Het werd die donderdag 26 september 2025 echt een dag met schijtweer... maar eigenlijk ook maar de enige dag van heel onze reis met dit weer... Het regende van 's morgens tot 's avonds en de ene keer al harder dan de andere. Toch deden we de rondrit die we gepland hadden, maar andersom...
Na een uur rijden kwamen we aan bij "Glencolmcille Folk Village Museum". Na het kopen van een toegangsticketje kregen we, lekker ouderwets, uitleg op een aantal geplastificeerde papieren mee. We waren vroeg, net na openingstijd, binnengegaan. Dit maakte dat de deuren nog in allerijl open gemaakt moesten worden en het introductiefilmpje nog opgestart moest worden. In dit filmpje leerden we hoe en waarom dit museum net op deze plaats geplaatst werd.

Het Folk Village Museum was het initiatief van een gedreven pater en zijn parochianen. Ten tijde van de aankomst van de pater, in 1951, leed de parochie van Glencolmcille onder een langdurige cyclus van werkloosheid en emigratie. Gedurende de volgende drie decennia werkte de pater mee om deze cyclus te helpen doorbreken. Hij lobbyde voor voorzieningen, organiseerde gemeenschapsprojecten en ondersteunde de ontwikkeling van lokale handel. Het Folk Village was een van zijn ideeën om de parochie welvarender te krijgen. Samen met de parochianen werden in 1967 drie typisch Ierse huisjes gebouwd en ingericht. Nadien werd het museum nog uitgebreid tot een cluster van verschillende typisch Ierse huisjes, bekend als een ‘clachan’. Tot de dag van vandaag is het volksdorp nog beheerd door de lokale bevolking. Het wordt omschreven als een van de beste musea over levende geschiedenis van Ierland.

Elke woning is een replica van een huisje dat door de lokale bevolking werd gebruikt. Het is compleet met de meubels, kunstvoorwerpen en gebruiksvoorwerpen die destijds gebruikt zouden zijn ingericht. Het eerste huisje laat zien hoe men leefde in de streek rond 1700. Het tweede werd ingericht hoe er in 1850 geleefd werd, het derde hoe dit in 1900 was. Er is ook een gereconstrueerd schoolgebouw, een visserswoning en een kleine pub-kruidenier die extra inzicht bieden in het Ierse leven op het platteland in een van de meest afgelegen gebieden van Ierland.
We houden wel van dit soort musea, waar altijd een veelheid aan oude dagelijkse gebruiksvoorwerpen te zien zijn. Doordat er steeds een ander huisje was voor een bepaalde tijd, stapte je steeds benieuwd en nieuwsgierig het volgende huisje in. We wisten namelijk dat we steeds verder in de tijd stapten en dat de leefomstandigheden telkens verbeterden... maar dan verbazen we ons nog steeds over hoeveel er veranderd is de afgelopen eeuw! ... en ook weer niet want sommige gebruiksvoorwerpen zijn nog steeds zoals die eeuwen geleden bedacht werden!
Na een dagsoep (Johan) en een
scone met gelei en boter (Ine) in het ouderwetse museumrestaurantje reden we naar de
St. Columba-kerk, nog in
Gleann Cholm Cille / Glencolmcille. Dit dorpje bevindt zich overigens in de "
Gaeltacht". Zo worden de regio's genoemd waar iedereen onderling
Iers (en niet Engels) spreekt.
Bij de kerk start de "Gleann Cholm Cille (Glencolmcille) Turas", een soort kruisweg voor pelgrims... niet dat dát ons boeit, maar de 'stations' zijn megalithische monumenten uit de préhistorie... en die 3 à 4.000 jaar oude bezienswaardigheden interesseren ons wel erg. De kruisweg is een rondtocht van 5,5 km, dus leek ons dit wel een fijne wandeling... ondanks de regen.
Meteen bij de kerk ligt de eerste, van vijftien, 'staties'. Hier liggen de resten van een 10-meter lang
dolmen.
Deze statie wordt door de pelgrims, net als alle andere, drie keer omcirkeld, waarbij hij altijd met de klok mee rond de stenen loopt. De gebeden die hier knielend moeten worden uitgesproken zijn het Credo, vijf Onze Vaders en vijf Weesgegroetjes. De pelgrim plaatst dan zijn rug tegen de steen en doet afstand van ‘de wereld, het vlees en de duivel’. Vervolgens loopt de pelgrim twee velden naar het westen, naar de volgende statie. Terwijl ze tussen de staties van de Tura's lopen, worden de vijftien 'tientjes' van de rozenkrans gebeden. Deze gebeden moeten drie keer worden voltooid voordat het eindstatie wordt bereikt. De tweede statie, honderd meter verder dan de eerste, is een 'high cross/keltisch kruis' van 1,85 m op een altaar... en nadien zijn we nog verder gewandeld, maar hebben we geen enkele statie meer gevonden. We hadden ook geen plannetje van de tocht... en misschien, omdat de route maar open is van 9 juni tot 15 augustus, is de bewegwijzering weg in periodes daarbuiten?
"
Malinmore Meghalitic Cemetery" was onze volgende stopplaats nadat we onze wandeling gestaakt hadden. Terwijl het nog steeds regende en we al flink nat waren, stapten we voor dit monument een schapenwei in, vlak naast het erf van een boer.
De Malin More dolmen zijn een reeks van zes graven die zich uitstrekken van west naar oost en 90 meter lang zijn. Er zijn lichte aanwijzingen die erop wijzen dat de graven mogelijk bedekt waren door één enkele steenhoop met rechte zijden.
De tombe van Cloghanmore was, toen hij halverwege de 19e eeuw werd ontdekt, een ruïne van kamers en galerijen waarvan de dekstenen van de draagstenen opzij waren gegooid. Mogelijk werd het monument al in 3.600 voor Chr. geplaatst. Het werd toen op landbouwgrond gebouwd. Nadien veranderende de weersomstandigheden en werd het graf begraven in het moeras. In de 19e eeuw ontdekten turfarbeiders het en groeven het uit het moeras. Vervolgens werden de stenen jarenlang gebruikt door weg- en bouwaannemers. Rond 1886-1887 werd het monument schoongemaakt en gereconstrueerd. Een kwartiertje rijden vanuit Cloghanmore bracht ons op de parkeerplaats van "
Slieve League". Van de parkeerplaats tot aan de kliffen was het zo'n 2,5 km wandelen tot aan de op één na hoogste kliffen van het
eiland. Deze kliffen zijn 601 meter hoog en érg mooi! Waarschijnlijk hadden we net geluk dat het de afgelopen uren geregend had: de kliffen hadden nu mooie donkere kleuren! Het waaide er ont-zet-tend hard. Ine bleef in de buurt van het uitkijkplatform. Johan wandelde nog de heuvel op... maar ook niet helemaal, wat een wind!
Onderweg terug naar ons vakantiehuis in Donegal stopten we nog bij "Bruckless Round Tower" in An Bhroclais / Bruckless... maar dit is geen echte typische Ierse "round tower". Hij werd immers nog maar een eeuw geleden gebouwd en er stond er voordien geen. Échte round towers werden vanaf midden negende eeuw tot midden twaalfde eeuw gebouwd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten