12 oktober 2021

Monte Amiata

Op onze dertiende dag van onze Italiëreis reden we terug richting de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata. Toen we drie dagen voordien Toscane binnenkwamen, waren we ook op de flanken geweest.

Op die 15e september was onze eerste bestemming het middeleeuwse Montalcino. Het stadje bestaat echter al véél langer dan de middeleeuwen. Het was namelijk al een Etruskisch stadje. We startten ons bezoek met een bezoek aan de 'castello' (foto 1), enfin, we liepen via een overgebleven toren over de muren het kasteel/de burcht rond.

Nadien liepen we, om een foto te maken van de buitenkant van de castello, langs een winkeltje waar we "bijzondere" deegrollen zagen liggen... pastadeegrollen! Johan kocht een tagliatelledeegroller... en hoopt dat daarmee gemakkelijker pasta te maken is dan met een pastamachine. We wandelden verder door enkele straatjes van Montalcino en sloten ons bezoek aan het stadje af op een terrasje, met koffie en panforte... Mmmmm... zo verse panforte, een soort gebak van noten en vruchten, is echt heerlijk!

We reden verder naar de Monte Amiata, die we goed zagen liggen in het landschap (foto 2). De uitgedoofde vulkaan is namelijk zo'n 600 meter hoger dan de rest van het plateau. De GPS wilde echter niet meewerken... en even leek het alsof we de vulkaan enkel van ver zouden zien... totdat we een juiste "zoekterm" voor de GPS vonden... en tot op 1669 m hoogte de 1738 m hoge vulkaan op te rijden... inderdaad we hadden ook naar boven kunnen wandelen... maar dat deden we enkel die laatste, steile, 69 meter naar de top.

Op die top staat het "Croce del Monte Amiata", een enorm groot gietijzeren kruis. Het uitzicht was erg mooi, maar door de bewolking konden we niet zo ver kijken. We wandelden ook nog naar het beeld voor en van de "madonna degli scouts". Vreemd dat ze aan het smeedwerk waar het marmeren madonnabeeld op staat allemaal mondmaskers gehangen hebben!??

Nadat we bovenop de vulkaan gegeten hadden, begon het te druppelen en zelfs te regenen. Gelukkig moesten we niet ver gaan tot aan de auto. Tegen dat we het hele stuk weer gedaald waren, was het alweer opghouden met regenen, maar bleef het zwaarbewolkt.

Onze volgende bestemming roken we al op afstand : een rotte eierengeur van zwavel. Het was behoorlijk druk in het dorpje Bagni San Filippo, maar er stonden veel minder auto's dan toen we er de zondag voordien ook langsreden. In Bagni San Filippo bezochten we de gelijknamige natuurlijke warmwaterbron. Omkleden moesten we opnieuw in de bosjes doen. Onze zwemkledij was goed uitgespoeld na ons badje van de dag daarvoor, maar de kalk van in dat water zat nog serieus in het zwemgoed.

De warme bronnen van Bagni San Filippo hebben een gigantische afzettingsberg van zwavel, calcium, magnesium en zwavelbicarbonaat gevormd (foto 3, zoek Johan). De combinatie van mineralen in het warme water zouden helpen bij huidproblemen, huidaandoeningen, ademhalingsstoornissen en gewrichts- en botproblemen... maar het gewoon zitten in de warme "terrassen" was zalig op zich! Dat in dit water serieus wat mineralen zaten, was te zien. Als het water opdroogde, zat er een wittige, poederachtige stof op ons vel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten