18 december 2025

Simon de cynische zebra :

om nog wat tijd te kopen om de blogberichten van de laatste twee dagen van onze reis naar Cyprus te maken...

17 december 2025

Richting Larnaca (dag 9)

Na een goede nacht en een zelf gemaakt ontbijt in Limassol startte op 5 december '25 onze negende dag in Grieks-Cyprus. Onze eindbestemming werd die dag Larnaca maar we reden er niet rechtstreeks heen. Het werd overigens een bewolkte dag, maar met temperaturen boven de 20°.

De eerste locatie waar we heenreden was Choirokoitia. Daar waren we, over de autostrade, op een half uurtje. Deze site was vergelijkbaar, maar groter, met degene die we tijdens onze zesde dag bezochten in Lempa (blogbericht). 

Choirokoitia was rond 7000 voor Chr. een dorp met 3 à 600 bewoners. Dit maakt het  een archeologische site die teruggaat tot het "Prekeramisch Neolithicum B"... nee, het zei ons ook niks, maar dat komt omdat het zó ver teruggaat. Het gaat over een tijd waarin er nog geen potten gebakken werden, maar de mensen die maakten van gips of kalk of hakten ze ze uit steen. Het gaat over een tijd waarin men al leefde van akkerbouw en de jacht, maar nog niet ze heel lang met veeteelt gestart was.

Naast de eigenlijke site werd een reconstructie van de nederzetting gebouwd volledig ingericht volgens het neolithisch model met ronde huizen in traditionele materialen uit die periode. Ook werd de oorspronkelijke flora terug aangeplant.
Bij de opgravingen zie je héél veel ronde woningen, dicht tegen elkaar, soms gegroepeerd rond een binnenkoer.
Het dorp Choirokoitia werd om onbekende redenen blijkbaar relatief plots verlaten rond 6000 voor Chr. Het lijkt erop dat het hele eiland Cyprus dan 1500 jaar lang onbewoond is gebleven tot de volgende etnische groep er zich vestigde. Vermoedelijk was er op dat moment een plotselinge temperatuurdaling.

De resten van het dorp liggen tegen een heuvel. Hierdoor konden we ook goed óp het dorp kijken vanop een platform. Erg bijzonder!

Vanuit Choirokoitia reden we naar Agios Minas, een nonnenklooster. Het klooster van Agios Minas ligt in het kleine bergdorpje Vavla in het Troödosgebergte en dateert uit de 15e eeuw. Het gebouw is een mengeling van Byzantijnse en gotische stijlen met het spitse gewelf van dwarsribben en zijportieken, en bestaat uit een kerk, kloostergangen en andere kloostergebouwen. Op de noord- en zuidmuur hangen twee grote schilderijen van Sint-Joris en Sint-Menas uit 1757. Naast hun religieuze plichten beoefenen de nonnen in het klooster het schilderen van iconen en verkopen ze fruit en zelfgemaakte jam. Druk, druk, druk!

Een tiental kilometers verder bergopwaarts van Vavla ligt Lefkara. Het wordt als een van de mooiste dorpjes van Cyprus beschouwd. Pano Lefkara, zoals de volledige naam luidt, is de geboorteplaats van de Cypriotische volksnaaldkunst. Deze beroemde “lefkaritiko” is het unieke handelsmerk van Lefkara geworden. 
Naast het borduren, is het ambacht van de zilversmid iets waar Lefkara ook om bekend staat. Het zilversmeden is waarschijnlijk in het begin van de 18e eeuw in Lefkara geïntroduceerd. Er wordt in Lefkara een grote verscheidenheid aan ringen, lepels, kerkelijke gebruiksvoorwerpen, kandelaars, kruizen, religieuze Iconen en nog veel meer gemaakt. Tegenwoordig vormt het toerisme een goede aanvullende inkomstenbron op het hand- en zilverwerk voor de inwoners van Lefkara.

Maar die ambachten interesseren ons weinig... wij gingen er op zoek naar middageten... en dat werd, voor allebei, zoetigheid: Ine nam karidopita (Griekse walnotencake) en Johan, revani cake (Griekse griesmeelcake).

Vanuit Lefkara reden we richting het oosten, maar bleven we nog wat in de bergen en reden we naar het Stavrovouniklooster. Dat ligt op een top van een berg, op 750 meter boven zeeniveau. De weg er naar toe is steil en kan via een wandelpad of via de weg. Wij reden gewoon met de auto naar boven. Die weg naar het klooster wordt veel door wielrenners gebruikt om het beklimmen van bergen te beoefenen... het was blijkbaar geen tijdstip om dit te oefenen.

Het Stavrovouni-klooster werd gesticht rond 327-329 na Christus. Het klooster is een van de weinige plaatsen waar je een stuk van het échte Kruis, dat van Jezus, zou kunnen zien. Enfin, waar mannen dit zouden kunnen gaan bekijken...  Het klooster is een mannenklooster en het is er verboden voor vrouwen. Vrouwen mogen tot de boekwinkel (de entree) van het klooster komen, daarna is het voor hen verboden gebied. Foto's mogen niet genomen worden in het klooster. Fototoestellen moeten, samen met de vrouwen, in de boekwinkel achterblijven... 
...dit 'vrouwen niet toegelaten' was aan Johans aandacht ontschoten toen hij deze reisdag voorbereidde. Hij wilde hierdoor niet naar binnengaan... maar de boel was die dag ook gewoonweg gesloten.

Na de berg op en weer af te rijden, reden we naar Larnaca. Alvorens naar het centrum van deze kuststad te rijden, stopten we bij het Bekir Pasha-aquaduct / Kamares-aquaduct. Het aquaduct stamt uit 1750 en was tot 1939 nog in gebruik. Het is nog best in een goede staat en bestaat uit totaal 75 bogen. Het draagt de naam Bekir Pasha, omdat het aquaduct door Ebubekir Pasha, Ottomaanse staatman, betaald is. Er waren serieuze wegenwerken aan één kant van het aquaduct gaande. Dit maakte het een serieuze uitdaging om het, zónder de graafmachines, te fotograferen.


In het centrum van Larnaca liepen we langs de gebruikelijke gebouwen: de burcht, moskee en kerken maar Larnaca was niet bepaald een bijzondere stad.

Tegen dat het donker werd, reden we naar ons laatste appartement van de reis. We bleven er twee nachten. Qua voorzieningen was het het minste appartement van de vier op Grieks-Cyprus: zo moest Johan op één vuurpitje onze volledige maaltijd bereiden, maar hij slaagde hier weer goed in!

Op deze plek deed Ine, 's avonds toen ze het koffer uitpakte, ook haar verschot in haar rug op... en oh ja, het toilet deed raar.

16 december 2025

Richting Limassol (dag 8)

Na drie nachten in ons appartement in Paphos was het weer tijd om te vertrekken. Op donderdag 4 december trokken we naar het oosten, richting Limassol... we hoopten al stiekem op een betere matras, al hadden we op dat moment nog geen echte rugpijn.

Er stond véél te veel op de planning waardoor onderweg al veel geschrapt werd. We startten bij het Heiligdom van Apollo Hylatis bij Episkopi.

Dit Heiligdom was ooit één van de belangrijkste religieuze centra op Cyprus. Op deze locatie werd Apollo aanbeden tussen de 8ste eeuw voor Chr. en de 4e eeuw na Chr. In deze lange periode hebben er verschillende gebouwen gestaan. De meeste gebouwen die er nu opgegraven zijn, komen uit de 1e eeuw na Chr. Er zijn resten van een tempel ter ere van Apollo, logementshuizen voor bewoners en bezoekers van het heiligdom, plekken met offerbeelden, terreinen voor spelen met atleten, baden enz. 

Wat we erg bijzonder vonden, was de aanwezigheid van een grote kruik (type pithari) op de site. Deze was niet meer volledig, maar werd dus ook niet volledig in gruzelementen teruggevonden. Dit type van kruiken werd blijkbaar vooral op Cyprus gebruikt en meestal voor de wijnbouw, waarvoor deze streek van Cyprus ook bekend was en is.

Onze volgende stopplaats lag op nog geen 4 km verder. We waren dan al een site met opgravingen van een Romeins stadion voorbijgereden. De grote archeologische site van wat ooit het belangrijke Kourion of Curium was, was echter, spijtig genoeg, gesloten. We wilden deze grote site bezoeken omdat deze grote delen van enkele huizencomplexen, een basiliek, baden, een grote agora, een Romeins theater, een zogenaamd nymphaeum en verschillende mozaïeken heeft blootliggen. De uitleg die we erbij kregen, was dat de archeologische site renovaties kreeg... een beetje een rare uitleg, vonden we... maar allé, we moesten het ermee doen.

Het volgende op ons programma was het Kasteel van Kolossi, op zo'n zes kilometer van het oude Kourion. Kolossi was, veel later dan de tijd van Kourion, van groot strategisch belang omdat het de suikerproductie van Cyprus omvatte, een van de belangrijkste exportproducten van het eiland in de middeleeuwen. Het oorspronkelijke kasteel werd waarschijnlijk gebouwd in 1210. Het huidige kasteel werd gebouwd in 1454 door de Maltezer Orde, wat te zien is aan het typische kruis van deze orde in het kasteel... en wat dus een ander geloof dan het Cypriotisch-Orthodox met zich meebracht. Het was toen dan ook de periode van de kruisvaarten. Zoals dit kasteel zagen we al verschillende kastelen, maar we vinden ze toch weer steeds interessant.
Vlak naast het kasteel ligt het Kolossi-aquaduct, een Romeins aquaduct dat water naar het kasteel bracht.

We waren hiermee overigens, al sinds onze eerste stopplaats, op het Akrotiri schiereiland terecht gekomen. Dit gebied is één van twee gebieden (info) op Cyprus met de status van 'Sovereign Base Areas' van het Verenigd Koninkrijk. Ze vormen als zodanig een overzees gebiedsdeel. Het is echter geen onafhankelijk land of autonoom gebiedsdeel, maar een militaire basis van het Verenigd Koninkrijk overzee. De gebieden zijn Brits sinds Cyprus onafhankelijk is geworden van het Britse Rijk. De Britten wilden deze gebieden behouden vanwege de strategische positie in de Middellandse Zee, dicht bij het Suezkanaal en bij het Midden-Oosten... Het Verenigd Koninkrijk heeft nog geen intentie getoond om de bases over te dragen, maar heeft wel voorgesteld om 86,9 km2 landbouwgebied over te dragen... toch bijzonder bijzonder... Deze militairen hebben zich overigens niet bezig gehouden met de onafhankelijkheidsstrijd tussen de Griekse en Turkse Cyprioten. Ze zijn er dus énkel voor hun eigen belangen en voordelen...

Het klooster van Agios Nicolaos ton Gaton ("van katten") was onze volgende stop. Het is gelegen ten oosten van Akrotiri en het zoutmeer van Limassol. Het is het op één na oudste klooster in Cyprus, dat gesticht zou zijn door de heilige Helena in het jaar 325. 

Volgens de legende leed het schiereiland aan een ernstige droogte in die vierde eeuw. Die dwong veel mensen het schiereiland te verlaten. Vanaf dat moment krioelde het er van de giftige slangen. Die heilige Helena bracht daarom katten mee om de slangen te doden. De katten kregen 's ochtends en 's avonds wat vlees te eten om de inname van gif te beperken: ze hoefden de slagen dan niet op te eten. De slangen werden overwonnen, mensen keerden terug en vissers gingen weer vissen.
Volgens een andere legende is Helena niet betrokken bij die katten, maar stuurde Constantijn de Grote, toen heerser, duizenden katten om die slagen te overwinnen.

De huidige kloosterkerk dateert uit de 14e eeuw. Monniken woonden tot 1570 in het klooster en kwamen om tijdens de Turkse invasie. Na verschillende opwekkingen en perioden van verwaarlozing kwamen er in 1983 nonnen in het klooster wonen. Ondertussen zijn er nog maar enkele nonnen over, maar zorgen ze nog steeds voor, nu nog, honderden katten... maar ook andere Cyprioten en via bijdragen van bezoekers van het klooster. 

Op de parkeerplaats van het klooster zaten tientallen katten te dutten en zich te wassen toen we eraan gereden kwamen. Ze lagen allemaal in de buurt van een voedermachine. Eens geparkeerd en uitgestapt, liep de helft onze richting uit... en ze wilden allemaal aandacht... en wij maar aaien... Zielig eigenlijk, al die katten op dat kleine eiland! Aan de knip in hun oor zagen we dat de meeste van de katten wel gesteriliseerd, maar er liepen er ook nog tussen die de familielijn nog wat verder kunnen zetten...
We liepen ook richting het klooster, maar dat zag er zo doods uit en we konden ook niet goed bepalen in welke richting we dan zouden moeten gaan... dus besloten we dat we eigenlijk ook niet alweer een klooster hoefden te bezoeken.

Voorzichtig, zonder een kat onder de auto te hebben, reden we even een stukje verder. We stopten bij een korte, uitgezette wandeling naar het zoutmeer op het schiereiland... ook daar doolden nog katten rond en stoptte net een dame met water voor hen... en voor de bijen.

Het was een korte wandeling tot aan een uitkijkpuntje over het zoutmeer. We hebben er al verschillende bezocht en vinden het altijd bijzonder wat voor andere planten er groeien in zo'n zoutrijke omgeving. 
Aan het uitkijkpuntje was het nog kurkdroog. Johan stapte wat verder in de richting van het meer, totdat het een beetje nattig werd... en dat was best een eindje weg van Ine.

Na het uitstapje naar de katen en het zoutmeer reden we naar de haven van Limassol, waar we parkeerden. Vooraleer aan de stadswandeling uit onze reisgids te starten, gingen we eerst iets eten... En Johan had een goed plekje uitgekozen! Het eetzaakje waar we op het terras gingen zitten, maakte traditioneel gemaakte deeghapjes. Johan koos voor spinazie en geitenkaas en Ine nam haloumi en honing. We kennen het soort van deeggerechten van bij de Turkse bakkers, thuis in de buurt, maar déze waren toch nét weer iets anders, versgemaakt en overlekker! ...maar vullers, amai!

Onze stadswandeling startte bij de/het burcht/kasteel van Limassol. Ine had niet veel zin om naar binnen te gaan en bleef in de zon zitten. Johan ging wel naar binnen. Hij beschreef dat het een ander soort van kasteel was dan hij eerder zag: er waren lange gangen met aan iedere kant verschillende vertrekken. Hierin staan allerlei munten-, wapen- en harnassen- e.a. collecties tentoongesteld. Er zijn ook nog mooie details van de verfijnde afwerking te zien.

Het huidige kasteel werd gebouwd in de 13e eeuw op de plaats van een eerder Byzantijns kasteel. Volgens archeologen was het oorspronkelijke veel groter dan tegenwoordig. De Venetianen versterkten de muren om zich tegen piraten te beschermen. Later namen ook nog de Ottomaanse en Britse bezetters het kasteel over. De Ottomanen verbouwden het kasteel tot een gevangenis, waarvan de cellen in de kelder tot 1950 gebruikt werden als gevangenis. In WOII was het een Brits legerhoofdkwartier en nu is het een museum.

Verder wandelden we langs moskeeën en kerken, de centrale markt, de kunstpromenade, het stadhuis ed. en mooie en leleijke straatjes. Vóór ons vertrek aten we nog een ijsje en deden we nog een beetje boodschappen.

Ons nieuwe appartement, slechts voor één nacht ditmaal, lag in een buitenwijk van Limassol. We hadden er om 17u met de eigenares afgesproken. 's Avonds was het nog eens tijd om uit te gaan eten... en daarbij maakten we een prima keuze qua restaurant! Het was helemaal niet traditioneel Cypriotisch, maar biedt (volgens recensies) de moderne meditterane keuken met creatieve ideeën en verse, locale en duurzame ingrediënten... lekker, zeg!

15 december 2025

Aphrodite & Adonis

Op 3 december '25 waren we al zeven dagen op Cyprus. Vanuit ons appartement in Paphos reden we, op een uurtje, naar het uiterste westen van het eiland, naar het Akamasschiereiland. Meer specifiek reden we naar het gebiedje "Baths of Aphrodite"... genoemd naar de "Baths of Aphrodite" of de Baden van Aphrodite die er liggen...
Het is een populaire toeristische plek waar, volgens de Griekse mythologie, de godin Aphrodite baadde en haar geliefde Adonis ontmoette. Op zich is een natuurlijke grot met een koel, zoet waterbad, omringd door weelderige vegetatie, een plek van legendes over eeuwige jeugd, hoewel zwemmen er niet is toegestaan. Omdat het zo vaak bezocht wordt, is de plek wat uitgebreid met een park, een parkeerplaats, verkoopstanden, een camping, restaurants enz.
Natuurlijk reden we niet enkel naar die plek om naar een natuurlijk badje met een onbeduidende waterval te kijken. We gingen er de "Aphrodite Trail" wandelen. Deze start aan dit natuurlijke 'bad'.

Deze Aphroditewandeling is een 'mythisch' natuurpad dat in de voetsporen treedt van de godin Aphrodite. De route is bewegwijzerd en is, op zich, niet zwaar maar loopt over steile en rotsachtige ondergrond. Het is een ronde en is zo'n 7,5 kilometer. 

Langs het pad liggen ook resten van een katholiek klooster, passeer je een van de langstlevende eikenbomen waar (volgens de mythologie) Aphrodite na haar bad zou gaan rusten en in het beboste gebied komen heel veel verschillende, vaak zeldzame en beschermde soorten dieren en planten voor...

Die eikenboom waar Aphrodite ging rusten, ligt best al hoog op de steile, rotsachtige heuvels... ze zou beter ook een bad in de buurt van die boom hebben gezocht! Wij waren in ieder geval niet meer fris en fruitig toen wij aan die boom aankwamen... maar wij zijn dan natuurlijk wel geen goddelijke verschijningen... 
Wij rustten niet aan die boom. We wandelden verder, weer een andere, hogere heuvel op. 
Qua het tegenkomen van dieren (vogels, zoogdieren en reptielen) hadden we weinig geluk... al kwamen we wel, op verschillende plekken, in totaal drie, loslopende, grazende geiten tegen... tja, 't is iets, hè...

Johan wandelde nog even een 'zijsprongetje' en nam een kort wandelpad naar de top van die laatste heuvel. Hier kreeg hij vanop een rotsachtig plateau een wijds zicht over de hele omgeving. Ine rustte ondertussen, iets lager dan Johan, op een rotsblok in de schaduw uit. Het was ook deze dag best warm geworden en er was niet veel schaduw tijdens de wandeling.

Al snel nadat we weer samen verder wandelden, en de afdaling ingezet werd, kreeg ook Ine hetzelfde zicht op de omgeving dat Johan bovenop de berg had gehad. We kregen tijdens de afdaling mooie, panoramische uitzichten op de Arnaoutis-kaap en over de Chrysochou Baai.

Daar waar de wandeling, totdat we op een onverharde weg uit waren gekomen, erg afwisselend en mooi was geweest, was het laatste stuk van de wandeling, op die weg, echt saai en weinig mooi.

Aphrodite is trouwens, in die Griekse mythologie, de godin van de vrouwelijk schoonheid, liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid. Er zijn verschillende verhalen over de geboorte van de godin die net als de andere hoofdgoden haar woonplaats op de Griekse berg Olympus had. De Romeinse equivalent van de godheid is Venus.
 

Toen we weer aan onze huurauto waren, legden we Johan zijn camera en Ine haar wandelstokken in de auto en gingen we nog, lekker, eten in het restaurant naast de parkeerplaats.
Er stond nog veel op onze vooraf gemaakte planning. Die plannen werden aangepast. We besloten weer van het schiereiland af te rijden en naar de, bij wijze als link met de Aphrodite, naar de Baths of Adonis, dicht bij Paphos te rijden.
Johan had er niet veel over gelezen, maar hij wist dat er die baden waren én dat er een waterval bij lag.

De weg naar die Baths of Adonis was hel! Op de wegwijzers van de Baths of Adonis stond steeds dat deze te bereiken waren met alle auto's... maar de rivierbedding van de dag voordien was er niks tegen! De weg van afwisselend beton, steenslag, hard-gereden zand/modder, was he-le-maal kapot, zat val diepe scheuren, op verschillende plaatsen was er verschillende keren over gereden toen de beton nog nat was geweest... enfin, op IJsland zou deze weg een classificatie bergweg-enkel-voor-grote-jeeps gekregen hebben, op Cyprus vindt men blijkbaar dat je er met ieder type auto over kan... De toegangsweg naar de Baths of Adonis was mogelijk nog slechter dan de weg er heen!

Doordat we best lang onderweg waren geweest omwille van die slechte weg, was het al 16u toen we op de parkeerplaats bij de Adonisbaden aankwamen. Bij de inkompost, wat we sowieso al bijzonder vonden om naar een natuurlijk bad en waterval te gaan, werd duidelijk dat de inkomprijs € 15 p.p. was... Wat!? Nadat Ine dit in vraag stelde aan de kassière, zei deze dat deze prijs voor een heel concept, een heel park was... maar dat ze iets van de prijs zou kunnen afdoen... Dit was be-la-chelijk! en we besloten geen belachelijk hoog bedrag te gaan betalen voor commerciële afzetterij! Nadien bleven we nog steeds achter ons besluit staan! Los daarvan is deze hele plek als de Baden van Adonis verzonnen, want deze baden komen niet voor in de mythologie! Het is echt een "tourist-trap"!
Nadat Johan, tussen de bomen door, nog snel een foto nam van het standbeeld van Aphrodite, stapten we dus weer onze Kia in. We hadden gehoopt dat de terugweg, een andere route dan hoe we naar de baden toe gereden waren, beter zou zijn... maar neen, hoor... en de wegwijzers met de boodschap dat ieder voertuig naar de baden kon rijden, bleven we voorbijrijden... Ine was, tegen de tijd dat we weer op asfalt terecht kwamen, stikkapot van het geconcentreerd zigzaggen en ervoor zorgen dat ze de Kia niet kapot zou rijden!

Waar de dag dus startte met een mooie wandeling, eindigde die serieus in mineur... maar ook dit is natuurlijk weer een ervaring geweest... en ondertussen kunnen we al wat lachen met dit avontuur... en we zijn nog steeds héél blij dat we geen platte banden en/of serieuze stukken gereden hebben over die verschrikkelijke wegen!

14 december 2025

Regio Paphos (dag 6)

Op dinsdag 2 december jl. werden we wakker na een eerste nacht op een niet al te goede matras... het beetje ruglast dat we toen hadden, wandelden we er echter meteen al uit die zesde vakantiedag. Na een uurtje, via de kustlijn, naar het noorden rijden, parkeerden we voor onze wandeling. Tegen die tijd was het rond half 11 (EET) en was het al 22°. Gelukkig zouden we vooral in de schaduw gaan wandelen, want wij vinden die temperatuur al best warm om te wandelen... maar hey, we klagen niet!

Die schaduw waar we in zouden gaan wandelen, was die van de Avakas-kloof. De wandeling startte met een breed wandelpad door een bosje... en werd steeds smaller... tot we in de Avakaskloof zelf aanbeland waren.

Zoals iedere kloof is ook de Avakaskloof gevormd door miljoenen jaren van watererosie door de rivier Avakas. De kloof is ongeveer 3 kilometer lang en op sommige plekken zo smal dat je nauwelijks met twee personen naast elkaar kunt lopen. Het hoogteverschil over de hele kloof is zo'n 240m. De hoge rotswanden, die tot wel 30 meter de lucht in rijzen, zorgen voor een spectaculaire omgeving waarin zonlicht en schaduw magisch licht creëren, werd beloofd én kwam zo uit.

Langs de smalle doorgangen en kabbelende beekjes groeit een rijke variatie aan planten. Over het algemeen is de kloof "droog", alleen na de winter kan er een laagje water in stromen. Op het moment dat wij er waren, was het "modderig" en waren er vettige plassen. Hierdoor moesten we steeds op stapstenen en over rotsen klauteren om enigszins schone schoenen te houden. De voeten droog houden, was, gezien onze waterdichte wandelschoenen, geen probleem... De wandeling was heel erg mooi, maar best zwaar door dat geklauter. Op een gegeven moment besloot Ine dat ze niet meer verder doorging. De rotsen werden steeds groter en het geklauter daarover werd steeds moeilijker. Johan besloot om ook niet verder te gaan. Op dat punt was de kloof ook alweer een heel stuk breder geworden.

Wat Ine heel bizar vond, was dat onze terugweg over andere paden (lees "rotsen en stenen") ging dan over de moeilijkste stukken van de heenweg... we waren 'ineens' alweer bij het smalste gedeelte van de kloof terwijl Ine toen nog steeds dacht dat het meest steile en gladde gedeelte (waarover ze gedacht had dat dit bij het terugwandelen akelig zou zijn) nog moest komen...
Ondanks "de tijd van het jaar" was het best druk in de kloof... gelukkig dat we het niet in het hoogseizoen moesten meemaken!
Aan het einde van de prachtige wandeling, bij een parkeerplaats, dronken we iets en aten we lekkere, versgeplukte mini-banaantjes.

We wandelden ook nog het strand ("Toxeftra") op, maar voor ons zag dat er gewoon uit als een strand... terwijl vele jeeptours er speciaal stoppen... tja...
Verder door, langs het strand, ligt een natuurhulpcentrum voor zeeschildpadden. In het noorden van het eiland bezochten we er zo eentje. Toen, in juni, waren er op het strand heel veel nesten beschermd voor roofdieren. In deze periode zou er ab-so-luut niks te zien zijn dat we nog nooit gezien hadden, dus besloten we er niet heen te gaan.

Agios Georgios was onze volgende stopplaats. In dit dorpje heb je kliffen met grotten en een koraalstrand, maar die bezochten we niet. Wij gingen naar de archeologische site en liepen zo ook nog langs een "nieuwe" en oude kerk in het dorpscentrum. Die nieuwe kerk, met dezelfde naam als het dorp, is mooi kleurig aan de buitenkant en dit door de kleuren van de bakstenen, maar ook door de mozaïeken op de buitengevels. Het oude, byzantijnse, kerkje was mooi vanuit zijn eenvoud en had, net zoals vaak, de klok gewoon aan een houten constructie hangen. Binnenin was de witte kerk zwart en vettig van het roet van het kaarsen branden... overal worden namelijk van die gele bijenwassen kaarsjes gebrand in en rond de Cypriotisch-Orthodoxe kerken.


De archeologische site van Agios Georgios was niet groot. Ze bevat resten van drie vroegchristelijke basilieken, een bad uit de 6e eeuw en een niet-ommuurde nederzetting uit de Romeinse en vroegchristelijke periode. Er staan geen grootse zaken terug recht, maar opnieuw (zoals over heel Cyprus), waren de opgegraven mozaïeken weer erg mooi! Deze site heeft mozaïeken met geometrische vormen maar ook met veel dieren, waaronder vissen, schildpadden, honden en een tijger... prachtig!

In Pegeia, erg belangrijk voor de regio vanwege de natuurlijke waterbronnen, stopten we eigenlijk alleen voor een late lunch. Via internet vonden we er een zaakje met een mooi, schaduwrijk terras in een grote tuin waar verschillende zelfgemaakte soorten gebak op de kaart stonden... dat klinkt dus als een plekje naar Ines hart. Het was er rustig en gezellig en lekker: het zelfgemaakte gebak was absoluut niet traditioneel Cypriotisch, dus dat viel wel een beetje tegen, maar de scone die Ine nam, was erg lekker. Johan was ook heel tevreden over zijn broodje.

Na ons rust- en eetmomentje reden we nog naar Lempa. Hier bezochten we enkel de archeologische site met resten van de oorspronkelijke woningen uit kopertijd van ca. 4500–3500 v. Chr. en daarnaast diezelfde, ronde, woningen bedekt met klei nagebouwd als hoe ze er hoogstwaarschijnlijk uitgezien hadden. Interessant!

Dan besloten we terug richting Paphos te rijden en te gaan bezichten wat ons de dag voordien niet meer gelukt was, namelijk de Tombes der Koningen. We parkeerden al bij ons appartement want die tombes lagen op wandelafstand. 
Toen we onze kaartjes gekocht hadden, hadden we nog precies één uur tot sluiting (en tot het donker was) om de tombes te bezoeken. We weten van onszelf dat we veel tijd spenderen in dergelijke archeologische sites, dus we wisten nu ook dat we wat door moesten doen.
De grootte van het grondgebied van de Tombes der Koningen bleek véél groter te zijn dan we gedacht hadden! Er zijn zeven grote begraafcomplexen, deels in de heuvels gehouwen, met steeds verschillende kamers en effectieve tombes. Daarnaast is er ook een kerk (deels) teruggevonden.

Delen van de ondergrondse crypte werden door de Romeinen en vóór hen de Ptolemaeën gebruikt. Het terrein dateert helemaal uit de 4e eeuw voor Chr. Doordat niet alles van dezelfde tijd is, is het één groot doolhof geworden. Deze dodengraven lijken op huizen van levende mensen. Er wordt gedacht dat dit is afgeleid van de tradities uit het Oude Egypte. Het graftombenetwerk is versierd met zuilen, bogen, trappen en elegante ontwerpen die in het steen zijn gemaakt. De lichamen werden ook samen met kostbare voorwerpen zoals sieraden begraven. Geen koningen, zoals de naam van de site suggereerd, maar aristocraten en andere belangrijke figuren uit de samenleving werden in de graftombes begraven.

We wandelden via een aantal treden in sommige complexen naar beneden, naar een ondergrondse hal. Van daaruit kom je in verschillende kamers met tombes terecht... echt gigantisch is deze locatie... en dan zijn de opgravingen nog bezig! 

Zoals overal werden de tombes, door de eeuwen heen, geroofd en zij de voorwerpen uit de graven verdwenen. Bepaalde graftombes werden in de middeleeuwen omgebouwd tot werkplaatsen en huizen. En vóór men wist van de archeologische schatten in de heuvels werd er ook serieus gegraven want de locatie was een groeve. Op verschillende resten, is te zien dat bulldozertanden schade aangericht hebben.

We geraakten nét voor sluitingstijd rond en tegn dat we terug op ons appartement waren gewandeld was het al goed donker.
's Avonds kookte Johan weer lekker, hielden we ons bezig met de foto's en sudoku. Ine hield de was bij om de voldende dagen voldoende schone en frisse kleding te hebben... onze kleding van deze dag was ferm vuil van in de kloof te wandelen en ferm bezweet van de zomerse (voor ons gevoel dan) temperaturen.

13 december 2025

Driehoeken

...om wat tijd te kopen om ondertussen nieuwe reisverslagen te maken...

scrol op deze pagina naar beneden voor de oplossing

12 december 2025

Maandag 1 december '25

Op 'Dag 5' van onze reis doorheen het zuiden van Cyprus hadden we in feite een 'reisdag'. We verlieten 's morgens ons appartement in Platres in het Troödosgebergte om dit te verruilen voor een appartement in Paphos aan de westkust van het eiland. Natuurlijk reden we niet in één lijn naar onze eindbestemming, maar maakten we ommetjes om nog zo veel mogelijk van het eiland 'mee te pikken'.

Zo reden we vanuit de bergen naar de uitlopers hiervan en stopten we in Omodos. De regio staat bekend om zijn druiventeelt op verschillende terrassen tegen de heuvels. Onderandere in deze streek vonden afgelopen zomer bosbranden plaats. 
Het was er op het moment van ons bezoek 13° en er vielen af en toe wat korte buitjes. Door de smalle steegjes wandelend, zoekend naar een kerkentoren, stuitten we ineens op de Timiou Stavrou-abdij, die midden in het centrum ligt.
Het klooster wordt ook wel het Heilige Kruisklooster genoemd, omdat volgens een legende ooit op de plek van het klooster, in een grot, een groot kruis is gevonden.
Wat ons van deze abdij bij is gebleven, is de mooie houten plafond op de etage van de kloostergangen... en een kat... die in eerste instantie erg volgend en lief was, maar toen, opeens, Ine probeerde te bijten... misschien omdat Ine haar uithoorde over of de monniken haar wel goed verzorgde?? 
Het verschil tussen de Grieks- en Turks Cypriotische katten is best groot, niet qua soort, kleuren grootte of zo, maar qua verbaliteit: de Grieks-Cypriotische poezen zijn veel minder verbaal... ze zijn vergelijkbaar met hoe de poezen hier reageren. In het noorden van Cyprus miaauwden ze er op los en voerde Ine er hele gesprekken mee.

Na ons bezoek aan de abdij wandelden we nog wat door de smalle straatjes. Spijtig genoeg eindigde de bewegwijzering naar een schuilkelder van de burgeroorlog op Cyprus en vonden we deze niet. We vonden wel het gebouw met de oude, grote wijnpers van het dorp.


Vervolgens reden we de Xeros-vallei in. De rivier Xeros kreeg die naam omdat het "droge rivier" betekent. Het grootste gedeelte van het jaar staat ze dan ook droog. Enkel tussen januari en april kan er water door stromen. In de vallei staan verschillende nog erg traditionele plattelandsdorpen, waaronder Pentalia. Hier gingen we op zoek naar de ruïnes van het Panagia Tou Sinti-klooster... en het er naar toe rijden was niet simpel... net vanwege die brede, droge rivierbedding en omdat die abdij echt in 'the middle of nowhere' ligt. In de droge bedding lagen ferm grote stenen waar Ine niet zomaar overheen kon rijden. We besloten op een gegeven moment ook om gewoon te parkeren en te voet naar de abdij te gaan. Het was zonnig en 18° geworden en het voelde zo warm dat het T-shirtenweer was!



De abdij is deels gerenoveerd, deels in ruïnes. De gerestoreerde kerk heeft een achthoekige koepel met vier ramen en stamt uit de eerste helft van de 16e eeuw. Het middenschip verkeert in goede staat en wordt beschouwd als een van de belangrijkste gebouwen uit de Venetiaanse periode. Het klooster bleef in gebruik tot 1927.

Het bijzondere aan de abdij was sowieso de afgelegen ligging, maar ook de palmbomen die er bij staan. We waren blij dat we er heen gereden waren... maar we besloten bij het terugrijden door die rivierbedding het toch iets anders aan te pakken: in plaats dat Johan, zoals bij de heenrit, enkel Ine over en langs de dikke keien dirigeerde, was hij bij het terugrijden ook even wegenwerker. Enkele keien werden vakkundig aan de kant gegooid en de gaten werden vakkundig weer gevuld met kleinere exemplaren... en zo geraakten we ook weer zonder schade aan de huurauto uit die rivierbedding...

Vervolgens reden we naar de havenstad Paphos. Hiermee werd een en ander van de planning geschrapt, maar daar stond sowieso te veel op maar het bezoekje aan de Panagia Tou Sinti-abdij, vooral de weg heen en terug, had lang geduurd.

In Paphos was het zelfs 23°, maar waren er ook wat wolken naast de zon. Onze truitjes bleven dus in de auto liggen terwijl wij op verkenning gingen. We startten die verkenning bij het Kasteel van Paphos. Dit oude fort ligt aan de haven van Paphos. Het is aanvankelijk gebouwd door de Byzantijnen om de haven te verdedigen. Naast dat het gebruikt werd als fort, was het een gevangenis, en de Britten gebruikten het als een opslagplaats voor zout.

Na onze lunch met falafels en brood gingen we naar het Archeologisch Park van Kato Pafos, wat dicht aan de haven van Paphos ligt.
Het park omvat bezienswaardigheden en monumenten uit de 4e eeuw voor Christus tot de Middeleeuwen, maar de meeste overblijfselen dateren uit de Romeinse tijd. De ingewikkelde en prach-ti-ge mozaïekvloeren van vier Romeinse villa's (de huizen van Dionysos, Theseus, Aion en Orpheus) tonen verschillende scènes uit de Griekse mythologie. Spijtig genoeg waren enkele grote mozaïeken, waarschijnlijk voor de "koude" winter vermoeden we, bedekt met een doek en kleine steentjes.


Het park omvat ook andere belangrijke monumenten, zoals het Asklepieion, het Odeon, de Agora, het Saranta Kolones-kasteel (ook "veertig-kolommen-kasteel") en de Limeniotissa-ruïnes van een vroegchristelijke basiliek. Hier wandelden we natuurlijk ook doorheen, maar op Cyprus zijn de archelogische vondsten niet zo groots als bijvoorbeeld in Italië. Op Cyprus zijn vooral de mozaïeken erg mooi teruggevonden.

Na de archeologische site reden we een klein stukje om in het oude stadscentrum van Paphos te geraken, dat lag net te ver om te voet te doen en weer op tijd terug te zijn voor onze afspraak bij ons appartement.


We wandelden langs enkele bezienswaardigheden aangegeven op een kaartje uit onze reisgids. Natuurlijk zaten daar een moskee en kerken bij, maar ook een Turks badhuis en een paleis. Ook vond Johan zijn gebruikelijk souvenir, een kookboekje van het vakantieland en deden we nog een terrasje.

Om 17u hadden we afspraak bij ons appartement voor de daarop volgende drie nachten. Nadat we al onze tassen en koffers binnengezet hadden, gingen we nog boodschappen doen. Koken deed Johan 's avonds niet. We gingen uiteten... véél te véél eten... we kozen namelijk een tweepersoons meze-schotel... de Cypriotische variant van de Spaanse tapas... lekker, die Griekse keuken!

11 december 2025

Dag 4 : meer Troödos-gebergte en abdijen

Vanaf zaterdagavond 29-11 tot en met zondagmiddag 30-11 werd slecht weer met veel regen en onweer voorspeld op Cyprus en vooral in het Troödosgebergte. De oorzaak hiervan was een storm met de naam Adel. Deze had dagen daarvoor al lelijk huisgehouden in Griekenland en op enkele Griekse eilanden (info). 's Nachts had het inderdaad een paar keer flink geregend en toen we 's morgens vertrokken, viel er ook regelmatig een bui.

We reden deze zondag naar de "cedervallei", meer specifiek naar het dal van rivier de Stavros tis Psokas in het Paphosbos. Dit ligt ook nog in het Troödosgebergte. Onderweg moesten we vaak aan de andere kant van de weg rijden vanwege gevallen stenen op de weg... die Adel, toch!
Beneden in het dal, in de vochtige mist, stopten we bij de abdij Stavros tis Psokas. Deze 19e eeuwse gebouwen zijn niet meer in gebruik als abdij. De hele locatie is omgevormd tot toeristische dienst, picnicplek en camping. Ook is de brandweer er gestationeerd om bij brand(-gevaar) op te kunnen treden vanuit het bos zelf.
We wandelden er naar een "wei" tegen een rotsheuvel waar tientallen moeflons opgesloten zitten. Dit gebied is ook de natuurlijke omgeving van de moeflons, maar we wilden toch even zeker zijn dat we ze, als nationaal symbool van Cyprus, gezien zouden hebben. De dieren zijn immers, in het wild, erg schuw en moeilijk te zien... misschien wel te ruiken... bah, het waren stinkerds, zeg!


Nadat we in het barretje een koffie dronken, reden we terug een eindje naar boven. De mist die er eerder hing begon hier en daar op te trekken... maar waar we gingen wandelen, hingen nog dikke regen wolken... en gelukkig hadden we onze regenjassen aangetrokken, want onderweg regende het met momenten ferm.

Onze wandeling haalden we uit onze Rother wandelgids en wordt er "Rond de Moutti tou Stavrou" in genoemd... en ja, we gaan ook bij slecht weer wandelen... De korte wandeling van 3 km liep op de flanken van een heuvel en door het bos dat er op ligt. In deze regio staan duizenden Cypriotische ceders. Deze endemische soort is nauw verwant aan de Libanese ceder. Deze bomen groeien vooral op hoogtes tussen 1000 en 1400 meter. De blauwgroene naaldachtige "bladeren" maken dat de regio steeds groen is... en op de grond zorgden die afgevallen naalden voor een mooie rode bodem. De mist, de groene boomtoppen en de rode bodem gaven een erg mooi, bijna mysterieus beeld aan het bos. Langs de flanken van de berg zorgden de wolken en mist ervoor dat er zo goed als geen uitzicht op de omgeving was, maar dat hoefde ook niet. De dag voordien hadden we al veel panorama's over het Troödosgebergte gezien. Het was een korte, maar erg mooie wandeling. En zoals verwacht, kregen we geen moeflons te zien of te ruiken.


Terwijl we onze weg terug reden, waren al veel van de gevallen stenen 'geveegd' met de bulldozer, maar het bleef toch goed opletten, want er waren echt serieuze stenen naar beneden gevallen. De abdij van Kykkos waren we 's ochtends voorbij gereden, maar bezochten we wel op onze terugweg. Deze abdij is de grootste en het rijkste van alle kloosters op Cyprus. Het is, net als de andere die we bezochten, een Cypriotisch Orthodox klooster. Het werd gesticht in de elfde eeuw en is gewijd aan de Maagd Maria. Hun pronkstuk is een icoon van Maria met Jezus, geschilderd door apostel Lucas, die de macht heeft om regen te brengen... en dat was die dag zeker gelukt!


De abdij heeft vele mozaïeken: aan de toegangspoort, op de muren van de kloostergangen en rondom de kerkingang. De blauwe, dubbele klokkentoren staat tegen de heuvel in plaats van in of tegen de abdij gebouwd. En het interieur van de kerk... blonk zo hard dat het misselijkmakend was...

Een bochtige bergweg bracht ons vervolgens naar het dorpje Kalopanagiotis. Hier gingen we opnieuw een abdij bezoeken... tja, die zijn er nu eenmaal véél op Cyprus... Ditmaal werd het de Agios Ioannis Lampadistis... een abdij ter ere van de heilige Johannes... Het was erg druk in het centrum van het dorp. Dit bleek door de kerstmarkt te zijn... een plek waar vele Cyprioten hun zondagmiddag wilden doorbrengen, blijkbaar... en wij? Wij móesten over die kerstmarkt want de abdij, met een drie-in-één-byzantijnse kerk, lag IN de kerstmarkt. Ook in deze kerk stond een veel aanbeden icoon, zichtbaar aan de typische offers voor genezing: zogenaamde ex voto, van die wassen lichaamsdelen en ijzeren plaatjes met een afbeelding op waarvoor men om genezing vroeg aan die heilige... bijzonder... een een 'fijne' marketingstrategie van de kerk natuurlijk...

Aangezien we toch wel een klein hongertje of was het een zoet 'goestingske' hadden gekregen van over die kerstmarkt te gaan, liepen we toch ook maar alle stalletjes na... en jawel, we scoorden loukoumades in siroop. Dit is een typisch Griekse zoete lekkernij die Ine al gehoopt had ergens tegen te komen op Cyprus!

De dag voordien hadden we naar het bezoekerscentrum van het Geopark van het Troödosgebergte willen gaan, maar was die gesloten. Terwijl we deze dag aan het rijden waren, had Johan hun website eens bekeken. Hij had er zwavelbronnen op gevonden... en já-a, daar moesten we heen natuurlijk! Terwijl we nog van de loukoumades aan het eten waren, zocht Johan op waar die bronnen lagen, zodat we die als onze volgende stop zouden kunnen bezoeken alvorens weer naar Platres te rijden... 


...en die zwavelbronnen bleken op weg van onze geparkeerde auto te liggen, op enkele honderden meters van de kerstmarkt! Meer precies liggen de zwavelbronnen langs de oevers van de Setrachos-rivier, naast, ook nog eens een fotogenieke, middeleeuwse Venetiaanse brug. Er liggen elf (koude) zwavelbronnen langs de riviervallei. En dit komt nergens anders op het eiland voor. 
Er worden therapeutische eigenschappen toegedicht aan het bronwater, zoals hun gunstige werking op spijsverteringsstoornissen en huid- en reumatische aandoeningen. Sinds de oudheid zijn deze bronnen met hun bijzondere eigenschappen al bekend. Er wordt beweerd dat een tempel gewijd aan Asclepios, de oude Griekse god van de geneeskunde, zich bevond op dezelfde plek waar nu het Agios Ioannis Lampadistis-klooster, dat waarvoor we in het dorp waren, staat.

10 december 2025

In het Troödos-gebergte (3)

Tijdens onze derde dag in Grieks-Cyprus, zaterdag 30-11-'25, werd het mooi rustig en zonnig weer, maar bleef het maar 11°C in de bergen van het Troödosgebergte... het werd een i-de-ale dag om onze geplande wandeldag te houden.

Vanuit onze 'thuisbasis' Platres was het een kwartiertje bergop rijden tot aan de start van onze wandeling, in het Troödos National Forest Park. We hadden het "Artemis Nature Trail" uitgekozen. Dit wordt één van de mooiste wandelroutes van het eiland genoemd en is niet al te moeilijk waardoor ook Ine vlot mee kon wandelen. De wandeling is een 7 à 8-tal kilometer lang en loopt over de flanken van de Olympos, de hoogste berg van Cyprus. Hij wordt ook "Chionistra" genoemd en is 1952m hoog. Het uitgestippelde Artemis-pad ligt op een hoogte van gemiddeld 1850 meter en loopt door bossen en langs open panoramische wandelweggetjes. De uitzichten waren prachtig!

De bomen op de bergflank, veelal naaldbomen, zijn oud en hebben vaak enorm dikke stammen. Eentje, een zwarte den waar we bij moesten poseren natuurlijk, is zelfs meer dan 500 jaar oud. Verder zijn de flanken erg rotsachtig omdat het gebergte ontstaan is door de opwaartse beweging van tectonische platen. Deze rotsachtige bodem bevat heel veel verschillende mineralen omdat de ondergrond van diep in de aarde, vanuit de aardmantel, opgeduwd werd. Naast ons verbazen over die oude bomen en de mooie uitzichten, vergaapten we ons ook continu aan de kleurrijke rotsen langs en op het wandelpad. Vooral het groene peridotiet (harzburgiet) viel op.

 

De belofte dat het een mooie wandeling was, werd meer dan ingelost! Écht erg mooi! We deden er 2,5 uur over omdat we steeds stopten om rond te neuzen, maar moeilijk was de wandeling helemaal niet... Gelukkig dat we deze wandeling met dit mooie weer konden doen: als het warmer was geweest, was het echt puffen geweest vanwege niet echt veel schaduw. Als het geregend of gesneeuwd zou hebben, was er nauwelijks beschutting en zouden de rotsen en stenen op het pad dit glad gemaakt hebben... en veel wind zou het op verschillende plekken akelig gemaakt hebben vanwege de afgronden... Enfin, maar voor ons, op die 30e november, ondanks de trui en jas, was het ideaal!


En oh ja, we zochten natuurlijk ook op wie die Artemis, waar het pad naar genoemd werd, ookal weer was. Onze kennis over de Griekse (en andere) mythologie blijkt namelijk nogal roestig te zijn geworden...:
Artemis is een Griekse godin. Ze is de dochter van oppergod Zeus en Leto (niet de vaste partner van Zeus) en de tweelingzus van Apollo. Ze is de godin van de jacht, de (zwangere) vrouwen en ook godin van de maan. Ze was heerseres over het wild.

Na onze wandeling daalden we de Olympus af tot in het dorp Troödos. Hier gingen we lunchen. Ine bestelde een lekker appelvlaaike en Johan koos de kaasplank voor 1 persoon uit... Deze bleek nogal veel te omvatten, maar ook bijzonder te zijn: hij kreeg één groot stuk parmezaanse kaas (en verder geen kaas) met daarbij broodstengels met sesam, 1/4 ananas, kerstomaatjes en 2 soorten appel...

Na het eten reden we naar het bezoekerscentrum van het Troödos geopark om wat meer over de geologie van het gebergte te leren... maar helaas, het centrum was gesloten. Buiten lag wel een opstelling van de typische volgorde van het gesteente dat in het Troödosgebergte voorkomt, ofioliet genoemd. In die volgorde aan gesteentes zit ook een laag waarin het mineraal asbest zit. Dit mineraal werd vroeger ontgind in deze bergen... dit stopte natuurlijk toen bleek dat het mineraal kankerverwekkend is. Van langs de weg konden we wel nog in zo'n oude asbestmijn kijken.

Onderweg kwamen we bordjes naar de Trooditissa abdij tegen. Johan besloot dat we onze route daarlangs lieten gaan. Al in 990 stond hier een abdij. De oudste gebouwen die er nu nog staan, zijn in de 18e eeuw gezet. De plek wordt specifiek bezocht door kinderloze koppels met een kinderwens omdat er een bepaald icoon van Maria staat die dit zou verhelpen.
De oudste gebouwen van de abdij waren mooi. De kerk was belachelijk overweldig bezet met bladgoud en andere blingbling... leven in soberheid, heet dat... bahbah...

Onze volgende stopplek was Foini. In dit dorpje maken ze 'speciale' Cypriotisch lokum ("loukoumi" genoemd op Cyprus)... Het grootste verschil met ander 'Cypriotisch fruit' (want 'Turks fruit' zeg je niet in Grieks-Cyprus, natuurlijk) zit'm voornamelijk in de volgorde van bereiding en in het feit dat er in Foini maar enkele smaken, gemaakt worden, namelijk de nog meest traditionele zoals bergamot en rozen. Ook kan je kiezen tussen met en zonder stukjes amandelnoot.
We gingen proeven (en kopen) bij een 'glyka', een plaatselijk "winkeltje" met huisgemaakte lokum... een beetje bijzonder: op een terras van een gewoon huis kon je, via een aparte deur, een klein winkeltje binnen nadat de eigenaar gezien had dat er iemand op zijn terras stond. In dit kamertje stond een tafel met de soorten van lokum dat ze te koop aanboden om te proeven...

Aangezien het na onze aankoop al tegen vijven aanliep en het donker werd, reden we nadien terug naar Platres, wat maar op enkele kilometers van Foini lag.

09 december 2025

Dag 2 : naar het Troödos-gebergte


Vrijdag 28 november werden we wakker in het Cypriotische Nicosia. Na ons prima ontbijt stapten we onze huurauto in om de hoofdstad van Cyprus weer te verlaten.

Een eerste plek die we bezochten was de Grotkerk Panagia Chrysospiliotissa, die op een twaalftal kilometers van de hoofdstad ligt. In een heuvel, op veertig meter boven de grond, werden enkele vertrekken uit de rotsen geslagen. Dit zou tussen de eerste en zevende eeuw gebeurd zijn. In de 8e à 9e eeuw na Chr. werd het een kleine abdij. Johan nam de trap, Ine de lift. Die monniken deden dat met een ladder, zeker? 

Een dikke tien kilometer verderop stopten al we opnieuw. We wandelden wat rond in het dorpje Peristerona, waar niet meer dan wat huizen, een orthodoxe kerk en een oude moskee staan. Het dorpje ligt aan de voet van het Troödos-gebergte, waar we de komende dagen zouden doorbrengen.

Het kleine bergkerkje Panagia Phorviotissa was het eerste van drie van dit 'type' kerkjes in het Troödosgebergte. Dit zijn 'dubbele' kerkjes: ze hebben een gebouw van natuursteen over het oorspronkelijke kerkje gebouwd ter bescherming van de onderstaande, byzantijnse, kerken die in klei zijn opgetrokken.
Deze Panagia Phorviotissa werd tussen 1099 en 1105 gebouwd nadat een man, na het overlijden van zijn vrouw, monnik werd. In de kerk zijn muurschilderingen ("fresco's" en "iconen"), in de typische byzantijnse stijl, van de 12e, 13e en 14e eeuw, aangebracht. Net als meerdere van deze bijzondere overgebleven kleurige kerkjes is deze ook UNESCO-erfgoed... 
enne, op Cyprus zijn die kerken, abdijen en kloosters (meestal) vrij toegankelijk (dus gratis)... in tegenstelling tot elders...

We reden nog langs het, bijna lege, stuwmeer Xyliatos. We hadden er een wandeling willen maken, maar doordat er maar zo weinig water in het stuwmeer stond, zou dat toch niet zo mooi zijn.

Na een tocht over een onverharde 'weg' doorheen de bergen kwamen we uit bij Stavros Tou Agiasmati. Dat is opnieuw zo'n overdekte byzantijnse kerk, maar deze heeft enkele erg speciale fresco's over thema's die nergens anders overgebleven zijn, schrijft onze reisgids.
Daar waar we in de vorige kerk de fresco's gewoon konden zien door openstaande deuren en daglicht, was het in dit kerkje stikdonker en was er ook een 'gids' die met een staande lamp en een zaklamp ons van zicht voorzag. Ze speelde een Engelstalige CD af die de geschiedenis en de bijzondere kenmerken van de fresco's en kerk vertelde. Zij volgde met haar zaklamp op... en wij volgden haar lichtje... oké, het ging ons te veel over al die apostellen, verschijningen, bijbelse taferelen en personages, maar het was interessant en mooi! ... ja, "mooi?", en neen, we vinden die schilderingen van al die heiligen en bijbelse taferelen niet 'mooi, mooi', maar ze zijn wel knap gemaakt. Ze zijn aangebracht op natte klei met allerlei natuurlijke kleuren en laten zien hoe belangrijk het geloof, overtuigingen en verhalen in die tijd waren. We vinden het wel echt kunst en op een manier 'mooi'. Zo'n byzantijnse kerken vertellen verhalen, door enkel naar de wanden te kijken.

Onze verderzetting van de route ging gewoon over een verharde asfaltweg. Dat reed toch net iets aangenamer dan de heenweg naar de Stavros Tou Agiasmati ;-)
Het Panagia Tou Araka-kerkje is het bekendste en het best bewaarde van deze kerkjes in het Troödosgebergte... maar wij vonden het minder mooi dan het vorige... het was een beetje te 'gaaf'.

Verder in de bergen stopten we nog in het dorpje Kyperounda. De dorpbewoners waren er druk bezig om hun kerstmarkt klaar te krijgen voor het weekend. We liepen er wat rond en hielden er ons vieruurtje.

Nadien reden we naar het dorpje Pano Plates. Hier hadden we, voor drie nachten, een appartementje geboekt, waar we zelf voor ons avondeten en ontbijt zouden gaan zorgen.