Op woensdag 1 december 2021 waren we onze vierde dag op La Palma. We bezochten die dag, als eerst, de hoofdstad, Santa Cruz de La Palma. Hiervoor moesten we, vanuit ons huisje, een dikke twintig kilometer naar het zuiden, met veel bochtenwerk, rijden.
We verkenden het stadje aan de hand van ons ANWB-reisgidsje over La Palma. We kuierden door de straatjes langs de kleurige gebouwen, de huizen met mooie antieke balkonnetjes, langs historische gebouwen en langs het strand. Van aan het strand kan je goed zien dat de hoofdstad in een oude krater ligt.
Ine wilde ook persé het standbeeldje van de "dwerg", die symbool werd van de stad, zien (foto 1)...
...deze dwergen (Enanos) spelen een grote rol in de vijfjaarlijkse feesten de "Bajada de la Virgin de las Nieves" ( = afdaling van de Madonna der Sneeuwen).
Deze sneeuwmaagd is de beschermheilige van het eiland. Om de vijf jaar is er van eind juni tot begin augustus een uitgebreid programma met ludieke en religieuze evenementen, vaak met dans, in de straten en op de pleinen van de hoofdstad. In 2020 werden de feesten uitgesteld tot 2021, maar uiteindelijk vonden ook die niet plaats. Er werd beslist dat er gewoon weer, de normale telling aanhoudende, in 2025 een Bajada zal zijn.
Toen we het centrum van de stad met de auto verlieten, regende het... De bui was weer voorbij toen we bij onze volgende bestemming, vlak buiten het centrum, aankwamen... en dat had weer te maken met die "Bajada". We gingen immers, om het verhaal in verband met die Bajada te vervolledigen, langs bij de kerk van die Sneeuwmadonna, de Nuestra Señora de las Nieves (foto 2). Tijdens de feesten wordt het beeld van deze madonna in een andere kerk geplaatst, maar de rest van de vijf jaren staat ze in 'haar' kerk. De kerk is één en al goud- en zilverwerk... het beeldje van de madonna zelf is maar klein... wat ons betreft weer totaal misplaatste rijkdom van de kerk... maar we vonden toch dat we éven een kijkje moesten gaan nemen...
Vervolgens reden we terug richting het noorden, in de richting van ons huisje, maar we stopten nog aan verschillende uitkijkpuntjes (foto 3) en in enkele kustplaatsjes. In die kustplaatsjes was steeds niet veel te zien op een typisch wit kerkje en veel bananenplanten na... Het héle eiland staat vol bananen, maar aan de noordoostelijke kant weer nét wat meer.
In San Andrés maakten we gebruik van het feit dat er nog verschillende Spaanse toeristen een late lunch aten... wat voor ons (het was 17u) een vroeg avondeten was. In San Andrés was niets speciaals te zien, maar de plaats was in het verleden wel héél belangrijk: het was toen een erg belangrijke havenplaats van waaruit suiker en wijn vervoerd werd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten