Op voorhand hadden we gedacht aan de mogelijkheid dat we om de paar nachten op hotel moesten slapen omwille van pijntjes die mogelijk zouden ontstaan van het slapen op de matras van onze QUQUQ (info) in de auto... maar die QUQUQ-matras slaapt zaaaalig... en dat een matras van in een hotelbed niet beter is en zelfs veel slechter kan zijn, werd bewezen in het hotel waar we verbleven in de regio van nationaal park Biebrza! Enfin, de kant van de matras waar Ine sliep viel nog enigszins mee, maar de kant waarop Johan lag helemaal niet!
Op de planning stond dat we om 10h00, vanuit de camping in Białystok, zouden vertrekken naar het nationaal park. Aangezien we in een hotel in het nationaal park overnachtten en om 8h00 al ontbeten, konden we veel vroeger dan gepland aan onze geplande auto- en wandelroute in NP Biebrza beginnen.
De auto- en wandelroute liep volledig langs de oostzijde van het zuidelijke gedeelte van het park, een flinke afstand dus. Het park is namelijk het grootste van Polen. Het heeft een oppervlakte van 592,23 km², wat natuurlijk "niets" is in een land dat 311.888 km² groot is.
Daar waar we gisteren op een heel vlak gedeelte met loofbomen liepen, wandelden we nu, tijdens de twee eerste wandelstops, tussen naaldbomen en over groenbemoste heuveltjes (foto 1). We liepen er ook langs verschillende overblijfselen van de Russische aanwezigheid tijdens WOI. Er lagen immers resten van bunkers en loopgraven. De vele wilde bloemen die er zouden staan, waren bijna allemaal weg of serieus aan het verslensen. Het was natuurlijk al laat op het jaar voor bloemen. De nachten waren al kouder en de bladeren van de loofbomen waren beginnen verkleuren.
Overal zagen we ook al gemaaide akkers en boeren die in de weer waren met het maken en binnenhalen van de balen stro. In het nationaal park gebeurd het maaien nog met de zeis om de natuur zo veel als mogelijk te beschermen. Het weekend voor wij in het park waren, waren er de jaarlijkse kampioenschappen "gras zeisen". Er werden o.a. prijzen uitgereikt aan de snelste en mooiste "zeiser".
Omdat het de laatste weken erg warm was, was het moerassige gedeelte van het park droog. Hierdoor geraakten we met droge voeten bij een uitkijktoren (foto 2) waarvoor we anders laarzen nodig gehad hadden. Van op de uitkijktoren zag je over een groot gedeelte van de regio. In hoofdzaak bestond deze uit moerasgrond met riet en grassen, maar deze werden regelmatig afgewisseld met kleine bossen met loof- en-of naaldbomen.
We liepen ook, op vlonders, enkele honderden meters in het moeras (foto 3). Zo zagen we goed welke planten er allemaal groeiden, ookal was ook dit voornamelijk droog op dat moment. Naast vogels, vlinders en insecten zagen we geen dieren vandaag.
Na nog een korte wandeling reden we naar het stadje Tykocin. Hier staan enkele bijzondere historische gebouwen en pleinen, die eigenlijk stuk voor stuk veel te "groots" zijn voor de rest van het stadje, tenminste zo lijkt het nu... Ooit was het anders.
Tykocin was vroeger een bijzondere stad. Aan één kant van de stad woonden katholieken en aan de andere kant woonden Joden. Het had zelfs het op één na (na Krakau) grootste Joodse bewonersaantal van Polen.
Er staan dan ook een grote kerk en een grote synagoge. De kerk is nog in gebruik, de synagoge niet meer. Na de holocaust wonen er ook geen Joden meer.
De synagoge is nu een museum, dat we bezochten (foto 4). Het gebeurt niet zo vaak dat het Joodse patrimonium opengesteld is voor publiek, al zagen we wel al e.e.a. in o.a. Toledo en Praag.
Tykocin heeft ook een kasteel. Dit werd volledig gerenoveerd, een beetje over-gerenoveerd. We maakten er enkel een fotostop.
Hierna besloten we om nog een gedeeltelijke autoroute te doen. Het was immers nog te vroeg om naar het hotel te gaan... Hadden we gekampeerd, hadden we dat wél gedaan waarschijnlijk. Dan hadden we immers nog gezellig wat in onze tent of in de zon kunnen zitten ed., maar op hotel, waar de bar niet open was en in een groene regio zonder "leuke terrasjes" kun je dat eigenlijk niet...
Een restaurant in de buurt vinden, was ook niet gemakkelijk... Na een zoektocht van vele kilometers besloten we dat we gewoon weer op ons hotel zouden eten. De avond voordien aten we er al en het was in orde, maar niet "waauw". Het restaurant op zich, het interieur, was wél de moeite: er stonden grote opgezette dieren, hingen overal antieke klokken en er was veel 'overdreven' houtwerk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten