23 maart 2018

Van Trinidad naar Santa Clara, dag 6

Na onze avondwandeling doorheen Trinidad de avond voordien, was het de ochtend van 15 maart '18 tijd om er ook eens overdag door te lopen en rond te neuzen. We moesten pas ten laatste om 12:00 uur uitchecken, dus hielden we onze hotelkamer aan totdat we de stad bezocht hadden.

Toen we de stad inliepen, leek iedereen daar net buiten te komen. De ramen van de barretjes van de avond voordien bleven dicht. In de ramen daarnaast, die 's avonds dicht waren geweest, bleken winkeltjes te liggen of gezinnen te wonen.


De meeste van die ramen hadden houten of metalen hekwerk/smeedwerk ervoor. Uit de reisgidsen weten we dat dit niet is om gespuis buiten te houden, maar net om vanuit binnen contact te leggen met buiten. We zagen inderdaad ook verschillenden een gesprek voeren doorheen dit hekwerk. Die "tralies" zagen er eigenlijk wel speciaal uit, zeker omdat ze meestal in een fel contrasterende kleur geschilderd waren.
Het stadje was echt wel mooi en gezellig!

Eens goed vertrokken uit Trinidad stopten we alweer snel. We stopten aan een uitkijkpunt over de vallei "Valle de los Ingenios", de vallei van de suikerfabrieken. In de jaren rond 1800 lagen er zo'n tientallen in deze vallei. In de vallei werd en wordt veel suikerriet gekweekt.


In Manaca Iznaga stopten we om naar de overblijfselen van een plantage te gaan kijken. In 1840 leefden er ongeveer 350 slaven. 
Er staat nog steeds een 45 meter hoge toren, de "Torre Iznaga", met zeven verdiepingen. Elke verdieping verschilt van de volgende qua vorm en decoraties. De eerste drie zijn vierkant, de bovenste vier achthoekig. De toren diende onder andere als uitkijktoren, vanwaar men toezicht hield op de slaven in de (suikerriet-)velden. De toren was te beklimmen, maar dit deden we niet. De klok, die vroeger werd geluid aan het begin en het eind van de werkdagen, staat nu gewoon op de grond voor het herenhuis, waar we, beneden, eens snel doorliepen.
Het marktje voor de "slaventoren" bestond voornamelijk uit verkoopstanden met borduur- en kantkloswerk... niks voor ons...

In het Midden-Cubaans dorpje Sancti Spiritus wandelden we wat rond, wisselden we nog wat geld, dronken we een tas koffie en maakten we, natuurlijk, veel foto's.

Ook in dit dorpje zagen we opnieuw vele, mooie, kleurige gebouwen met smeedwerk, standbeelden, pleintjes en ook een mooie, oude brug, de "Puente Yayabo" (1815). Eén van de kerken in het dorp is de oudsten Cuba. Ze is van 1680, maar er werd al in 1522 aan begonnen.

Nadat we Sancti Spiritus verlieten, reden we (Ine zat aan het stuur) bijna achterin een auto... Deze reed op het linkse rijvak, maar besloot plots te stoppen om voetgangers aan de rechterkant van de weg mee te nemen... dat waren piepende banden!

Na Sancti Spiritus reden we weer terug naar het westen, weer naar de Autopista A-1. Op een gegeven moment werden de vier baanvakken met daartussen een middenbermpje, nog maar drie baanvakken zonder middenberm. De tegenliggers hadden nog twee baanvakken, wij nog één. We "mochten wel" voorbijsteken op dat middelste rijvak... Toch bijzonder, hoor... het voelde niet echt veilig, maar eigenlijk was het vrij rustig op de baan en gebeurde er niets vreemds. Voetgangers waren er hier bijna niet te zien. Paardenkoetsen waren er ook veel minder dan op andere gedeeltes van de "autopista"...

De laatste plaats van bestemming van die dag, waar we rond 14u waren, was Santa Clara.

We parkeerden op een parking bij "Museo y Monumento Memorial Comandante Ernesto Che Guevara". We lieten al onze spullen in de auto en bezochten het museum en het mausoleum van/over Che Guevara en andere overleden strijdmakkers. Heel veel was hier niet aan te zien, maar dat hadden we eigenlijk ook niet verwacht. Na deze bezoeken gingen we terug naar de auto om onze spullen (camera's en dergelijke) op te halen. Het bovengronds monument met een groot bronzen beeld van Che Guevara mochten we namelijk wél fotograferen.

We lieten de auto staan en wandelden naar het centrum van Santa Clara. Daar bezochten we het hoofdplein, "Parque Vidal" met de typische Cubaanse koloniale, kleurige, gebouwen en liepen we naar het "Monumento a la Toma del Tren Blindado"
Op 29 december 1958 hielden Che Guevara en vrienden een munitietrein van het Batista-leger tegen en kaapten deze. Ze gebruikten een bulldozer om het spoor te ontwrichten en zo de gepantserde trein laten ontsporen. Dit is meteen een keerpunt: de dagen van Batista zijn geteld en de zogenaamde "Beweging van de 26ste juli" kwam aan de macht. Fidel Castro werd premier en later president. Che Guevara kreeg verschillende functies in de regeringen van Castro.

Nadat we het centrum gezien hadden, haalden we onze huurauto op en reden we naar ons hotel, Los Caneyes. Daar zaten we nog wat in de zon en postten we hier ons eerste en enige blogberichtje vanuit Cuba.

Omdat het hotel toch wel enkele kilometers buiten de stad lag en in het stadje ook niet echt veel restaurantjes leken te zijn, aten we 's avonds in het hotel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten