27 oktober 2017

Dag 15 Ethiopië

We startten onze vijftiende reisdag op de zaterdag-/weekmarkt van Lalibela. Op zich hadden we al enkele markten meegemaakt in Ethiopië, maar ze blijven een belevenis: álles is er te koop. Supermarkten bestaan enkel nog maar in grote steden en kleinere winkeltjes hebben nooit een groot assortiment. De markt blijft daarom heel belangrijk voor de Ethiopiër, zowel om er boodschappen te doen, maar ook om er een centje te verdienen met de verkoop van de opbrengst van zijn grond. De kleine verkopers doen er ook nog vaak aan ruilhandel.
Op deze markt zagen we ook honingverkopers. De honing van Lalibela zou erg gekend zijn voor zijn lekkere smaak. Hij was inderdaad lekker, maar net zo lekker als goede, verse imkerhoning van bij ons. Honing is er sowieso "bijzonder" in Lalibela en omstreken omdat koning Lalibela, zoals in het vorige bericht ook te lezen, geboren werd met honing rondom zijn mond. "Lalibela" betekent overigens "hij die herkend werd door de bijen".
We zagen drie soorten honing: witte, gele en zwarte. Bij de witte honing wordt het laagje was, dat de bij aanbrengt op de honing, weggeschrapt. Bij de gele zit de was er bij. De zwarte honing kan ofwel komen van bepaalde bloemen, maar kan ook na een bepaald verhittingsproces ontstaan. Dat hebben we eigenlijk niet verder uitgevraagd... Zoals bijna alles zat ook de honing in gele bidons en werd deze overgegoten en/of met de blote handen overgeschept in kleinere potjes voor verkoop... Hoezo voedselveiligheid!? ;o) We zijn er niet zeker van, maar we vermoeden dat de Ethiopische imkers niet met die witte imkerpakken werken...

Wat we toch wel bijzonder vonden in Lalibela was de manier waarop ze de aanwezigheid van een slager aanduidden. Over de rest van het land worden slagers aangeduid met een rood kruis of rode ster en halve maan op een witte barakje. In Lalibela hingen ze de luchtpijp en longen van een rund buiten om een slagerij aan te duiden... Bijzonder... iiieeeuwwww!

De dag voordien was het ons niet meer gelukt om het museum aan de en van de rotskerken van Lalibela te bezoeken. Dit deden we daarom na ons marktbezoek.

Nadien was het tijd voor onze "kookworkshop"... enfin veel konden/mochten we zelf niet doen, maar toch was het een fijne belevenis: We sneden een uitje fijn. Johan bakte het op (foto 2, terwijl de schattige kleindochter het vuur nog wat opwakkerde). Er werd water toegevoegd en de pot met shiro-mix (gedroogde kikkererwten, tuinbonen en verschillende kruiden gemengd en fijngemalen) werd er bij genomen, zodat Johan enkele lepels hiervan onder het water kon mengen... en klaar was de shiro! We hadden nooit gedacht dat onze geliefde shiro zó gemakkelijk te maken viel!
Onze gastvrouw, in wiens woning we waren, had verder al gezorgd voor de typische fasting (veganistische) "wots" (= stoofpotgerechtjes): "onze" shiro, tegabinomisir wotye-tikil gomenye-kaey sir dinich wat,  gomen wat en sla met tomaatjes. Zij had naast injera ook lekker ongeresen brood gemaakt. De familie stond erop dat wij als eerste aten en zij aten onze overschot op... dat voelde wel vreemd, maar zo wilden ze het persé...

Terwijl de koffie gemaakt werd, gingen we kijken hoe ze injera's bakken. Het deeg hiervoor moet gefermenteerd worden (verzuren). Hoe lang de fermentatie moet duren, is afhankelijk van de buitentemperatuur. Over het algemeen duurt het twee à drie dagen eer het injeradeeg klaar is. Het échte injeradeeg wordt van 100% teff-meel gemaakt, maar aangezien dit nogal duur is, wordt het vaak gemengd met ander meel.

Na onze tweede koffie, die nog steeds goed smaakte, waren we benieuwd hoe die derde 'slappe' koffie (lees hier over de koffieceremonie) zou smaken... maar toen kwam "de heer des huizes" thuis... en begon de ceremonie opnieuw... en kregen we dus weer een sterke koffie... We zullen het dus niet weten, hoe dat slappe koffietje smaakt...

Eigenlijk hadden we deze middag een vrije middag, maar we wilden nog wat meer zien. We boekten daarom een extra activiteit met onze gids en bezochten zo de Nakuta La'ab abdij. Deze abdij ligt op zes kilometer van Lalibela. Ze werd gesticht door de neef van koning Lalibela. Het is zowel een abdij als een klooster en er wonen nog steeds monniken en zusters.
De abdij is tegen een heuvelkam gebouwd. Door het gesteente heen drupt steeds (door het gesteente gezuiverd) water naar beneden. Dit wordt opgevangen door speciaal, door het water gevormde, schalen. Het water wordt als gezegend en geneeskrachtig beschouwd... en zou al velen genezen hebben.

De priester van de abdij wilde maar al te graag de schatten van de Nakuta La'ab tonen en poseerde hiermee steeds voor een foto (foto links).
De stok waar we beiden op leunen, is overigens een "bidstok". Hij is op de twee manieren te gebruiken zoals wij tonen... voor als lang staan bij het bidden wat moeilijker wordt...

Voor 's avonds hadden we een tafeltje gereserveerd bij "Ben Abeba", een café-restaurant van een Schotse dame dicht bij ons hotel in Lalibela. Waarschijnlijk is het uitzicht er bijzonder mooi, maar wij zijn er niet bij daglicht geraakt (zoals in het grootste gedeelte van Afrika is het, het hele jaar, slechts licht tussen 6 en 18 uur). Wat leuk was, was dat de dochter van de dame waar we de kookworkshop hadden, in dit restaurant werkt. Zij was bijzonder trots dat ze ons opnieuw kon bedienen... Het was echt een leuk gezin!

Deze avond maakten we het later dan andere avonden. Er was die avond namelijk de "Tsigie ceremonie", een ceremonie aan de "Biete Maryam", de rotskerk voor de Heilige Maagd Maria. Met de ceremonie wordt de vlucht naar Egypte van Maria, Jozef en de pasgeboren Jezus herdacht. Het feest duurt veertig dagen, waarin de gelovigen de keuze hebben om te vasten. Tijdens deze periode wordt iedere zaterdagavond van 21u tot zondagochtend 9u een viering gehouden (info). Bij de viering zijn alle 82 priesters aanwezig en voeren zij, twaalf uur lang, rituele dansen en liederen uit.
Het leek ons enige tijd dat ze steeds hetzelfde "wauwelden", maar aan de reacties van de priesters en de gelovigen uit het publiek (in het wit gekleed) zat er wel degelijk een 'verhaal' in. Nadat we een uurtje aan het kijken waren van op de rots naar beneden begon het tempo van het lied te veranderen en lijnden de priesters zich op in twee rijen. Al zingend bewogen ze zich heen en weer op het ritme van de kerkdrums. Toen er enkele priesters volledig in het wit met bidparasol, wierook, kaarsen en hoorn bijkwamen, werden de priesters en het publiek helemaal enthousiast... om vervolgens weer over te gaan op hetzelfde eentonige gewauwel... Deze opbouw zou zich nog enkele keren herhalen die nacht, maar wij vonden het lang genoeg duren... en waren vooral de aanwezige respectloze toeristen meer dan kotsmoe! Onze gids vond het zelfs nodig om zich naar ons toe te verontschuldigen voor het gedrag van deze barbaarse mensen! On-ge-loof-lijk dat ze zich niet stil konden houden! Wij vonden het een hele eer dat wij deze ceremonie, als niet gelovigen, mochten meemaken!

Het nut van de bidstok werd ons ook meteen duidelijk toen we hoorden dat de priesters 12 uur lang moesten bidden, zingen en dansen... eventjes lui gaan hangen, is geen overbodige luxe in zo'n geval...

Hieronder zie je een filmpje van de ceremonie. Dit filmpje werd echter enkele jaren geleden opgenomen, maar de uitvoering van de ceremonie is hetzelfde als wat wij zagen... In het begin lijkt het alsof er helemaal niks gebeurt, maar dat verandert... :

Geen opmerkingen:

Een reactie posten