Het boek kwam uit in een periode dat de oude tradities van Kerstmis steeds minder in ere werden gehouden en nieuwe ,zoals het versturen van kerstkaarten, hun intrede deden. Mogelijk sloeg A Christmas Carol mede daardoor aan. De thema's van het verhaal, sociaal onrecht en armoede, de relatie daartussen en hun oorzaken en gevolgen, zijn terugkerende thema's in Dickens' werk.
"Om 1 uur 's nachts verschijnt de eerste geest, die zichzelf 'Geest van Voorbije Kerstmis' noemt in de kamer van Ebenezer Scrooge. Hij leidt Scrooge langs enkele van de gelukkigste en verdrietigste gebeurtenissen uit Scrooges verleden, die Scrooge hebben gemaakt tot degene die hij nu is. Het is dan terug 12u.
Om 2 uur 's nachts (wederom) verschijnt de tweede geest, die zichzelf 'Geest van Huidig Kerstmis' noemt. De geest herinnert hem aan zijn woorden van eerder die dag over het verminderen van de overbevolking. Hij had gezegd dat de werkhuizen en de armenwet voldoende zijn voor de armen en als ze daar niet heen wilden, ze dan maar beter zouden kunnen sterven. Hij had gezegd dat zo de overbevolking ook ineens zou opgelost zijn. Het is dan wederom terug 12u.
De derde geest, de 'Geest van Toekomstig Kerstmis', komt net na middernacht. Deze geest wijst alleen met zijn hand, confronteert Scrooge met zijn eigen dood: een groepje mensen heeft het over de zojuist overleden "oude schraper". Daarbij blijkt hoe zeer zijn dood de mensen koud laat. Scrooge heeft aanvankelijk niet door dat het om hemzelf gaat. Als Scrooge de derde geest smeekt te vertellen wie de "oude schraper" is, toont de geest hem zijn eigen grafsteen.
Na deze nacht verandert Scrooge zijn leven en wordt hij weer de royale, zachtaardige man die hij was voor de dood van zijn zuster."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten