18 november 2024

Zondag 29 september (Dag 16)

Op de ochtend van zondag 29-9-'24, aan ons hotel aan de oevers van de Atlantische Oceaan, waaide het hard en viel er af en toe een flinke bui... beetje triestig weer, maar we moesten het er mee doen...

Na ons ontbijt stapten we de auto in en reden we de brug over naar Achill Island. Dit eiland is het grootste van Ierland. De ondergrond is voor 87% veen... zompige boel, dus.. Door de mooie stranden, grillige kusten en eenzame heide- en veenvlakten is het eiland steeds meer toeristen gaan aantrekken... ook weekendtoeristen, merkten we... En ook was er blijkbaar die zaterdag voordien iets te doen geweest. Er waren verschillende tijdelijke parkeer- en campeerplaatsen waar de mensen net aan het wakker waren... vandaar dat we zo moeilijk een slaapplekje hadden gevonden... wat er precies te doen was geweest, hebben we niet weten te achterhalen.
Op het eiland volgden we Johans, op voorhand, uitgestippelde route... op de meeste stranden na: vaak zijn die toch vergelijkbaar met elkaar én het was niet bepaald "strandweer" ;-) We reden tegen de klok in het eiland rond.

We stopten een eerste keer bij "Slievemore Deserted Village". Op de parkeerplaats van het naburige kerkhof stond een kudde schapen, weliswaar nog in de regen, maar ze stonden wel te schuilen voor de felle wind... ocharme... Het viel trouwens op dat de Ierse schapen wel erg grote gekleurde vlekken opgespoten krijgen ter herkenning... het maakte ze er niet mooier op!

Het verlaten dorp Slievemore ligt aan de voet van de zuidhelling van de berg Slievemore. Het bestaat uit de overblijfselen van bijna 100 traditionele stenen huisjes. Ze liggen aan weerszijden van een eeuwenoud pad. Hierdoor zijn ze bijna allemaal in dezelfde richting gebouwd. Het 'dorp' - letterlijk drie verschillende groepen huisjes - strekt zich uit over een afstand van ongeveer anderhalve kilometer. Er wordt aangenomen dat het dorp tijdens verschillende stadia van de geschiedenis bewoond is geweest, waarbij sommige gebouwen mogelijk bovenop eerdere woningen zijn gebouwd. 
Door studie van de veldsystemen rondom het verlaten dorp is vastgesteld dat de nederzetting op zijn minst dateert uit de 12e eeuw. Er zijn ook resten gevonden daterend uit de 3e of 4e eeuw voor Christus. Dit duidt op bewoning in het gebied zo'n 5000 jaar geleden.
Aan de meest recente bewoningsperiode kwam begin 20e eeuw een einde, toen de huisjes door de lokale bevolking enkel werden gebruikt tijdens de zomermaanden. Tijdens deze maanden woonden ze er om hun vee op de berghelling te laten grazen. Voor de wintermaanden keerden de bewoners keerden terug naar hun huizen in de dorpen Pollagh en Dooagh.


Vervolgens reden we naar Achill Henge... wat toch wel iets "bijzonder" was... Ine had totaal geen idee waar we heen gingen en had, vanwege het achtervoegsel "henge", steencirkel, een constructie stenen uit de oudheid verwacht... maar dat was het net niet... het was net wel even droog...

Achill henge is een betonnen constructie uit 2011 (heel recent dus). Het bestaat uit een cirkel van dertig betonnen kolommen met daarbovenop een ring van beton. Het is ruim 4 meter hoog en 100 meter in omtrek. Er werd geen moeite gedaan om te verwijzen naar echte steencirkels in de regio of het land. De term Achill-henge kan worden geïnterpreteerd als een verwijzing naar de culturele onnauwkeurigheid van de structuur in de lokale context, aangezien henges in Ierland eenvoudigweg steencirkels worden genoemd... een moderne kunstwerk, dus!
Ondertussen staat er graffiti op en ligt er allemaal troep in... die nu bij het kunstwerk horen.

Na een kwartiertje rijden daalden we één van de vele kliffen die het eiland rijk is naar beneden en kwamen we uit op Keem Beach. Het was opnieuw gaan regenen en waaien. Ine vond dat ze het strand voldoende goed zag van in de auto. Johan stapte wel uit en wandelde wel tot op het strand. Ze waren er aan het kitesurfen... de stevige golven waren er goed voor... Voor deze kust komen trouwens reuzenhaaien voor.

 

Terug naar het oosten, naar het midden van het eiland, reden we de Minaun Heights op... Terwijl we die steile berg opreden en we moesten worstelen met de Fiat 500 tegen de felle wind, lachten we dat we vast de enige idioten zouden zijn die die dag deze 466 meter hoge berg op zouden rijden om het uitzicht over het eiland te bewonderen... met al die bewolking... toen we vertrokken, kwam er nog iemand aangereden. We weten natuurlijk niet of dit ook zo'n idioot was die naar het uitzicht kwam kijken...
... enfin, het waaide er "flink": het leek zelfs op IJslandse toestanden...  Ine vindt het dan altijd leuk om 'op de wind te gaan liggen'... maar doordat de wind vaak plots minder sterk werd en de ondergrond wel heel erg hard en nat was, durfde ze zich niet helemaal op de wind te 'leggen'... maar het is wel altijd lachen!
En ondanks die dichte bewolking was het 180° uitzicht op de Minaun Heights het oprijden ervan de moeite waard!

Het Achill Eiland was echt wel mooi! Uitkijkend op een uitkijkpunt naar één van de vele baaien van het eiland kregen we de witte kliffen van "White Cliffs of Ashleam" te zien... het was even droog, maar er was geen zon. Dit maakte dat de kliffen niet op hun witst waren, maar zelfs zo was het er prachtig!

We reden verder het zuidelijkste puntje van het eiland rond en kwamen zo langs "Grace O’Malley’s Townhouse", de toren van Kildavnet. Hij zou gebouwd zijn door de Clan O'Malley. De legendarische piratenkoningin Grace O'Malley zou er in de 16e eeuw hebben gewoond. 
Er staan meer van dit soort torens langs de Ierse kust, die waarschijnlijk door haar of door haar familie gebouwd zijn. Deze versie is zo'n twaalf meter hoog en stamt uit de 15e eeuw. Vroeger was het een strategisch punt, tegenwoordig gewoon een prachtige plek met uitzicht.

En na die toren waren we al snel bij de oude St. Dimpna kerk van Kildavnet... en aangezien diezelfde Dimpna de patroonheilige van Geel is... waar Johan geboren en getogen is... moesten we daar toch echt wel langs gaan!

Dimpna was de dochter van een heidense Ierse koning en een christelijke moeder. Haar moeder liet Dimpna in het geheim dopen door haar biechtvader Gerebernus. Toen het meisje nog een kind was, stierf haar moeder. Haar vader is radeloos en zoekt naarstig naar een nieuwe echtgenote, maar niemand kan de plaats van zijn overleden vrouw innemen. Als laatste wil hij zijn dochter dwingen met hem te trouwen. Dimpna vlucht daarop met Gerebernus naar het vasteland van Europa. Ze komen in de Lage Landen terecht en vestigen zich in de bossen in de Kempen. Hier leven beiden als kluizenaars en zorgen voor de armen en behoeftigen. Haar vader is hen achtervolgd en na enkele jaren vindt hij beiden in hun kluizenaarsverblijf. Wederom dwingt hij Dimpna om met hem te trouwen en haar biechtvader moet het huwelijk sluiten, maar hun antwoord is een duidelijk neen. Hierop ontsteekt haar vader in razernij, onthoofdt zelf zijn dochter en laat Gerebernus door zijn dienaren onthoofden.
De relieken van de twee martelaars, die zich als bij wonder in mysterieuze witte sarcofagen bleken te bevinden, werden overgebracht naar Geel. Op haar graf deden zich genezingen voor en dat bracht pelgrims, vooral geesteszieken, naar Geel. Deze devotie ligt aan de basis van de latere gezinsverpleging voor psychiatrische patiënten te Geel. 

De resten van deze oude kerk van St. Dimphna dateren uit de 17e eeuw en staan op resten van een 15e eeuws kerkje. Dimphna zelf leefde veel vroeger, namelijk van het einde van de 6e eeuw tot ergens in de 7e eeuw. In het begin van de 7e eeuw liet ze hier een eerste kerk zetten.

Hierna reden we het Achill eiland af en weer het Ierse eiland op. We reden verder naar het 'schattige' Westport.
We parkeerden langs een promenade met bomen en oude stenen bruggen over de rivier de Carrowbeg. En liepen het stadje in... het zou er nog ongeveer hetzelfde uitzien dan hoe dit stadje er in de 18e eeuw uitzag. De straten ademen geschiedenis en dankzij de kleurrijke winkelgevels hebben die een verrassend vrolijk uiterlijk. Het werd in de jaren 1780 ontworpen en gebouwd als woonplaats voor de arbeiders en huurders van John Brown van herenhuis Westport House. Hier reden we niet langs. 

Ons bezoek aan Westport was sneller afgelopen, zelfs met koffie- en gebakpauze, waardoor we nog keuze hadden in wat we zouden gaan doen: Ofwel konden we, zoals op de planning, naar Louisburgh gaan; ofwel deden we al een gedeelte dat voor 's anderendaags opstond met als extra een abdij. Waarschijnlijk was het namelijk op dat moment beter weer dan het 's anderendaags zou zijn. We kozen daarom voor het laatste. Ook omdat in die kleine stadjes ook weer niet veel te zien en doen is.

Na een half uur naar het zuiden rijden, stopten we bij Aasleagh falls. We bekeken de waterval over een brug over de Erriff en we wandelden ook een stukje om ze langs zij te zien.

De Aasleagh Falls ligt dichtbij de plek waar de graafschappen Galway en Mayo samenkomen. Het ligt aan de Erriff-rivier, die uitmondt in Killary Harbor en vervolgens naar de Atlantische Oceaan. De waterval ligt in een afgelegen en landelijk gebied en worden omgeven door prachtige landschappen van eeuwenoude bossen en bergen.

Vervolgens reden we de prachtige vallei Doolough valley door. Het weer was echt niet super: dikke bewolking met af en toe buien van gemiezer... maar eigenlijk gaf dat de omgeving, tussen de hoge bergen, ook weer iets speciaals.

De Doolough-vallei is vernoemd naar het 'zwarte meer' Doo Lough. Dit is 4 op 1 km groot en bevat heel veel vis (beekforel, zeeforel, baars, zalm, zalmforel, driedoornige stekelbaars en de ernstig bedreigde Europese paling). Ook in de kleinere meren in de vallei, Finlough (731x365 m) en Glenullin Lough, valt heel wat te vissen. We zagen hier en daar ook wat vissers in het water staan.
De route door de vallei slingert tussen het Mweelrea gebergte en de Sheeffry Hills. De hoogste top van het Mweelrea gebergte is 814 meter en die van de Sheeffry heuvels 772.

Alvorens naar onze overnachtingsplek te rijden, reden we nog naar de ruïnes van "Murrisk Abbey"... tja, weer ruïnes van een abdij... ja inderdaad, maar Ierland was (en is) dan ook supergelovig... en op deze plek zou, in 1457, het eerste kerkje gezet zijn door/in opdracht van de heilige saint Patrick. Bovendien staat deze mooi, met de berg Croagh Patrick op de achtergrond. 

Deze zondagavond hadden weer ruimte zat om onze avond door te brengen en te overnachten. We hadden, tegen een scherp prijsje, de "beautiful cottage in Louisburgh" geboekt... en dat was een gewoon huis met drie slaap- en twee badkamers... mogelijk na een overlijden of een verhuizing aangehouden om te verhuren?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten