12 oktober 2015

Dag 9: Gorilla's en het dagelijkse leven

Ine sliep die eerste nacht in 'Buhoma Community Rest Camp' niet goed: ze maakte zich druk of ze de tocht door de bergen, op zoek naar berggorilla's, wel aan zou kunnen... en ze was ook bang voor aanvallen van die grote dieren...

In het Virungagebergte, dat zich verspreidt over Oeganda, Congo en Rwanda, en waarin o.a. Bwindi Impenetrable Forest NP ligt, leven "berggorilla's". Deze dieren zijn zodanig sociaal en afhankelijk van hun families dat ze niet in gevangenschap kunnen leven. De gorilla's die in dierentuinen te zien zijn, zijn laaglandgorilla's, die kortere haren hebben en in het westen van Afrika wonen. Het voortbestaan van beide soorten is bedreigd, zelfs kritiek.

Ine vroeg de chauffeur, die ons, terwijl wij nog ontbeten, ging inschrijven en alle papieren en betalingen in orde ging brengen, nogmaals om  zéker aan te geven dat ze geen lange bergtocht aankon... om op die manier te bekomen dat ze ons in de groep naar de dichtst bijzijnde gorilla's zouden indelen... en niet louter op onze leeftijd af te gaan bij de groepsindeling...

Na wat filmpjes en een algemene uitleg over de "gorillatracking" werden we voorgesteld aan onze 'ranger'. Hij vertelde ons dat we naar de "rushegura-group" zouden gaan. Aan de hand van de prent hiernaast legde hij uit hoe het er in de groep aan toe ging/gaat.

De zilverrug van de groep is vrij jong om al die positie te hebben. Hij is nog maar 16 jaar en nog niet erg grijs. Hij nam het van de vorige zilverrug over toen die stierf van ouderdom. In de groep zijn vier 'zwartruggen' ("blackbacks": mannetjes die nog niet oud genoeg zijn om zilverrug te worden, maar die wel regelmatig strijden tegen de zilverrug om zijn autoriteit te betwisten), een aantal volwassen vrouwtjes, enkele jeugdelingen, een speels "kleintje" van zes jaar en een baby van, op het moment van onze gorillatracking, nét geen maand oud (nog niet opgenomen op het prentje).

Na de voorstelling van de groep die we gingen bezoeken, probeerde Ine meteen te achterhalen in welke groep, qua afstand, we zaten, hoe ver we zouden moeten wandelen ed., maar Ine kreeg er geen antwoord op...

Omwille van de hoogte, de warmte en de inspanning werd ons aangeraden om zo'n twee liter water per persoon mee te nemen en, aangezien het regenwoud is, moesten we onze regenkledij ook meenemen en omdat het wel eens een lange tocht kon worden, hadden we ook lunchpaketten bij. Deze 'last' hoefden we gelukkig niet zelf te dragen.
Om rugzakken te dragen, gingen "dragers" mee. Dit zijn mensen uit het dorp die, door één keer per maand als drager te werken, een mooi inkomen voor henzelf en hun familie verdienen.
Naast die dragers, de ranger, wij en 5 andere toeristen gingen ook nog twee gewapende mannen mee die als eerste en als laatste van de groep liepen. Net zoals bij de chimpansees diende dit wapen als afschrikmiddel voor de bosolifanten.

en toen, rond half 9, vertrokken we...
Het tempo was goed te volgen en er werd al snel gerust. Hier waren we blij om: 1. omdat dit maakte dat Ine dus echt zou kunnen 'slagen' en 2. omdat onze hartslag toch vrij hoog was op deze hoogte. Tijdens de rustperiodes vertelde de ranger over het eten van de gorilla's: verschillende bladsoorten. In onze gorillagroep was ook een vrouwtje dat graag mieren at. Dit komt, zo vertelde de ranger, vaker voor, maar over het algemeen eten gorilla's niets van dierlijke oorsprong.

Op een gegeven moment, na een half uurtje wandelen, zei de ranger dat we, als we de "trackers" zouden zien, we heel dicht in de buurt waren van de gorilla's. Vlak voor we hen tegen kwamen, zagen we aan de mest van de gorilla's dat we niet meer ver moesten stappen tot aan die "trackers"...
Een "tracker" is een 'sporenzoeker'. Zij vertrekken ruim voor alle toeristengroepen vertrekken en sporen de gorillagroepen op. Zij berichten, via walkietalkie, waar de ranger naar toe moet gaan en wachten dan de groep op, op een kleine afstand van de gorillagroep. Vele van die "trackers" waren voordien stropers. Zij gebruiken hun kennis nu echter op een positieve manier en verdienen nu ook een goed inkomen. Ze hoeven niet meer te stropen om voor hun familie te zorgen, waardoor de gorillapopulatie toeneemt.
We rustten nog even uit, dronken wat en lieten daarna alles van drank, eten ed. bij de dragers, trackers en gewapende mannen achter. Eén tracker, de ranger, wij en de andere toeristen gingen vervolgens het 'dichte' stuikgewas in. De tracker en ranger sloegen met een machete en een sikkel alle takken die het doorkomen bemoeilijkte weg...

Toen we, +/- 45 minuten na ons vertrek, een eerste gorilla zagen, liep Ine als eerste na de tracker en de ranger. De aanstormende en gillende "blackback" liep op de koplopers af, dus héél dicht bij Ine in de buurt... Ine schrok zich kapot! Het feit dat de tracker en de ranger hier lachend mee omgingen en het een schijnaanval noemde om de "sterkte" van de bezoekers te testen, hielp Ine niet echt tot rust komen... waar had ze tenslotte 's nachts van wakker gelegen... Een andere blackback liep wel rustig langs ons door, naar de rest van de groep toe.

Op een twintigtal meters van waar we de eerste blackback zagen, wezen de tracker en de ranger naar de boomtoppen. De gorilla's zaten in de bomen.
Toen we verder liepen, stonden we ineens op een meter of twee afstand van het wijfje met de baby... Dit terwijl ons op voorhand gezegd werd zéker 8 meter afstand te houden, tenzij de gorilla er zelf voor koos om dichterbij te komen...
Terwijl we daar met z'n negenen naar die schattige gorilla-baby (met identiek dezelfde reflexen, spastische hand- en hoofdbewegingen als van een pasgeboren mensen-baby) aan het kijken waren...
...stormde die eerste blackback nog eens door onze groep... en bleef vlak achter ons wat staan dreigen...
maar daarna kalmeerde hij: we hadden bewezen dat we "sterk" waren...

In totaal bleven we een volledig uur bij de berggorilla's. In die tijd kwamen ze allemaal uit de bomen. Zo volgden ze, zoals dat moet, allemaal de zilverrug... een jonge gorilla van zes deed dat op een heel komische manier, recht naar onder langs één lange stam.
Deze jonge gorilla, zo vertelde de ranger, is erg geïnteresseerd in de baby. Hij wil haar steeds vasthouden, maar de moeder weet dit toch steeds te voorkomen, overigens zonder boos te worden. Dit zagen we nadien ook gebeuren: De jongeling wringde zich langs de moeder met baby en stootte de moeder aan om haar te vlooien. De moeder liet zo het jong los en begon de gorilla voor haar te vlooien. De jongeling zag zo zijn kans om het jong even te pakken... maar de moeder nam als snel haar baby terug af... Grappig en schattig tafereel... en zo 'menselijk'...

Nadat we terug waren van onze gorillatracking en alle fooien uitgewisseld werden, volgde het officiële gedeelte: de uitreiking van de certificaten!
Jawel, we ontvingen allebei een certificaat voor het gorillatracken! ;oP

We hadden dus niet veel moeite moeten doen om de gorilla's te vinden! Het was zelfs nog maar half 12 toen we alweer terug in ons kamp waren!

In het filmpje met de grijze man die gevlooid werd door enkele gorilla's die door een kamp liepen, dat we al eens postten (: dit filmpje) is dezelfde groep, de Rushegura-groep, te zien als die wij zagen. In het filmpje leeft echter de eerdere zilverrug nog.
Als je het filmpje terug bekijkt en het geluid opzet, hoor je in het begin (1:08) de zilverrug een geluid maken. Dit is het geluid waarmee de zilverrug de rest van de groep geruststelt en hen laat weten dat alles in orde is.

en onze lunchpaketten... aten we dan maar op ons terras op...
... en omdat we nog veel tijd te vullen hadden die dag... en we ook wel benieuwd waren, gingen we de "community tour" doen.

In het vorige en in dit bericht staat al een beetje uitleg over hoe de "community"-werking het dorp voordeel biedt, maar ook het nationaal park (o.a. de gorilla's). De 'tour'/wandeling die we tijdens die 'community tour' deden, ging langs belangrijke plaatsen voor het dorp en enkele interessante mensen. Niet iedereen van het dorp ontvangt "zo maar" geld. De bewoners moeten kunnen aantonen dat ze duurzaam en eerlijk bezig zijn. Niet iedereen van het dorp wordt tijdens zo'n 'tour' bezocht. Op deze manier blijft het voor iedereen belangrijk om te blijven laten zien dat ze zich inzitten voor hun dorp en het nationale park en ook aan de toekomst ervan denken.

Een eerste plaats waar we naar toe lopen is de grens tussen het dorp en het nationaal park. Vreemd genoeg is die heel erg duidelijk te zien: het regenwoud houdt ineens op en even plots begint de landbouwgrond. Vroeger werd er hout gekapt in het woud voor vuur, dat mag nu niet meer. Nu werden er speciale, snel groeiende bomen geplaatst bij het dorp. Dit hout wordt nu gebruikt.
Een groot gedeelte van Bwindi Impenetrable Forest is nog "oerbos". Dit betekent dat het nog een echte authentieke wildernis is. Mens heeft er nog niks aan veranderd: er werd nog niets in aangeplant, niets systematisch uit verwijderd.
Een riviertje dat ook door het regenwoud stroomt, stroomt langs en door het dorp. Het water is erg belangrijk voor het dorp: Het water wordt voor verschillende doeleinden gebruikt: kleding wassen, bewatering van velden ed., maar het zorgt ook voor de stroomvoorziening van het ziekenhuis. 

We liepen door en langs verschillende velden met verschillende soorten gewassen die gebruikt worden als voedsel, maar ook om inkomsten uit te verkrijgen... 
Het land is niet zomaar van iedereen. Een bepaald type boom (met mooie rode bloesems) wordt op de landgrenzen gepland om duidelijk aan te geven tot waar iemands eigendom loopt. In dorpen blijft men bij familie wonen tot men genoeg geld heeft gespaard om een stukje grond te kopen. Hier plant men dan wat gewassen op en bouwt men een huis op. 
Vaak staan er verschillende huizen en hutjes op een lap grond. Als men groter of beter wil wonen, bouwt men namelijk een nieuw gebouw en meestal blijft het vorige gebouwtje gewoon staan. Eén van de gebouwtjes is altijd een hutje/huisje die gebruikt wordt als badkamer. Aangezien er meestal nog geen stromend water is in dorpen is dit een latrine en een plaats waar men zich met een kom of dergelijke kan wassen.
... of, zoals op het landgoed van de eerste persoon die we bezochten, de medicijnman, allemaal kruiden en geneeskrachtige planten. De man vertelde over verschillende kruiden waar ze voor dienden. Hij gaf wel toe dat enkel nog de oudere generaties bij hem om raad kwamen. De jongere generaties trokken naar het plaatselijke ziekenhuis.

Na nog wat informatie over wat gewassen die we in het dorp tegen kwamen, gingen we naar een bananenplantage bij een familie "in de tuin". Hier kregen we uitleg over de verschillende soorten bananen die er stonden, hoe ze die rijpen en hoe ze uit die bananen bananenbier (lees in de link hoe dit gemaakt wordt) en -gin maken.

Het dorpsschooltje bezochten we niet omdat het zondag was, maar ook omdat we dat al eens deden in Gambia en we dat niet fijn vonden (kinderen die dankbaar moeten zijn voor die gulle blanken...).

De volgende man die we leerden kennen, was een behoorlijke verrassing: in een bosje stond een klein, tenger, breed lachend kereltje in een kapotte, vuile, bruine regenjas en met een vreemd petje op ons op te wachten. Hij was het 'plaatselijk' Pygmeeën-, meer specifiek, (Ba)twa-stamhoofd, onze "gids"...

Hij zong en speelde een welkomstliedje voor ons en bracht ons nadien naar een "nagemaakt Batwadorp".
Sinds het regenwoud een nationaal park is, kunnen de Pygmeeën niet meer in het regenwoud wonen en kregen zij woningen in het dorp toegewezen. In eerste instantie lukte het de pygmeeën niet om in een huis te wonen, maar ondertussen hebben ze hun vrij goed aangepast aan hun nieuwe situatie. Ze dragen nu ook kleding. Toch houden ze nog vele van hun gebruiken in ere.

Het hutje hierboven op de foto is een replica van een slaaphut voor één gezin. De Batwa-ouders slapen aan de ene kant, de kinderen aan de andere kant. Als een kind oud genoeg is om zelf te trouwen, verlaat hij/zij deze slaaphut en gaat hij/zij met partner tijdelijk, voor 3 maanden, in een andere hut in het dorp wonen. Ondertussen bouwt de man van het echtpaar een nieuwe slaaphut voor hem, zijn vrouw en hun toekomstig gezin.
Naast slaaphutten was er ook een grotere (replica) "kookhut" waarin de maaltijden van de pygmeestam bereid werden. Ook was er een boomhut nagemaakt. Deze deed dienst als veilige plek voor de baby's en te kleine kinderen om mee op jacht te gaan. Terwijl iedereen jaagde, bleef één, gewapende, "babysit" bij hen.
Na het zien van deze hutten was het tijd om naar twee liederen en dansen van de rest van de stam te luisteren en kijken.

Nét toen het regenen begon, kwamen we aan aan het "Bwindi Community Hospital". Hier spraken we over hun werking, over de nieuwe afdeling: psychiatrie en het grote alcoholprobleem en de daarbij horende lichamelijke problemen.

Tijdens de rondleiding viel op de afdeling materniteit op dat er hele jonge moeders/zwangeren rondliepen.
Er werd ons verteld dat er twee operatiezalen waren. Eentje was steeds in gebruik door het ziekenhuis. Het andere werd ook gebruikt door bijvoorbeeld dokters/chirurgen van "artsen zonder vakantie", die bijvoorbeeld één dag lang bepaalde operaties komen uitvoeren.
Logischerwijs mochten we niet binnen op "interne geneeskunde" aangezien daar verschillende patiënten met besmettelijke ziekten lagen.

Op de kinderafdeling (neonatologie & prematuren, pediatrie, isolatieverpleging én dagverpleging sámen) kregen we uitleg van een (best wel hilarische figuur en situatie, gewoonweg omwille van de karikaturale situatie) verwijfde verpleger in een barbieroze verpleegpak...

De 'community tour' zou anderhalf à twee uur duren... Wij waren na bijna drie uur pas terug op ons kamp.

Deze dag was een lange en vermoeiende dag, maar een hele mooie dag met heel veel mooie indrukken, maar ook verschillende confronterende momenten...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten