12 juli 2020

Van Oost-Westfjorden naar Dalir (Dag 7)

Op vrijdag 26 juni vertrokken we weer al vrij vroeg. Het was zwaar bewolkt, guur, fris en af en toe viel er een regenflard... ideaal om door enkele hoogvlaktes te rijden! We maakten een ommetje voor de hoogvlaktes Steingrímsfjarðarheiði en Þorskafjarðarheiði
Hoogvlaktes in IJsland zijn voor guur, grauw, desolaat, donker, akelig, lelijk (maar op een imposante manier). Hiernaast zie je een foto van op Þorskafjarðarheiði... Het ziet er een beetje "beschimmeld" uit, niet!? :oD

We hadden overigens nog geluk dat we hier de 26e en niet de 27e passeerden. We zagen namelijk een bord staan dat er de 27e rally gehouden werd... le-vens-gevaar-lijk daar! De gravelweg was, door de gure weersomstandigheden op die hoogte en zo ver noordelijk op IJsland, slecht, bochtig met veel onoverzichtelijke wegsituaties, diepe afgronden en meertjes langs de weg... Het was serieus opletten daar! maar zo'n toplocatie om je fijn klein en nietig ten opzichte van de natuur te voelen!

Nadien reden we verder naar het zuiden van de Westfjorden/Vestfirðir en wilden we naar de markt gaan... de elfenmarkt, Bjartmarssteinn... maar we geraakten er niet... We hadden sowieso geen goede instructies om er heen te wandelen, maar het allerbelangrijkste wisten we niet: het had laag tij moeten zijn en dan hadden we het waarschijnlijk, over de kustlijn met nog wat klauterwerk, wél kunnen bereiken... Nu liepen we door lage struikbosjes, liepen we enkele steile heuveltjes met losse steentjes over, over moeilijk begaanbaar weiland... maar die grote ronde "rotsblok" bleef maar veraf liggen... waardoor we het op een gegeven moment opgaven... De elfen wilden niet dat we naar de markt gingen...

Bjartmarssteinn is een grote gronde basalten rotsblok op het puntje van een schiereilandje. Er wordt van gezegd dat het één van de grootste marktplaatsen is van het Huldufólk, het elfenvolk. Het is er altijd druk: elfen komen over land, maar velen ook over het water. Niet iedereen kan in de andere dimensie waarin het Huldufólk leeft terecht... Mensen die het Huldufólk waarnemen, hebben niet altijd een goede relatie met hen. De elfen kunnen erg sluw en gemeen zijn. Diegenen die de elfen niet zien, zien geen schepen voor de kust liggen, maar zien allemaal kleine eilandjes en rotsblokken in het water liggen... Wij zagen geen elfen of schepen, enkel die eilandjes...

Na het frustrerenede gezoek naar een route om bij de elfenmarkt te geraken, waren we sowieso blij terug aan de auto te zijn... maar waren we daar ook maar net op tijd: het begon serieus te regenen.

Aan de fjord Gilsfjörður kozen we niet de brug over het water te nemen, maar de fjord helemaal rond te rijden... en aan de conditie van het wegdek van de gravelweg (die ze wel aan het herstellen waren) te merken, is dit niet de meest toeristische route... want die zijn best goed onderhouden... Amaaai, wat een slechte weg! ...maar eigenlijk was het nog wel eens fijn om over die slechte IJslandse wegen te "ploeteren" :-D 

Het fjordje was eigenlijk nog mooi. Er hingen wel veel lage wolken van het slechte weer. We stopten er op de weg om waterval "Kleifar" te bekijken en parkeerden bij het oude internaat van Ólafsdalur (foto 2). Daar picknickten we ook in de auto: het was te winderig en bij vlagen te nat om dit buiten de auto te doen.

En zo reden we de Westfjorden uit en de regio "Dalir" in... en omdat we het benzineverbruik van de Jimny wat verkeerd ingeschat hadden (en 's ochtends, omwille van geen zin in gaan tanken en denken toe te komen, het tanken uitgesteld hadden), moesten we éérst gaan tanken, alvorens de Dalir te kunnen verkennen... en dat eerste tankstel was er pas in Búðardalur... onze eindbestemming... Stom stom stom, maar ja... 

We deden dan, na het tanken, het-schiereiland-van-Dalir-dat-blijkbaar-geen-naam-heeft in de tegenovergestelde richting dan gepland. 
We stopten even bij Hvammur, waar één van de allereerste nederzettingen op IJsland was. In het jaar 890 ging er een eerste gezin wonen.Veel is er natuurlijk niet meer van te zien. Er staat een oude paal die dit herinnert en een kerkje.

Bij het uitkijkpunt bij de berg Klofningur stopten we ook even. Het was jammer dat het zo bewolkt was, maar nog was het er best mooi: vanaf dit uitkijkpunt kan je, bij mooi weer, de Vestfirðir én Snæfellsnes zien liggen, met daartussen de Breiðafjörður met z'n ontelbare kleine en grotere eilandjes (foto 3). 
Het was er behoorlijk winderig, maar dat was te verwachten als je op het tipje van het-schiereiland-van-Dalir-dat-blijkbaar-geen-naam-heeft, gaat staan.

We vervolgende wegnr° 590 gewoon verder langs de rotskust. Als het mooi, helder weer was geweest zal het hier vast héél mooi zijn met al die eilandjes voor de kust, het zicht op de fjorden en bergen van de Westfjorden... maar helaas het was serieus bewolkt en regenachtig op dat moment. Toen we de °590 afreden, kwamen we terug op wegnr° 60 terecht, het gedeelte dat we, om te gaan tanken, al gereden hadden... Het voordeel daarvan was dat we al gekeken hadden waar we konden stoppen om één van de vele watervallen die daar de bergen af vallen te fotograferen.

We draaiden even de 589 in en stopten  eerst bij "Tungustapi". Net als Bjartmarsstein, van 's ochtends, is Tungustapi een grote, op zichzelf liggende, basalten rots mét basaltenkolommen... én is het een elfenbouwwerk.

In de rots Tungustapi ligt de "Álfakirkjan", een elfenkathedraal... een kathedraal waar je niet zomaar naar binnen kan. De elfen moeten je dit toestaan, maar dan moet je vaak iets terugdoen... en kan je dat met je dood bekopen, of kunnen ze ervoor zorgen dat je niet meer terug onder de mensen terug komt...

Enfin, geen wandeling ditmaal. We konden de rots gewoon vanaf de weg in een weiland zien liggen. Het weer was ook echt niet goed om nog te gaan wandelen én er was ook geen tijd meer voor. 
We wilden wel nog gaan badderen in het oude "Guðrúnarlaug": een rond warmwaterbadje met daarbij een klein turfhuisje dat dienst doet als kleedhokje... maar we waren net te laat... Er kwamen vijf Franse twintigers aan met bier... en we hadden nog wel bij in het badje kunnen gaan, maar we hadden eigenlijk weinig zin in dit gezelschap... géén laatste badje, dus...

We reden dan terug naar Búðardalur, naar ons guesthouse "The Castle". Geen idee waarom het guesthouse die naam kreeg, want het ligt in het oude dokterscabinet van het dorpje...

We wisten dat we in onze laatste guesthouse, die ook onze eerste was, waar we de nacht nadien zouden overnachten, het fornuis niet konden gebruiken, maar dat er wel een magnetron was... We kookten daarom twee avondmalen: eentje voor die avond en eentje voor de avond nadien... en óók bakten we de overschot aan eieren die Johan had op om er beleg voor de lunch en ontbijt van te maken... We hadden dus een heel productieve avond :o)
...en dan moesten we ook vroeg gaan slapen, want we moesten de ochtend nadien héél vroeg op...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten