Dag 8 van onze rondreis door Oeganda

Na één nacht 'Bush Lodge' verlieten we dit kamp al.
We startten de 8e dag met safari. We hebben geen ranger ditmaal, dus het hing helemaal van onze safari-ogen en die van onze chauffeur (maar die had nog 'ns kromme zin) af!

We zagen tijdens deze zoektocht niet zo heel veel (eigenlijk enkel vogels en olifanten), maar ook onze eerste "topi".

Een topi wordt ook liedantilope of basterdhartenbeest genoemd. Het is een koeantilope, zoals ook een hartenbeest en een gnoe (Eng: Wildebeest) dit is. De topi is bruin van kleur. De verschillende lichaamsdelen hebben allemaal, zo lijkt het althans, een andere kleur bruin. De mannetjes zijn donkerder dan de wijfjes. Beide hebben ze horens.

De streek "Ishasha", nog steeds in het "Queen Elizabeth Nationaal Park", is bekend om zijn "boomleeuwen", die slechts op enkele plaatsen in Afrika voorkomen... maar wij vonden er geen...

Ons lunchpakket aten we op met zicht op de Democratische Republiek Congo. Slechts een rivier van een meter of 10 à 15 breed scheidt Ishaha van Congo, maar zomaar de grens over steken, kan niet hoor! Beide zijden worden serieus bewaakt! De dieren hebben daar echter geen last van. Zij lopen gewoon van het ene land (en nationale park) naar het andere. Op het moment dat we er zaten, oefende een babynijlpaard allerlei waterkunstjes, zomaar op de grens...

Vanuit Ishasha reden we nog verder naar het zuiden van het land, waarbij we steeds dichtbij de Congolese grens bleven.

Het landschap veranderde van licht golvend naar heuvelachtig en zelfs bergachtig.

Tijdens onze eerste dagen in Oeganda (Entebbe, NP Murchison Falls ed.) bevonden we ons op zo'n 600 meter boven zeeniveau. Toen we verbleven in Kibale Forest (bij de chimpansees) zaten we op zo'n 1500m boven de zeespiegel.

Onze eindbestemming van die dag lag in "Bwindi Impenetrable National Park", op zo'n 2300 meter hoogte. Ons kamp, Buhoma Community Rest Camp, lag net binnen de grenzen van het nationaal park en op enkele honderden meters van het hoofdkantoor van het nationale park. 

Alhoewel het kamp op de website van de operator en op hun eigen website beschreven als "budget" en daarom wat 'minnetjes' klinkt, was dit de meest luxueuze safaritent van onze reis: We kregen een grote safaritent toegewezen met daarin twee 'twijfelaars' als eenpersoonsbedden en verschillende tafeltjes om onze spullen op te zetten. De safaritent was tegen een gebouw met drie muren opgebouwd, onze privé-badkamer!

Het was nog vrij vroeg in de namiddag toen we in het kamp aangekomen waren (nu dat we ons volledig reisprogramma nog eens, bewust, nagelezen hebben, blijkt dat onze chauffeur veel te vroeg naar 'Ishasha' gereden is. Dit had niet meteen in de ochtend gemoeten, maar pas tegen de middag...). We dachten er daarom over om de 'community walk' (wandeling door het dorp) om 16u te gaan doen... maar tegen drieën ging het serieus regenen en besloten we gewoon te luieren. Wel bezochten we, op het terrein van ons kamp, de "craftshop", waar we een mooie schaal uit gedroogd gras/riet kochten... en omdat de opbrengst naar het dorp, "de community", gaat, wilden we er zelfs te veel voor betalen ;o)

De spullen die in de craftshop te koop aangeboden worden, zijn gemaakt door de vrouwen uit het dorp. Doordat de mensen van het dorp betrokken worden bij het toerisme (het kamp/hotel, spulletjes verkopen, hun huis laten bezoeken tijdens de 'community walk' ed.) verdienen ze goed geld en hoeven hun mannen niet gaan te stropen...: een winwin-situatie voor het dorp en voor de gorilla's in het regenwoud!