum gebleven dan als we al deden.

Waar de Noord-Ierse tegenstellingen tot 1972 zo’n 200 slachtoffers eisten, vonden in 1972 alleen al 479 mensen de dood door aanslagen en sektarisch geweld. De aanhang van de IRA groeide exponentieel. Tot 1977 kwam het jaarlijkse aantal doden door (bom)aanslagen en geweld niet onder de 200 uit.
De Britse regering trok kort na het bloedbad van Bloody Sunday zijn handen van het drama af en weigerde schuld te erkennen voor Bloody Sunday. In het betreffende onderzoek stelde de Britse politiek dat de soldaten wel ‘roekeloos’ waren opgetreden, maar in juridisch opzicht niet strafbaar waren... tot groot ongenoegen van de Ieren... de troubles duurden voort.

Tijdens de hongerstakingen van de gevangengenomen IRA-leden, begin jaren '80, waarover we al schreven, stierven ook verschillende gevangenen uit de omgeving van Derry.

Het geweld nam af tegen het einde van de Troubles, eind jaren tachtig en begin jaren negentig. Vanaf 1991 was Derry echter rustiger dan andere brandhaarden, zoals West-Belfast.

In april 1998 volgde het "Goedevrijdagakkoord". En tussen 2000 en 2005 vond een groot onderzoek plaats naar ‘Bloody Sunday’. Dit onderzoek leidde tot een omvangrijk rapport dat in juni 2010 verscheen. De hoofdconclusie van het onderzoek was dat Britse militairen in 1972 ten onrechte op de demonstranten hadden geschoten. De Britse premier David Cameron bood in 2010 dan ook, namens de regering, zijn excuses aan voor het ingrijpen van het leger op Bloody Sunday. 

Het was bijna 15u toen we dit museum uitkwamen... hoog tijd om iets gaan te eten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten