20 september 2018

Dag 1 & 2: Van Kroatië naar Montenegro...

Zaterdag 15 september vlogen we om 18:10 uur van Zaventem naar Dubrovnik. Daar zouden we na 1 uur en 55 minuten zijn geland, ware het niet dat de harde, lage wind daar een stokje voor stak. Die wind maakte dat de piloot besloot het vliegtuig nog niet te landen. Een kwartier later ging het wel, al voelde je nog steeds die harde wind die we bij de eerste landingspoging gevoeld hadden. 
Nadat we onze bagage hadden, gingen we naar de autoverhuurmaatschappij. Hier kregen we een SEAT Arona mee met 7000 km op de teller. Rond half 10 reden we de luchthaven af. Voor onze eerste nacht had Johan een hotelkamer gereserveerd in het dorpje naast de luchthaven. Lang moesten we dus niet rijden… om al snel in bed te kruipen… in een warm bed: Toen we landden (iets voor half negen) was het nog 28°C… 

Na ons ontbijt verlieten we het hotel, deden boodschappen (flessen water) en reden naar de grens van Kroatië met Montenegro. Het was voor ons beiden lang geleden dat we nog een grenscontrole meemaakten! Om Kroatië (en dus de EU) uit te geraken, moesten we even aanschuiven, maar al bij al viel dat wel mee. Om Montenegro binnen te geraken, moesten we langer wachten. Gelukkig waren we vroeg op de dag en hadden we water gekocht! Het was namelijk al goed warm! We hadden absoluut geen probleem om Montenegro binnen te geraken “Belgium” en “rental car” leken wel magische woorden! 

Al meteen van dat we Montenegro binnenreden, vonden we het een mooi land: mooie bergen met groene weelderige dalen, veel water en mooi weer! We reden Montenegro aan de “Kotorska-baai”, met de zee verbonden, binnen.

Het eerste dorpje dat we bezochten, was “Herceg Novi”. We bezochten er het oude stadscentrum, met gigantische stadsmuren, en de “Spaanse burcht”. Omdat onze Bradt-reisgids aangegeven had dat parkeren een hopeloze zaak was in het oude stadscentrum, parkeerden we vlak buiten dat stadsgedeelte. Het oude stadsgedeelte ligt tussen de kust en de hogerop gelegen doorgaande weg… en inderdaad “oude stad” betekent trapjes, véle trapjes… 

Wat ons meteen opviel, is dat dit oude stadje (en ook die daarna volgden) niet lijkt op Italiaanse of andere Zuid-Europese oude stadskernen, al waren de meeste gebouwen wit en daken rood. De bouwstijl is helemaal anders en dat is niet enkel zo bij de kerkjes (orthodox in plaats van katholiek), maar bij alle gebouwen. De gebouwen zijn wat logger, wat hoger en hebben wat minder krullen en praal. 

We liepen wat rond in het oude Herceg Novi en dronken er wat… “limonade” natuurlijk, maar dan verse, van verse citroenen, waaraan je zelf nog suiker moet toevoegen… In Roemenië dronken we er ook liters van! 
Herceg Novi kent een woelige geschiedenis en was in handen van de Bosniërs, de Turken, de Spanjaarden, de Turken opnieuw, de Maltese ridders, de Italianen, de Oostenrijkers, de Russen, de Fransen en de Britten… 
Vervolgens gingen we die oude trapjes weer naar boven en ‘klommen’ nog even verder naar de “Spaanse burcht”. Hieraan werd in 1538 gestart door de “Spanjaarden”, maar de Turken vervolledigden het fort… en toen wij er waren, waren ze wéér bezig ;o) 
Tijdens WO II, toen Montenegro onderdeel van Joegoslavië was, werd ook gebruik gemaakt van het fort. Er werden ook wat bunkers bijgebouwd. 

Onze volgende stopplaats was de orthodoxe abdij van Savina. Het kleine kerkje met daarnaast de abdij en er rond graven ligt op een bijna idyllische plek: aan de ene kant hebben ze zicht op zee en aan de andere kant op de bergen.

We bleven de hoofdweg langs de Kotorska-baai (baai van Kotor) volgen. Op de meeste plekken is het er gewoon mooi, maar op sommige plaatsen is de baai, met de ruige bergen, het blauwe water, de eilandjes en de typische dorpjes echt prachtig! …en daar hebben we inderdaad foto’s van (zie hiernaast)! 

In Risan, ook langs die baai, aten we en bezochten we mozaïeken uit de Romeinse tijd. Dat was meteen ook onze laatste stop alvorens onze eindbestemming van die zondag 16 september te bereiken, Kotor

We gingen eerst op zoek naar een slaapplek in het oude stadscentrum van Kotor. In onze reisgidsen werden verschillende suggesties gedaan voor hostels en hotels, maar aan de prijsindicaties (waarbij een “normale” prijs ontbrak) te zien, moesten we toch voor een hotel gaan. De eerste twee hotels die we langsgingen waren volzet. Bij het derde, “Hippocampus”, hadden we meer geluk. Terwijl we onze gratis welkomstdrank aan het drinken waren op het dakterras van het hotel kregen we de burcht en een kerk in het oog boven en tegen de berg waartegen de stad gebouwd was. Onze Bradt-reisgids leerde ons dat het zo’n 1342 treden tot boven aan de burcht waren… Ine paste meteen, maar Johan had er wel zin in! Omdat Ine absoluut wou dat Johan, ook zonder haar, die beklimming deed, besloot Johan de tocht te maken. We spraken een tijdstip en locatie af en gingen ieders onze eigen weg: Johan de trappen op, Ine de verkeersvrije, smalle straatjes van Kotor in.

In eerste instantie leek de stad een waar groot doolhof, maar na een tijdje ontdekte Ine dat de oude stad best overzichtelijk en compact was. Ze liep langs verschillende orthodoxe kerkjes, paleizen, kleine huisjes waarin nu souveniersshops zaten en liep op een gedeelte van de oude stadsmuren waar ze een mooi zicht had op de berg die Johan aan het beklimmen was. Ze bekeek zo 2/3 van de oude stad. 

Johan had verwacht dat hij drie kwartier aan het klimmen zou zijn. Dit bleek maar twintig minuten te zijn. Als terugweg koos hij een andere dan de heenweg, wat maakte dat hij ook nog een stuk door de oude stad moest struinen alvorens, veel te vroeg, op de afspraakplek aan te komen… Gelukkig is er dan “sms” en vonden we elkaar snel. Terwijl we op een terrasje van een cafeetje zaten, bekeken we elkaars foto’s en vertelden we wat we gezien hadden. We konden beiden besluiten dat Kotor een mooi stadje is!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten