Zoals we jullie al verteld/geschreven hebben, gaan we begin maart, als verjaardagskado voor Johan, naar de Spaanse streek "Extremadura". Hierna volgt wat info over de streek... en wordt meteen duidelijk, althans naar onze mening, waarom onze keuze op deze bestemming valt...
Het landschap van de Extremadura is vrijwel volledig door de mens gevormd. Om een illusie te ontnemen: er is zo goed als geen oorspronkelijk natuurlandschap aanwezig. Voor de Romeinse tijd was het gehele gebied bedekt met uitgestrekte, groene eikenbossen. Er waren geen steppen en savannen. Overal was bos en hierdoor was waarschijnlijk ook het klimaat anders dan nu: zachter en met veel meer neerslag.
De bossen zijn vrijwel compleet verdwenen en het hout is gebruikt voor scheepsbouw, huizenbouw en als brandstof. De vruchtbare bosbodem spoelde weg en kale rotsen en vlaktes kwamen te voorschijn. De geiten en schapen zorgden ervoor dat bomen geen kans meer kregen. Op de glooiende vlaktes hebben zich voornamelijk twee typen landschappen gevormd: de vrijwel boomloze steppe en de zogenaamde ‘dehesa’, een eeuwenoud cultuurlandschap dat u zich het beste kunt voorstellen als een kruising tussen de Afrikaanse savanne en een boomgaard.
Ook de Spaanse steppen zijn een cultuurlandschap. ‘Dankzij’ de vernietiging van de bossen leven er nu duizenden Grote Trappen en Kleine Trappen, Grielen en Zandhoenders! Op de hogere bergruggen, ongeschikt om als ‘dehesa’ in gebruik te nemen, vinden we een schaarse begroeiing van struiken en lage bomen.
Het landschap van de Extremadura bestaat uit dehesa, kale rotsige vlaktes met matorral (= doornig struikgewas), steppegebieden, stuwmeren en een enkele lage bergketen. Franco had grootse plannen met de Extremadura. Op nog geen driehonderd kilometer van Madrid zou het de graanschuur van Spanje worden. In de zeventiger jaren heeft Franco overal stuwdammen laten aanleggen. Met het water kon elektriciteit worden opgewekt en het kon worden gebruikt voor de landbouw. Nadat de dammen waren aangelegd stroomden de stuwmeren vol (en de ooibossen langs de Taag verdwenen). Daar is het bij gebleven. In de meren is vis uitgezet. Geld voor verdere ontwikkeling was (en is) er (nog) niet…
Het klimaat van de Extremadura wordt gekenmerkt door droge hete zomers en zachte winters waarin de meeste neerslag valt. Het voorjaar begint al vroeg. Nog voordat de Kraanvogels de Extremadura verlaten (begin maart), begint de Spaanse lente met aangename temperaturen. Eind mei is het voorbij. De zomer is begonnen. De onbarmhartige zon droogt het landschap uit en het gras kleurt geel. De temperatuur kan dan oplopen tot 45 graden in de schaduw.
De Extremadura is zeer rijk aan vogelsoorten. De vogelrijkdom is te verklaren door de aanwezigheid van veel geschikte en verschillende biotopen en de strategische ligging van het gebied. Bovendien is het gehele gebied door de eeuwen heen nauwelijks veranderd. Deze landschapsstabiliteit heeft ervoor gezorgd dat veel soorten zich er konden vestigen en (zonder verstoord te worden) uitbreiden. De strategische, centrale ligging van het gebied, tezamen met een stabiel landschap heeft een haast bizarre avifauna opgeleverd.
Uit Noordwest-Europa zijn o.a. Ooievaar, Ortolaan en Zomertortel afkomstig. Uit Afrika afkomstig zijn waarschijnlijk o.a. de Grijze Wouw, Kuifkoekoek, Zwarte Spreeuw, Koereiger en Slangenarend.
Uit Zuidoost-Europa zijn o.a. Kleine Torenvalk, Kortteenleeuwerik, Kalanderleeuwerik, Kleine Zilverreiger, Zwarte Ibis en Bijeneter afkomstig.
Uit Azië komt vermoedelijk de Monniksgier en (waarschijnlijk) uit China de Blauwe Ekster.
De Extremadura is onbetwist de beste plek in Europa voor roofvogels. Niet alleen wat betreft de verscheidenheid aan soorten maar ook qua aantallen. Veel roofvogels die hier nog algemeen voorkomen zijn in andere Europese landen (bijv. in Griekenland) zeldzaam, schuw en moeilijk waar te nemen. Vijf soorten arenden (Dwerg-, Havik-, Slangen-, Keizer-, en Steenarend) komen in redelijk gezonde populaties voor. Drie soorten gieren zijn gemakkelijk waar te nemen: Aas-, Vale- en Monniksgier. Nergens anders in Europa komen zoveel Grijze Wouwen, Rode Wouwen, Kleine Torenvalken en Grauwe Kiekendieven voor. En laten we de steppevogels niet vergeten.
De Extremadura heeft Europa’s grootste aantallen Grote-, en Kleine Trappen, Grielen, Grauwe Kiekendieven, Scharrelaars en Witbuik-, en Zwartbuikzandhoenders.
Ook verschillende soorten Leeuweriken zijn karakteristieke steppevogels: Veld-, Thekla-, Kortteen-, en Kalanderleeuwerik zijn algemene soorten.
In Spanje treffen we ook een aantal van ‘onze’ karakteristieke broedvogels aan. Opvallend is dat deze soorten (bijv. Sperwer, Tjiftjaf, Merel, Roodborst, Koolmees, Blauwborst, Tapuit etc.) zich in Spanje beperken tot de oorspronkelijke (koele) bosgebieden of alleen in de bergen voorkomen.
Bron en meer: HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten