07 november 2019

Dag 14: Clearwater - Cache Creek - Sea to Sky Highway - Whistler

Op 28 september jl. startten we onze dag met een lange rit: We reden van Clearwater naar Cache Creek, op een dikke 200 km van elkaar. Het landschap veranderde compleet! Van een kleurig herfstlandschap reden we een landschap van grijze, afgeronde, kale heuvels in! Aan een stopplaats werden we zelfs, met een bord, gewaarschuwd voor ratelslangen! En er stond enorm snijdende, ijskoude wind! Het zag en voelde er erg guur... Het landschap leek er helemaal niet Canadees uit te zien! Zulke landschappen, weliswaar met aangenamere temperaturen, hadden we in de VS gezien, maar nog niet in Canada... 
We hadden er ook nooit bij stil gestaan dat er ratelslangen in Canada zouden zitten, maar blijkbaar dus wel... In British Columbia zit de "Northern Pacific Rattlesnake".

Onderweg zagen we plots een coyote. Deze, van nature, aaseter zat langs de weg te zoeken tussen de weggesmeten rommel... triestig, eigenlijk...

Onze eerste bestemming van deze dag was "Hat Creek Ranch", een landgoed vernoemd naar rivier de Hat Creek, die er doorheen stroomt. De huidige 'Hat Creek Ranch' is een soort Bokrijk-versie van hoe de "ranch" vroeger overleefde. De huidige opstelling is zoals die er in 1901 was. Sommige gebouwen dateren uit 1860.

In deze regio werd in 1858 goud gevonden. Dit trok goudzoekers aan. Deze sloegen (o.a.) hun tenten op op het landgoed van Hat Creek Ranch. De Ranch was immers gekend voor z'n maaltijden, gemaakt van groenten en dieren van op de eigen boerderij.
Van 1885 tot 1905 passeerde er de Cariboo Wagon Road. Over deze koetsweg voerde de "B.C. Expres Line" passagiers en goederen met paardenkoetsen. Deze meestal rijkere reizigers hadden onderweg slaapplekken nodig... en dat kon op een gegeven moment ook in de Hat Creek Ranch. Er werd een hotel en een slaaphut (voor meerderen samen) voorzien.
Daarnaast passeerde spoorweg, Transcontinental Railroad, in die tijd in de regio wat ook voor de nodige (door-)reizigers zorgde.

Onderweg in Canada kwamen we nog vele van dit soort boerderijen, nieuwe en oude, tegen. Deze bouwvorm wordt dus nog steeds gebruikt.

Nadat we de boerderij en het hotel bekeken hadden, wat we overigens best interessant vonden, werd de paardenkoets voor ons geroepen en werden we, in een replica van in de tijd van de "B.C. Expres Line", naar een nagebootst Shuswap-dorp gebracht. De Shuswap is één van de stammen van oorspronkelijke bewoners van British Columbia. We kregen er te zien hoe deze Canadese indianen (die overigens zelf niet "indiaan" gebruiken) leefden. Er was een "kekuli / puthuis" nagebouwd: Er werd een groot gat gegraven met een deuropening en dat vervolgens een koepel van grond met één of twee openingen kreeg. Die openingen in de koepel werden gebruik door de mannen. Deze hielden ook wacht op het dak van de kekuli. Vrouwen en kinderen gebruikten de gewone ingang, beneden. In het midden van de woning was een kampvuur. Daarrond werden 's nachts de dieren gezet en tegen de wanden lagen de 20 à 25 familieleden te slapen.
We zagen ook een (typische) tipi. Deze werden enkel tijden het reizen en/of jagen gebruikt daar deze gemakkelijk op- en af te breken en te dragen waren. Er werd ons ook uitgelegd hoe etenswaren verwerkt en bewaard werden. Ze deden dit rondom de kekuli (zodat ze dit ook konden bewaken van op het dak). Om het te beschremen voor dieven en/of dieren werden er cactussen ed. opgelegd.
Daarnaast zagen we een zweethut, droogrekken, hoe kleding van dierenhuiden gemaakt werd enz. Ook dit was allemaal heel interessant! Ine had willen vragen waarom deze volkeren zichzelf geen "indianen" willen noemen, maar dat durfde ze toch niet...

We werden door de paardenkoets teruggebracht naar de schuur met de smidse en gingen nadien lunchen in het restaurant. Ine nam "fried cheese", wat gewoon een croque/tosti kaas bleek te zijn met frietjes en Johan at een bison chili.

Na de lunch reden we de "British Columbia Highway 99, de "Sea to Sky Highway", op. Dit was anders dan we op voorhand gepland hadden: We hadden gepland dat we in de buurt van de ranch op een camping (die niet op voorhand te reserveren was) zouden verblijven en dan daar in de omgeving zouden gaan wandelen. We zouden dan de dag nadien vroeg op pad gaan omdat we ver moesten rijden... maar omdat het zo kaal en guur was daar, we ver zouden moeten rijden 's anderendaags en nadien niet zo veel tijd hadden voor Whistler, besloten we die dag al een gedeelte van die Highway 99 te rijden...

Gelukkig hadden we nu de tijd om deze route te rijden. Het zou jammer geweest zijn als we hier door hadden moeten "jagen" om op tijd in Whistler te zijn... De route was héél mooi en divers, maar ook heel bochtig... 

We reden er door de "Coast Mountains/Kustgebergte", met hun vele ijskappen. Onderweg reden we ook een tijdje door de verse sneeuw (foto 2)... ineens was die er... en dat terwijl we niet meer zo hoog zaten als in de Rocky Mountains. Van de dieren waarvoor we onderweg gewaarschuwd werden (via verkeersborden), zagen we er niet één. Ine zag wel nog een coyote langs de weg snuffelen.

Naast even in de sneeuw te stoppen (foto 2), stopten we bij een érg drukke stopplaats bij "Joffre Lakes Provincial Park". Er waren wandelingen naar drie meren. We wandelden enkel naar het laagst gelegen meer (foto 3) "Lower Joffre Lake", de kortste wandeling. Deze meren worden "gevoed" met water van de hogergelegen gletsjers.

Onderweg waren we nog geen kampeerplaats tegengekomen. We wilden dan in één van de twee stadjes vóór Whistler kamperen... maar daar waren helemaal geen campings! Dus reden we maar verder... 
De eerste camping die we in Whistler tegenkwamen... was de camping waar we voor 's anderendaags gereserveerd hadden... en gelukkig hadden die nog een plaats voor deze nacht! Zo op een camping staan is toch veel veiliger dan gewoon "ergens" langs de weg...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten