03 oktober 2021

Po-delta

We zijn met onze reisrapportjes aangekomen op dag 7 van onze "septemberreis van 2021". Dit blogbericht gaat over donderdag 9 september jl.

Na één nacht in Chioggia werd de QuQuQ weer opgeklapt, de tent weer afgebroken en alles weer in de auto en dakkoffer gestouwd... en daarna reden we weer verder.

We reden die dag éérst door de Po-delta. Het gebied waar rivier de Po en vele zijriviertjes in de Adriatische Zee stromen. Een gedeelte van deze regio is het Regionaal park van de Po-delta... een mooie regio!

In Mesola gingen we naar de "Castello Estense". We hebben al héél veel kastelen en burchten gezien, maar een 'type' zoals dit van Mesola zagen we nog niet: een robuuste vierkantige blok met een toren aan iedere 'hoek'. Het was het onderkomen tijdens het jachtseizoen van Alfonso II d'Este in de tweede helft van de 16e eeuw. Tegenwoordig is het het kasteel een stadsarchief en de plaatselijke bibliotheek. We dronken er een koffietje tussen de plaatselijke gepensioneerden.

Even verderop, bij de Abbazia di Pomposa, stopten we weer. We stopten aan deze Benedictijnen-abdij om de 48 meter hoge toren te bekijken. Er werd ons, in de reisgids, een van de mooiste overgebleven klokkentorens uit de romaanse periode beloofd... en inderdaad: het was een erg mooie toren! Vooral de details bleven ons bij: keramische schotels en gebeeldhouwde figuurtjes.

Twintig kilometer verder, nog steeds in het Po-delta-park, stopten we weer, in Comacchio. Het historische centrum van dit stadje is gebouwd op dertien eilandjes die door bruggen met elkaar verbonden zijn (foto 1). Tot 100 jaar geleden was de lagune aan Comacchio nog véél groter en omringde deze het stadje... door die kanaaltjes en bruggetjes deed dit stadje wat denken aan Chioggia... maar van véél beter onderhouden en kraaknet.

Johan wilde persé in Comacchio stoppen... voor de paling... doordat dit gebied rijk is aan lagunes heeft de paling er al eeuwen lang zijn schuilplaats. In deze natte omgeving is de paling uitgegroeid tot de voornaamste vorm van levensonderhoud en heeft gezorgd voor economische groei en rijkdom.

De vissen komen helemaal uit Midden-Amerika. Het kost ze twee tot drie jaar voor ze de oceaan zijn overgestoken en in het zoute water van Comacchio belanden, waar ze nog even mogen rondzwemmen voor ze uiteindelijk, voor ze terug kunnen keren naar open zee, worden gevangen. Het vangen wordt hier nog steeds volgens de oude tradities gedaan, gebruik makend van het vloedwater in de herfstperiode die de rijpe paling aantrekt. 
De paling blijft hoe dan ook een typische specialiteit uit Comacchio. In de regio worden 48 verschillende bereidingswijzen voor paling gebruikt.

Nadat Johan een broodje met de typische gemarineerde paling van Comacchio at (en Ine voor een heerlijk warme vegetarische wrap ging) en we een korte stadswandeling maakten, stapten we terug de auto. Even verderop kregen we de lagune, met de vissershutjes, goed te zien (foto 2).

Ine was tijdens haar Romereis in Ravenna (foto 3) maar hier heeft ze geen herinneringen aan. Johan was er nog nooit... dus vonden we dat we Ravenna een bezoekje moesten brengen alvorens naar een volgende camping te rijden.

In Ravenna bezochten we geen musea, kerken of dergelijke. We zagen er dan ook niet waarvoor Ravenna zo "bekend" is, namelijk mozaïek... voornamelijk van christelijke taferelen... niet ons ding, dus...
In Ravenna wandelden we wat rond door de best wel gezellige straatjes en deden we een terrasje... de temperatuur was érg aangenaam!

Vanuit Ravenna was het nog een kleine 100 kilometer rijden naar Camping Panorama in Fiorenzuola di Focara. Deze camping ligt op een klif aan de Adriatische Zee en is in terrassen naar beneden opgebouwd. We bouwden op voor twee nachten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten