Op onze zesde reisdag (27-11-'24) in het zuiden van Frankrijk reden we richting het binnenland... de natuur in!
Het Parc naturel des Pré-alpes d'Azur reden we door, maar "bezochten" we niet. Ondanks dat we niet voor de kleine binnenweggetjes gingen, was de weg met momenten best "uitdagend", maar erg mooi! We hadden geen tijd om er te gaan wandelen, maar wie weet dat we dat ooit wel nog gaan doen.
De heuvels en bergen van de Pré-Alpes d'Azur hebben een hoogte tussen 300 en 1800 meter. Het vormt een soort van balkon met zicht op de
Côte d'Azur en de
Alpen. Het heeft afwisselend hoogvlakten, bossen, bergkloven ed. en er liggen veel rotsformaties. Dat vinden we toch steeds mooi aan gebergtes. Dat maakt het zicht erop toch wat mooier en afwisselender dan enkel begroeide bergen, vinden we... het is ook veel fotogenieker.
Na bijna twee uur rijden vanuit ons
appartement in Gattières stopten we in het stadje
Castellane. Toen we er parkeerden hing er dikke mist tegen de bergen... gaandeweg ons bezoek trok die helemaal weg en konden we ook nog fijn in de zon lunchen.
In het middeleeuwse stadscentrum van Castellane was er, op erg smalle straatjes, kleurige hoge huizen met gietijzeren balkonnetjes, omliggende bergen met rotsen en de ruïnes van een oude vijfhoekige toren eigenlijk niks te zien. Het was er wel gezellig! Ook de bakker verkocht lekkere dingen! én de dame van het toeristisch infokantoor gaf ons nog info en een kaartje over de regio, het
Parc naturel régional du Verdon... het was zeker dus een goede stopplaats onderweg.


Castellane ligt aan de rivier de
Verdon. Het stadje ligt aan de rand van het regionaal park dat vernoemd werd naar die rivier. De azuurblauwe Verdon heeft in deze regio namelijk een kronkelige weg gesleten doorheen de bergen en heeft zo een diepe, mooie,
grote kloof gecreëerd... dit regionaal park zouden we hierna verder gaan verkennen. Spijtig dat Ine, vanweg haar reuma, niet meer zo verre en pittige wandelingen aankan. Anders hadden we de "
Gorges du Verdon", de mooiste en diepste kloof van de Verdon (en blijkbaar van Frankrijk), kunnen afwandelen langs
een uitgestippelde route, het Blanc-Martelpad, van 15 km (en terug want in de winter rijden er geen shuttlebusjes tussen de verschillende punten)... we reden daarom naar "Couloir Samson" (Corridor Samson), een passage van de wandelroute. Het is eigenlijk het start-/eindpunt van de wandelroute, maar heeft maar heel weinig parkeerplaatsen.
Vanaf de parkeerplaats stapten we de trappen af over het wandelpad. We gingen van het wandelpad af tot op de oever van de Verdon. Hier liggen grote, ronde, door water afgesleten, witte rotsen. Dat hier soms water stroomt, was duidelijk. Er hingen ook waarschuwingsborden over dat het water, heel onverwacht, op korte termijn, kan aanzwellen. Aan die waterkant zag je ook goed dat er verschillende onderstromingen waren in het snelstromende rivierwater. In de zomer wordt er dan ook veel aan
raften ed. gedaan. De bergen zijn hier, vanaf de waterkant, aan beide kanten 400 meter hoog.
Nadat we terug op het wandelpad waren, moesten we een stalen trap op. Hiermee gingen we in de 650 meterslange "Tunnel du Baou".
Oorspronkelijk was de tunnel bedoeld om het rivierwater 20 km af te leiden van dit hogeropgelegen gedeelte van de Verdon naar een lagergelegen gedeelte van de rivier. Men had namelijk de ambitie om water uit de Verdon te kanaliseren om elektriciteit te produceren, door het installeren van sluisdeuren.
De werken voor de tunnel startte in 1905 maar werden vier jaar later al gestaakt.
Sinds 1928 werd dit gedeelte van de tunnel onderdeel van het Blanc-Martelpad. Ook een ander, veel korter, gedeelte van de tunnel werd opgenomen in de wandelroute. Andere stukken van de tunnel zijn niet toegankelijk omdat ze dreigen in te storten.
Al vrij snel kwamen we twee openingen in de tunnel tegen. Eentje gaf uitzicht op de rivier. De andere keek uit op een gigantische klif. Bij het verder wandelen, merkte Ine dat ze het erg benauwd kreeg: dat er gedeeltes onder water stonden en dat er over stapstenen gestapt moest worden, vond ze niet leuk en ook het feit dat er nu verderop geen licht meer te zien was, deed haar besluiten terug te gaan... Ine is een schrikscheet. Johan wandelde wel verder en maakte nog een keer onderweg door een opening en eens uit de tunnel nog enkele foto's.
Nadat we terug boven waren aan onze auto reden we anderhalve kilometer of zo naar een volgend uitkijkpunt punt. Dit heet "
Point Sublime", subliem punt, en deed ons verwachten dat we een fantastisch zicht zouden krijgen op de kloof... maar dat was eigenlijk niet zo... máár de zon stond net boven de kloof. Hierdoor konden we ze niet goed zien en hebben we er geen goede foto's van. We lazen achteraf pas wat we mogelijk, door de felle zon, niet zagen en daarom niet begrepen waarom het 'pointe sublime" heet:
De ingang van de "Samson Corridor" vanaf dit punt lijkt bewaakt door een menselijke vorm, lazen we. Die vorm zou te zien zijn in de linkerkant van de kloof. Deze figuur herinnert aan Samson/Simson uit de Bijbel en gaf zijn naam aan de Corridor. Volgens de legende splitste Samson de berg in tweeën, waardoor de Gorges du Verdon ontstond. Hij zou dit gedaan hebben om Delila te redden die zich in het dorp Rougon bevond. Samson wordt zo gezien als de bewaker van de ingang van de canyon... HIER zie je een foto met op aangeduid waar Samson zich zou bevinden in die berg...
Hierna was het tijd voor praktische zaken: boodschappen doen. We hadden dit beter in Castellane gedaan... de winkel die we via Google vonden, was namelijk op dat moment gesloten. We moesten daarom ferm ver rijden (25 km?) om bij een supermarkt uit te komen. We wilden immers niet nogmaals riskeren om naar een klein dorp te rijden waar dan bleek dat de voedingswinkel dicht was! Het voordeel van de supermarkt was wel dat we er ook veel goedkoper konden tanken dan in de dorpjes... De benzine kostte overigens op dat moment in de regio waar we 10 dagen rondreden zo'n € 1,74/liter... duurder dus dan thuis.
Enfin, onze omweg naar de supermarkt maakte dat het al donker was toen we aan het dorp kwamen waar we de twee nachten nadien zouden overnachten, Trigance. De eigenaar van ons appartementje "le petit Saint Clair" had ons op voorhand geappt dat niet iedere toerist even enthousiast was om door het dorpje te rijden. We namen daarom het zekere voor het onzekere en parkeerden onze huurauto aan de onderkant van het, tegen een berg aangebouwde, dorp. Ons appartement bleek ook maar op enkele honderden meters van die parkeerplaats te liggen... alleen het "klimmen" met de bagage was wat "vervelend"...
Ons appartement was dik in orde. Het was wel best fris binnen. De pelletkachel kregen we niet aan de gang ondanks de instructies... maar een extra fleecedeken om gaf Ine het toch ook enigsinds warm genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten