Opnieuw kozen we ervoor om, vanwege het weer, richting het zuiden te rijden. We gingen 29 november '23 geen stadsbezoek brengen, maar gingen nogmaals wandelen.
We reden naar Sortino, naar de 'Valle dell'Anapo', de vallei van rivier Anapo. Op die plaats vormt de rivier een canyon en bevindt zich het traject van de voormalige spoorlijn tussen Siracusa en Ragusa. De sporen van dit smalspoortraject zijn weg en zo bleven fijne brede wandelpaden over.
In ons wandelgidsje stond ook een wandeling in die omgeving uitgestippeld. Deze wandeling maakten we niet, maar we maakten wel een vergelijkbare, maar minder zware, tocht van 4 uur (11 km). We kregen deels licht bewolkt weer en zo'n 18°C: ideaal wandelweer! Gezien de "uitdagende" ondergrond en steile hellingen moesten we ons registreren bij ons vertrek (en bij terugkomst).
Nadat we door enkele onverlichte tunnels moesten lopen, zagen we al snel na vertrek een eerste groot aantal rotsgraven uitgehouwen in de flanken van het Hibleïsche gebergte boven ons. Omdat men een brug in het oude spoortraject aan het renoveren was, moesten we een gedeelte van de wandeling op de oever/het momenteel droogstaande gedeelte van de Anapo stappen. Het was zeker niet gemakkelijk wandelen over de ronde, losliggende keien, maar was wel een fijne afwisseling van de vlakke spoorwegbedding.
Terug op het vlakke pad passeerden we een grot waarheen enkele trapjes liepen. Natuurlijk moesten we even gaan neuzen wat daarbinnen te zien was. De grot bestond uit enkele gedeeltes. Of dit ooit een graf, woning of opslagplaats was, weten we niet, maar we vonden het wel interessant.
We volgden vervolgens het oneffen pad naar "Necropolis Filiporto". Doordat verderop het pad duidelijke bewegwijzering ontbrak, moesten we een stukje heen en weer stappen vooraleer we weer in de juiste richting wandelden.
Necropolis Filiporto is onderdeel van de rotsgraven van Pantalica. Deze rotsgraven zijn verdeeld over een viertal dodensteden/necropolissen. Filiporto is het gemakkelijkst bereikbaar. De rotsnecropolis van Pantalica staat sinds 2005 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De duizenden rotsgraven op deze locatie stammen uit de 12e tot de 8e eeuw voor Chr. Het gedeelte dat wij bezochten, Filiporto, zou uit zo'n 500 graven bestaan. Ook liggen er resten van een byzantijns dorp in de buurt van de hellingen met graven. Er is ook en kerkje te zien. Alles wat in de graven, huizen, grotten lag, hing en te vinden was, ligt er natuurlijk niet meer in, maar dat maakte het niet minder interessant.
We vonden het een erg mooie, gevarieerde en interessante wandeling.
Het enige wat die dag verder op ons programma stond, was opnieuw een bezoekje brengen aan de Etna in de donker. Ditmaal hadden we het plan opgevat om naar de plek te rijden waar we enkele dagen voordien, op weg naar de kabelbaan, stil gestaan hadden. Daar wisten we immers van dat de toppen van de Etna die uit aan het barsten waren, goed te zien waren en dat we er veilig konden staan wachten tot Etna zich roerde... en ja, hoor! dat was een goede plek! We hoorden haar goed grommen en rommelen en zagen de lavaspetters goed in het rond vliegen!
Onderweg naar ons appartement stopten we nog bij een pizzeria om te eten... veel anders is er immers niet te vinden in de dorpjes op de Etna... maar die pizza was zeker niet slecht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten