21 maart 2018

Dag 4 : Viñales

Dinsdag 13 maart 2018 was het al onze vierde dag van onze Cubareis.
Time flies when...

De avond voordien hadden we een wandeltour in de Viñales-vallei geboekt. Op aanraden van onze Trotter-reisgids boekten we de wandeling "Por el Corazón del Valle", vertaald: door het hart van de vallei. De wandeling zou ons kennis laten maken met het lokale boerenleven... en dat was ook zo!

De Viñales-vallei is niet extreem groot, slechts zo’n 132 km2. Het ontstaan heeft volgens wetenschappers met meerdere omstandigheden te maken. De ronde toppen en steile wanden van de mogotes zijn gevormd door erosie tijdens de Jura (200 tot 145 miljoen jaar geleden). Terwijl de zachtere delen gaandeweg wegspoelen door de regen, blijven de hardste delen over. Onder de grond liggen talloze grotten, in totaal zo’n 45 kilometer lang. Het land rondom de mogotes is bijzonder vruchtbaar.

De naam "Viñales" is overigens misleidend. Een immigrant van de Canarische Eilanden probeerde hier aan het begin van de zeventiende eeuw wijn te produceren. Hij noemde het dus ‘wijngaarden’ op zijn Spaans. De wijn mislukte jammerlijk, waarna het werd geprobeerd met tabak... en dat was een succes!

Doordat we pas om 9u aan het vertrekpunt voor de wandeling moesten zijn, konden we, zo waar, een beetje uitslapen! We hadden gehoopt op een mistige ochtend om dan zo de vallei te zien in de mist, maar het waaide heel de nacht en vroege ochtend zo hard dat er geen mist te zien was.

Javier werd onze (Engelssprekende) gids. Hij gidste ons en een Duits koppel met hun dochter doorheen de vallei. De andere groepen waren veel groter. We waren hier dus heel tevreden mee!

Al bij het begin van de wandeltocht, nog voor we tussen de velden liepen, werd al duidelijk dat velen in deze vallei op een heel ander tempo en op een heel andere manier leefden dan elders. Zoals je hiernaast op de foto ziet, worden ossenkarren heel frequent gebruikt. De vrachtwagen die afwacht tot de kar van de ossen leeggeschept is, past eigenlijk niet in het 'plaatje'...

De boeren verbouwen in de Viñales-vallei tabaksplanten, "yuka" (hoe maniok op Cuba genoemd wordt), allerlei groenten en fruit, koffiebonen enz. De dieren worden aan koorden gehouden, maar de meeste kippen lopen los. Er zijn immers geen slangen en andere roofdieren die hen (en andere dieren) zouden kunnen opeten. Er worden slechts enkele kippen in een ren gehouden. Deze zorgen voor eieren. Javier leidde ons langs allerlei bomen en struiken.

Na een tasje vers gemalen koffie was het tijd om ons te wijden aan de tabaksteelt... maar éérst liet zich de nationale vogel van Cuba, de Cubaanse trogon langs alle kanten zien. Aan de voorkant is de vogel wit, rood en blauw. Aan zijn achterkant heeft hij lange groene veren met zwart en wit: écht een mooi vogeltje!

De Cubaanse naam van deze vogel is tocororo. Die is afgeleid van het geluid dat het dier maakt. De kleuren van het dier: blauw, wit en rood, vormden de basis voor de Cubaanse vlag. In ons fotoalbum zie je een foto van zijn voor- en achterkant.

Omdat we met twee groepen tegelijkertijd aan de tabaksschuur kwamen, werd besloten dat de uitleg over de hele tabaksteelt en -verwerking tot sigaar in het Engels en in het Frans gegeven werd... voor ons was het extra 'handig' dat we beide verstaan. De Franse uitleg was toch net wat uitgebreider.

De tabaksbladen waren, nu wij er waren, nog niet zo lang geleden geoogst en hingen nog maar deels gedroogd in de droogschuren.
In september/oktober werden ze gezaaid door de boer met zaad dat ze van de Cubaanse overheid krijgen. Als de plant in bloei komt, wordt de bloem afgeknipt zodat alle energie van de plant naar de bladeren kan gaan. Een tabaksplant wordt, na zo'n 3 maanden, 1m50cm groot. Er is een duidelijk verschil in de bovenste, onderste en middelste tabaksbladen. De bovenste kregen immers het meeste zon en de onderste het meeste vocht. Deze factoren spelen mee in de smaak en kleur die ze, als ze gedroogd zijn, hebben. Een sigaar bestaat altijd uit alle drie deze soorten bladeren. De verdeling van het soort bladeren bepaald onder andere de smaak en sterkte van de sigaar.

Als de tabaksbladen volledig droog zijn, moeten de boeren 90% van hun oogst aan de overheid verkopen. De andere 10% (waarover de boer en de gids lachend zeiden dat het eerder 20 à 30% is) is voor eigen consumptie en mag door de boer zelf verkocht worden.

Vanaf dan verschilt het verwerkingsproces. In de staatsfabrieken worden de tabaksbladen versneld machinaal gefermenteerd. Op de boerderijen gebeurt dit op een natuurlijke manier.
De boer vertelde ons dat bij het machinale proces (door natuurlijke verbindingen) ammoniak opwekt wordt waardoor deze stof ook in de sigaar komt. Het bio-proces, waarbij een geheim familierecept (water, rum, kruiden enz.) over de tabaksbladen gaat en waarbij het fermentatieproces plaatsvindt in een 'baal' van tabaksbladen omhult met bladeren van de koningspalm, heeft dit niet, waardoor, aldus de boer, zijn sigaren gezonder zijn dan die van de staat... maar "gezonder" is relatief in dit geval natuurlijk...

Na heel deze uitleg toonde de boer ons ook hoe een sigaar gemaakt wordt: Als basis voor de sigaar worden dus de drie soorten bladen gebruikt en daarrond wordt een iets 'taaier' tabaksblad gerold als "huls" voor de sigaar. Het kleven van dat laatste blad deed deze boer met honing. 
Honing wordt overigens in Cuba ook tijdens het roken van de sigaar op de achterkant gesmeerd: dit is goed voor de lippen en "verzacht" de keel... werd ons verteld...

...en toen mochten we zo'n een huisgemaakte sigaar proeven...
We hebben niet ieders een sigaar genomen. Ine had te veel "schrik" dat ze terug zin zou krijgen in sigaretten als ze zou roken... Ze probeerde wel van de sigaar te roken, maar het lukt haar niet om de sigaar te roken zoals het hoort, namelijk niet-over de longen... Ze is na een paar trekken dan ook maar gestopt met roken.

Johan heeft op dat moment een halve sigaar gerookt en heeft de andere helft mee naar huis genomen... benieuwd wanneer deze verder op gerookt wordt! ;o)

Doordat het hele verhaal steeds vertaald moest worden, had heel deze uitleg best lang geduurd. Toen we de droogschuur uitkwamen, had onze tour al drie uur geduurd, terwijl deze, volgens de uitleg van de tour, maximum drie uur zou duren...
Gelukkig bleven we op hetzelfde tempo als daarvoor verder gaan en ging de gids zich niet ineens haastten. We wandelden verder tussen de velden door, over een mogote en kregen nog meer uitleg over allerlei bomen en struiken.

De wandeling zou 6 à 8 km lang zijn en nam uiteindelijk iets meer dan 4 uur in beslag. We waren er erg tevreden over! Op het laatste werd het wel erg warm, maar ja...

We lunchten en wisselden nog wat geld 
(enkel CUC's ditmaal, geen CUP's... CUP is de valuta waar de gewone Cubaan mee betaalt. CUC is de valuta die in het toerisme gebruikt wordt... ingewikkeld allemaal... en eigenlijk komt het er op neer dat je, als toerist, niet echt CUP's nodig hebt... We hebben ze steeds als fooien gebruikt zodat het geld meteen "bruikbaar" was en ze het niet eerst moesten gaan wisselen)
in Viñales en reden dan wat rond op de landelijke wegen in de vallei. 
In de vallei zijn ook enkele toeristische trekpleisters (twee grotten en een muurschildering), maar volgens alles wat we er over lazen, stelden deze niet veel voor.
Toen we terug in Viñales waren, moesten we tanken. Aan de benzinepomp wees men ons er op dat we platte band hadden! Dat hadden we nog niet gemerkt, maar het was duidelijk wel zo... Gelukkig dat men dit opmerkte en dat we er niet nog verder meereden!
Naast het benzinestation was een "garage". Het lek er op dat ze in hoofdzaak fietsbanden plakten en oppompten, maar met onze kapotte band konden ze ook wel overweg.

Uit de band werden twee metalen 'pinnetjes' gehaald. Waarschijnlijk zijn die in de band gekomen bij het stoppen/draaien langs de weg... Ineens werd ons duidelijk waarom de Cubanen altijd plots en gewoonweg stoppen óp de weg... De garagist plakte de band op twee plaatsen, Johan checkte of het in orde was (foto 3) en we konden weer op weg... Oef, zeg! We hadden toch wel weer erg veel geluk bij dit "ongeluk"!

Na dit avontuur zaten we nog wat op een terras van het hotel: Johan met een cocktail, Ine met een "limonada frappe" (ook gemaakt van allerlei sapjes en ijs).

Het was eigenlijk niet de bedoeling dat we 's avonds weer zo uitgebreid zouden gaan eten, maar dat gebeurde toch... Tijdens het wachten op het eten, verveelden we ons geen minuut: er liepen constant honden, katten en biggetjes op en neer!

De weersvoorspellingen vooraf, waarop voorspeld was dat het deze dag zou gaan regenen, waren helemaal mis... Ze hadden zich vast vergist met de regen van de dag voordien, want die was dan weer niet voorspeld...

PS: Johan heeft een nieuw camera-snufje: een lens en spulletjes van "Lensbaby". Hiermee kan hij onder andere gedeeltes van foto's wazig maken, om zo een speciaal effect te krijgen. De eerste foto van dit bericht, de foto met de ossen, is met de Lensbaby-lens gemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten